Strengere fijnstofnorm is een schijnoplossing
In de Provinciale Statenvergadering van 7 februari waren de linkse partijen – met PvdA en SP voorop – verbaasd dat de PVV een amendement steunde van CDA en VVD tegen een strengere fijnstofnorm voor de veehouderij. De PVV is echter nooit een voorstander geweest van een strengere fijnstofnorm. Het verlagen van de fijnstofnorm met slechts 1,2 microgram/m3 was slechts bedoeld als bestuurlijk compromis richting de Brabantse Milieufederatie en zulke symboolpolitiek biedt geen enkele zekerheid voor de volksgezondheid.
Zoals aangegeven in de stemverklaring vindt de PVV dat de wettelijke norm van 31,2 microgram/m3 volstaat. Deze norm geldt immers ook voor alle andere bronnen van fijnstof, zoals verkeer en luchtvaart. Daarbij komt dat fijnstof door veel factoren wordt veroorzaakt: deels komt het uit de natuur – zelfs uit de zee, van zandpaden, verkeer, industrie en een groot deel komt bovendien vanuit het buitenland. Waarbij overigens het fijnstof uit verkeer onderscheiden moet worden van roet. Voor zover het agrarisch fijnstof betreft, komt er vanuit de akkerbouw méér fijnstof vrij dan vanuit de veehouderij. Er zou daarom sprake zijn van rechtsongelijkheid indien alléén voor de veehouderij een norm zou gelden van 30 microgram/m3.
Deze norm zou waarschijnlijk niet eens juridisch houdbaar zijn. Aangezien het in een landelijke norm in principe uitputtend is geregeld, moet de provincie als zij zwaardere eisen wil stellen dit in ieder geval goed motiveren. Dat is in dit geval nauwelijks gebeurd: de norm van 30 microgram/m3 is vrij willekeurig gekozen om in een achterkamertje bestuurlijk handjeklap mogelijk te kunnen maken. Voor de volksgezondheid heeft deze norm geen aantoonbaar effect en omdat sommige onderzoekers voor een nóg lagere norm van 25 microgram/m3 pleiten zou het ook geen structurele oplossing zijn.
Een van de redenen om de fijnstofnorm te verlagen zou het risico op de verspreiding van ziekten zijn via fijnstof. Via fijnstof zouden enodotoxines – potentieel ziekteverwekkende deeltjes – zich kunnen verspreiden. Deze endotoxines komen echter zeker niet alleen vrij via de veehouderij, ook vanuit andere bronnen – zoals de akkerbouw – is dit mogelijk. Zelfs huisdieren zoals honden kunnen ziekteverwekkende fijnstof in huis verspreiden. Uit eerder gezondheidsonderzoek rond veehouderijen is niet gebleken dat er meer fijnstof-gerelateerde nieuwe ziektegevallen ontstaan. Kortom, de fijnstofnorm voor de veehouderij marginaal verlagen heeft geen significant effect op de volksgezondheid.
Al met al is fijnstof geen geschikte indicator voor een zorgvuldige veehouderij. De PVV gaat daarom niet mee in de bangmakerij van de milieubeweging en wil de Brabantse burgers geen schijnzekerheid bieden met een lagere fijnstofnorm. De PVV kiest daarom liever voor échte oplossingen, zoals gezonde afstandsnormen voor woningen, maatregelen tegen q-koorts in de geitenhouderij, vóór leefbaarheid, het terugdringen van antibioticagebruik en moderne diervriendelijke stallen. Daar is de gezondheid van mens en dier wél mee gediend.
Alexander van Hattem
Fractievoorzitter PVV in Provinciale Staten Noord-Brabant