Provinciale Staten van Noord-Brabant, in vergadering bijeen op vrijdag 10 oktober 2025, ter bespreking van Statenvoorstel 37/25 Kanaalaanwijzing publieke dienstverlening en classificatie betrouwbaarheidsniveau online diensten PS Noord-Brabant
Provinciale Staten van Noord-Brabant, in vergadering bijeen op vrijdag 10 oktober 2025, ter bespreking van Statenvoorstel 14/25 Bestuursrapportage II-2025 (Burap II-2025)
Constaterende dat: • De jaarrekeningen van de afgelopen jaren stelselmatig fors lagere programmalasten laten zien dan begroot, terwijl het organisatiekostenbudget (okb) steeds substantieel hoger uitvalt dan geraamd; • Het organisatiekostenbudget disproportioneel is gegroeid in vergelijking met de begrotingsgroei;
Overwegende dat: • Een doelmatige en efficiënte besteding van belastinggeld essentieel is voor het vertrouwen van burgers in het provinciaal bestuur; • Het college ondoelmatig omgaat met belastinggeld door disproportioneel hoge uitgaven aan organisatiekosten die niet in verhouding staan tot de programmauitgaven; • Een degelijk onderzoek naar de doelmatigheid van het gevoerde bestuur en beleid noodzakelijk is om de verhoudingen tussen (middelen- en capaciteits)inzet en resultaten te herstellen en de provincie beter te laten functioneren;
Spreken uit: • Een breed en diepgaand onafhankelijk onderzoek wenselijk en noodzakelijk te achten naar de doelmatigheid van het gevoerde bestuur en beleid, met specifieke aandacht voor: - De verhouding tussen programmalasten en organisatiekosten; - De omvang van het OKB i.r.t. de resultaatoutput; - De effectiviteit en efficiency van de uitvoering van de provinciale kerntaken; - De uitvoerbaarheid (haalbaarheid) van de beleidsambities;
Provinciale Staten van Noord-Brabant in vergadering bijeen op 19 september 2025, ter bespreking van Statenvoorstel 24/25 Rapport Zuidelijke Rekenkamer Woningbouwopgave,
Overwegende dat de ZRK stelt: “Op onderdelen als de ontwikkeling van XXL locaties voor de logistiek is tussen PS en GS het debat gevoerd en zijn in de omgevingsverordening en het beleidskader Wonen en Werken inmiddels voorwaarden en voorkeuren vastgelegd. Dit is echter nog iets anders als het hebben van een duidelijke en robuuste bestuurlijke visie op gewenste demografische groei en sturing op migratie als geheel, “vanuit een integrale afweging van regionale economie, regionale arbeidsmarkt, woningopgave en maatschappelijke impact”.[1]
