Opinie PVV Noord-Brabant over besteding Essentgelden
In de publicaties in het Brabants Dagblad van de afgelopen week is nog eens duidelijk op een rijtje gezet hoe de provincie de afgelopen jaren de Essentgelden heeft ingezet. Van nieuwe informatie is echter geen sprake, de punten die worden aangestipt zijn juist de bestedingen waar de PVV-fractie (sinds haar intrede in Provinciale Staten in 2011, dit dossier loopt natuurlijk al veel langer) sterk tegen heeft geageerd. De PVV is zeer kritisch geweest over deze inzet van middelen en heeft op deze dossiers vele (technische) vragen gesteld, én vervolgvragen omdat de beantwoording vaak tekort schoot of onduidelijk was en heeft bepaalde dossiers tot op de bodem toe uitgezocht.
Met name tegen de fondsvorming voor natuur, breedband en energie, de bijdrage aan Culturele Hoofdstad en een groot aantal risicovolle erfgoedcomplexen, zoals KVL en Bergoss, en Logistiek Park Moerdijk heeft de PVV zich fel verzet en tegen gestemd. Steeds blijkt GS weer bereid om voor zulke risicovolle investeringen miljoenen aan Essentmiddelen op tafel te leggen, terwijl de businesscase met veel te veel onzekerheden omgeven is. De coalitiepartijen hebben desondanks elke keer weer hun goedkeuring gegeven. Ook heeft de PVV er herhaaldelijk voor gepleit om de immunisatieportefeuille van de Essentmiddelen niet langer in het buitenland (m.n. Frankrijk, toen dit land haar triple-A status verloor) onder te brengen, maar weer gewoon in Nederland. In plaats van risicovolle investeringen en elitaire hobbyprojecten ziet de PVV de Essentmiddelen liever direct ten goede komen aan de Brabantse burger door in te zetten op goede en veilige wegen en fietspaden, leefbaarheid, toeristische infrastructuur en een stevige basis voor laagdrempelige volkscultuur. Kortom, de eigenlijke taken van de provincie en niet de rol van bankier of projectontwikkelaar.
De PVV vindt dat de provincie de Essentmiddelen moet inzetten voor zaken waar de Brabanders écht iets aan hebben en die passen binnen de eigenlijke taken van de provincie, bijvoorbeeld infrastructuur. Zo zou het Essentgeld ingezet kunnen worden om grote knelpunten in Rijkswegen te vóórfinancieren. Pas indien hier niet voor gekozen wordt, zou de optie direct teruggeven aan de burger aan de orde kunnen komen, dit zou kunnen in de vorm van het fors verlagen van de opcenten motorrijtuigenbelasting.
Een eventueel onderzoek door de Zuidelijke Rekenkamer naar de besteding van de Essentgelden vindt de PVV een prima idee. Dit onderzoek zou zich kunnen toespitsen op de mate van financiële revolverendheid van de fondsen en het selectieproces vanuit GS voor de te financieren doelen.