Statenvragen PVV Noord-Brabant Maatregelen woningbouw

Geacht college,

In de 2eVoortgangsrapportage Ontwikkelbedrijf 2014[i]staat een opsomming van de stimuleringsmaatregelen Woningbouw voor de consument. “Stimulering van de consumentenzijde is vormgegeven door de:

       -       Brabantse woonlastenverzekering
       -       Brabantse waardebescherming nieuwbouw woningen
       -       Brabantse starterslening
       -       Brabantse verkoopgarantie”
Volgens de toelichting op Brabant.nl doet de provincie met de subsidieregeling woonlastenverzekering een duit in het zakje als je een woonlastenverzekering afsluit met het oog op risico’s als arbeidsongeschiktheid en onvrijwillige werkloosheid. 25% subsidie wordt gegeven op de premie van de woonlastenverzekering. Met de waardebescherming nieuwbouw woningen vergoedt de provincie 50% procent van het waardeverlies als gevolg van een noodzakelijke verkoop van een nieuwbouwwoning met een maximale subsidie van €60.000. Met de Brabantse verkoopgarantie koopt de provincie woningen tegen 90% van de taxatiewaarde van twee jaar geleden. Deze woningen worden aangeboden op de markt tegen 80% en waarschijnlijk verkocht voor nog minder.Dit roept bij de PVV de volgende vragen op:
       1.     Deelt u de mening van de PVV dat het geen taak van de provincie is om te participeren in de financiering van verzekeringen van burgers? Zo neen, waarom niet?
       2.     Deelt u de mening van de PVV dat met de waardebescherming nieuwbouw woningen eigenaren van nieuwbouwwoningen worden bevoordeeld? Zo neen, waarom niet?
       3.     Brabantse huizenbezitters ervaren een verstorende marktwerking door het interveniëren van de provincie Noord-Brabant in de woningmarkt met vraagprijzen van 15% lager dan de vraagprijs van de vergelijkbare omliggende woningen. Hoe wil de provincie Noord-Brabant zorg dragen dat deze huizenbezitters geen hinder meer ervaren van de oneerlijke concurrentie door de nasleep van de Brabantse verkoopgarantie?
            4.     Doelstelling van dit voorkeursbeleid was herstel consumentenvertrouwen. In hoeverre is deze doelstelling behaald en uit welke onderzoek blijkt dat?
  1. Wat hebben deze regelingen de Brabanders tot dusver gekost? Graag een specificatie per regeling.
  1. Wat zijn de lessons learned voor de provincie op basis van deze regelingen?

Hoogachtend,

Namens de PVV Noord-Brabant

Joyce Kardol

 

[1] http://www.brabant.nl/politiek-en-bestuur/provinciale-staten/vergaderstukken-en-besluiten-ps-en-commissies/agenda-en-vergaderstukken-statencommissies/crc.aspx?qvi=50740

Persbericht en Statenvragen PVV Noord-Brabant Bestuurlijk overleg 380 kV verbinding West-Brabant

Voor het hoogspanningstracé Zuidwest 380 kV is in augustus dit jaar een gewijzigd tracé vastgesteld, in strijd met de eerdere afspraken met gemeenten, provincie en omwonenden. Op 19 september heeft hierover een bestuurlijk overleg plaatsgevonden, waarbij ook gedeputeerde De Boer betrokken was. In dit overleg zou zijn afgesproken dat van verzet richting de Minister tegen het tracé zou worden afgezien. In plaats daarvan zou worden ingezet op een constructief overleg. De PVV Noord-Brabant wil nu duidelijkheid of dit ook de insteek van GS is.

 

Dit nieuwe hoogspanningstracé zou vooral nodig zijn om de stroom van het nieuwe windturbinepark op zee voor de Zeeuwse kust te transporteren. De PVV is tegen plaatsing van windturbines, dus wat de PVV betreft zal dit nieuwe tracé dan ook niet nodig zijn. “De burgers verzetten zich terecht tegen dit tracé, eerst wordt West-Brabant opgezadeld met 200 meter hoge windturbines en nu wordt het landschap nog verder verpest omwille van de stroomdistributie van de zogenaamd 'duurzame' windturbines,” aldus PVV Noord-Brabant fractievoorzitter Alexander van Hattem.

De PVV roept GS daarom ook op om alsnog verzet aan te tekenen bij de Minister tegen dit hoogspanningstracé.

Lees meer: Persbericht en Statenvragen PVV Noord-Brabant Bestuurlijk overleg 380 kV verbinding West-Brabant

PVV Noord-Brabant Statenvragen Reizen gemaakt door Statenleden in het kader van AER

Geacht college,

Op 16 oktober stelde de PVV fractie technische vragen naar aanleiding van een presidium-memo waaruit bleek dat er kosten zijn gemaakt voor 'vertegenwoordiging van een Statenlid namens de provincie Noord-Brabant bij de AER in Montenegro'. De PVV wilde weten waarom een Statenlid hier de provincie vertegenwoordigde, wat het doel van de AER bijeenkomst was, wat het mandaat van het Statenlid was als vertegenwoordiger van de provincie, in welk gremium en wanneer hiertoe besloten was, of er door de provincie verdere kosten zijn gemaakt en uit welk budget dit is betaald, en of er nog meer van dergelijke reizen gemaakt (of gepland) zijn door Statenleden waar zij de provincie vertegenwoordigen. De PVV vroeg om een volledig overzicht van de gehele huidige Statenperiode.

Op 3 november stond in Brabants Dagblad een artikel over de uitgaven aan reizen door provinciebestuurders[1]. De krant vroeg middels een WOB verzoek om informatie over de kosten, doelen en opbrengsten van alle buitenlandse dienstreizen van de afgelopen 5 jaar. (Zie bijlage 1 voor de voor Brabant relevante informatie vanaf 2011). Uit de informatie blijkt dat een aantal Statenleden reizen heeft gemaakt naar AER bijeenkomsten.

Dit artikel bevatte daarmee een belangrijk deel van de informatie waar de PVV via technische vragen om had gevraagd, maar tot dan toe nog geen antwoord op had gekregen. Nadat onze fractie daarover reclameerde ontvingen wij op 4 november antwoorden op de technische vragen. Zie bijlage 2 voor de beantwoording. Deze beantwoording roept bij ons de volgende vragen op.

Lees meer: PVV Noord-Brabant Statenvragen Reizen gemaakt door Statenleden in het kader van AER