Het placebo voor de klimaatziekte

Of het nu wel op niet opwarmt, als je de “koorts van de aarde” wilt
bestrijden of voorkomen, dan is het handig de strijd aan te gaan met
middelen die werken.

De Duitse Energiewende is het bekendste voorbeeld van verduurzaming
van de energievoorziening. De effectiviteit van beleid, dat
resulteerde in een door duizenden windturbines verminkt landschap -
waarbij zelfs schitterende heuvel- en bergruggen geofferd werden - en
talloze met zonnepanelen verlelijkte vakwerkhuizen, is bedroevend: in
2014 werd 2,5% van de energiebehoefte door wind en zon gedekt.

Het is dat de Duits economie ongelooflijk degelijk is dat het land
(nog) niet bezwijkt onder de Energiewende. Dr. Krause berekende dat
het tot 2050 zo’n 4.000 miljard euro gaat kosten om de hele
Energiewende met 80% beperking van de CO2-uitstoot uit te rollen, met
een temperatuurreductie van een niet-meetbare 0,006 graden tot gevolg.

Dat Nederland de Energiewende met het “Energieakkoord voor duurzame
groei” volgt en Noord-Brabant dit zelfs versterkt wil doorzetten is
een regelrechte belediging van het gezond verstand.

Op basis van de Duitse cijfers zijn voor Nederland kosten in de orde
van 600 tot 800 miljard euro tot 2050 te verwachten, waarbij alle
“CO2-winst” ook nog eens teniet gedaan wordt door de extra uitstoot
van verbrande Amerikaanse natuurbossen, die extreem vervuilend en
zwaar gesubsidieerd, voorzien van een RWE-duurzaamheidsstempel (Green
Gold Label) in RWE-kolencentrales als “biomassa” meegestookt worden.

“De effectiviteit van het klimaatbeleid is dan misschien nihil en
daarmee een krankzinnig duur placebo voor een veronderstelde
klimaatziekte, maar niets doen is ook geen optie”, hoor ik menigeen
denken….

Welbeschouwd is niets doen een betere optie dan de gigantische
kapitaalvernietiging die nu aan de gang is.

Innovatie in baanbrekende technische ontwikkelingen kunnen een
ongekende energierevolutie veroorzaken, maar ook door meer met hout en
minder met staal en beton te bouwen kan er veel vooruitgang geboekt
worden in de transitie van vervuilende fossiele naar schone energie.

Veelbelovende ontwikkelingen worden helaas nauwelijks ondersteund.
Thorium begint echter steeds meer bekendheid te krijgen.

Op de TU Delft en bij de kernreactor in Petten start dit jaar het
SAMOFAR-project, één van ongeveer een dozijn initiatieven in de wereld
die een kernreactor op basis van gesmolten zouten en met thorium als
brandstof ontwikkelen, voortbordurend op de eerder bestaande
proefcentrale van Alvin Weinberg.

In de jaren 60 van de vorige eeuw bouwde zijn team al een succesvol
draaiende gesmolten zoutreactor. Helaas kon je met thoriumcentrales
feitelijk geen munitie voor kernwapens maken en daarom is tot grote
frustratie van Weinberg de eveneens door zijn team ontwikkelde
uraniumgestookte reactor usance geworden.

Rond 2020 tot 2024 verwachten Trans Atomic Power (VS) en Terrestrial
Energy (Canada) de eerste gesmolten zoutreactoren operationeel te
hebben, maar massaproductie laat nog wat langer op zich wachten. In
deze centrales kan ook het huidige, problematische kernafval
opgestookt worden, hetgeen alleen al goed is voor decennia energie
voor de hele wereld.

Thorium is overal te winnen en goed voor duizenden jaren spotgoedkope
en zeer schone energie, zonder lastig afvalprobleem. De hoeveelheid
energie is dusdanig dat je zelfs woestijnen zou kunnen vergroenen door
oceaanwater te ontzilten. Als dit gebeurt, dan moeten we zelfs op gaan
passen voor CO2-tekorten!

Alle reden om hiermee voortvarend aan de slag te gaan en de wind-,
biomassa- en zonplacebo’s in het zotte-ideeënmuseum onder te brengen.


Harry van den Berg