Geacht college,
Zie onderstaande tweet:
Dit leidt tot de volgende vragen:
1 Vindt het college het een gedeputeerde waardig om een dergelijke uitspraak te doen over een democratisch gekozen politieke partij?
2. Spreekt gedeputeerde Van den Hout in zijn tweet namens het gehele college?
3. De uitspraak van gedeputeerde Van den Hout impliceert dat hij ook de PVV Noord-Brabant racistisch vindt. Deelt het college deze mening?
Namens de PVV Noord-Brabant,
Ronald Dol
Mariëtte Frijters-Klijnen
Alexander van Hattem
Patricia van der Kammen
Harry van den Berg
Jan Kerkhoff
Joyce Kardol
Beantwoording: Tweet_vd_Hout_over_PVV_beantwoording_dd_13-01-2015.pdf
Geacht college,
Op Telegraaf.nl [1] is te lezen dat kredietbeoordelaar Fitch afgelopen week de kredietstatus van Frankrijk neerwaarts heeft bijgesteld. Eerder werd dat al gedaan door Standard & Poor's in januari 2012 en Moody's in november 2012.
In november 2011 en juni 2012 riep de PVV Noord-Brabant het college op om het Brabantse belastinggeld dat in het buitenland is geparkeerd terug te halen naar Nederland.
De berichtgeving leidt tot de volgende vragen:
's-Hertogenbosch, 19 april 2013
Waar de PVV bij het vaststellen van het nieuwe Reglement van Orde in januari van dit jaar al voor waarschuwde, is nu gebleken: de coalitiepartijen blokkeren het bespreken van moties als initiatief vanuit de oppositie. Een motie over overleg met gemeenten over stijgende toeristenbelasting werd vandaag door de coalitie in het Presidium geblokkeerd omdat deze niet "urgent" genoeg zou zijn. Het begrip 'urgent' vulde het Presidium naar eigen goeddunken in.
De PVV is principieel van mening dat het niet aan het Presidium is om te beslissen over initiatieven van Statenleden, maar dit in beginsel het democratisch recht van de volksvertegenwoordiger zélf is. Ook bij het vaststellen van de agenda in Provinciale Staten blokkeerden de coalitiepartijen de behandeling van de motie, wat hen op kritiek van een groot deel van de oppositie kwam te staan, die zich eveneens aangetast voelen in hun democratische rechten als volksvertegenwoordiger.