PVV interpelleert SP-Gedeputeerde over uitspraken Natuurakkoord

De Brabantse PVV Statenfractie heeft voor de Statenvergadering van morgen 20 januari een interpellatiedebat aangevraagd om Gedeputeerde Van den Hout (SP) te bevragen over zijn uitlatingen omtrent het Natuurakkoord.

In de Statenvergadering van 9 december jl. werd dit akkoord over het natuurbeleid tussen het Interprovinciaal Overleg (IPO) en het Rijk door een meerderheid van de Brabantse Staten verworpen. Verantwoordelijk Gedeputeerde Van den Hout toonde in deze vergadering een halfslachtige houding ten aanzien van de uitvoering van dit beleid, maar vroeg desondanks de Staten omwille van opportunistische coalitieverhoudingen er toch mee in te stemmen. De PVV-fractie voelde zich niet geroepen deze politieke ruggesteun aan de Gedeputeerde te verlenen – daar een deel van zijn eigen SP-fractie hem liet vallen. Doorslaggevend was het voor de PVV dat de Gedeputeerde aangaf bepaalde harde afspraken uit het Natuurakkoord onuitvoerbaar te achten.

In plaats van zélf een pas op de plaats te maken – zoals vorig jaar een Rotterdamse wethouder deed die bezuinigingen op de sociale zekerheid onuitvoerbaar achtte – koos Van den Hout er de afgelopen weken voor om regelmatig de media op te zoeken over dit onderwerp. In verschillende interviews heeft de Gedeputeerde enkele tegenstrijdige verklaringen afgelegd, het meerderheidsbesluit van de Staten naast zich neergelegd en verkondigd dat hij bij een nieuwe stemming verwacht dat er wel een meerderheid zal zijn en ook de PVV zal instemmen. De Gedeputeerde sprak hier voor zijn beurt: het onderwerp is nog niet opnieuw geagendeerd en hij heeft geen enkel overleg gevoerd met de PVV-fractie hieromtrent.

De PVV Noord-Brabant heeft dan ook met verbazing kennis genomen van deze uitspraken en wil daarom de Gedeputeerde in een interpellatiedebat aan de tand voelen over deze gang van zaken. Dit staat los van eventuele vragen die de PVV fractie heeft over de inhoudelijke ontwikkelingen rond het Natuurakkoord.

Bijgaand treft u de vragen voor het interpellatiedebat aan.

 

Punten voor interpellatiedebat Gedeputeerde Van den Hout inzake het Natuurakkoord

 

Op 27 december jl. gaf Gedeputeerde Van den Hout op Omroep Brabant aan dat hij verwacht dat PS alsnog zal instemmen met het Natuurakkoord. Deze verwachting spreekt hij expliciet uit over de Statenfractie van zijn eigen partij de SP én over de fractie van de PVV.

1. Waarop baseerde de Gedeputeerde deze uitspraak en hoe kan de Gedeputeerde verantwoorden dat hij binnen het duale stelsel een voorschot neemt op het stemgedrag van andere fracties, zonder dat er een gesprek of debat heeft plaatsgevonden en dit onderwerp niet eens formeel geagendeerd is?

2 a) Waarom respecteert de Gedeputeerde een meerderheidsbesluit van PS niet door het Natuurakkoord opnieuw in stemming te willen brengen? Dit met inachtneming van het feit dat er vanuit het Rijk geen beleidswijzigingen zullen plaatsvinden (staatssecretaris Bleker gaf diezelfde 27e december immers aan niet af te zullen wijken van het Natuurakkoord en van heropening van de onderhandelingen ook geen sprake kan zijn).[1]

2 b) Hoe verhoudt deze uitspraak van de Gedeputeerde zich met zijn uitspraak van 23 december jl. op Omroep Brabant Televisie: "Het besluit van Provinciale Staten staat vast en daar ga ik ook van uit"?

3 a) Op Omroep Brabant Radio van 27 december jl. stelde de Gedeputeerde dat Provinciale Staten het akkoord hebben afgewezen vanwege de 600 miljoen euro bezuiniging op natuurbeleid. Waarop baseert de Gedeputeerde deze uitspraak en waarom gaat de Gedeputeerde hier voorbij aan het feit dat de PVV-fractie juist andere bezwaren had – namelijk de halfslachtige houding van de Gedeputeerde ten aanzien van het de uitvoering – en in PS had aangegeven het Natuurakkoord en daarmee de bezuiniging an sich juist wél te steunen?

3 b) In deze uitzending stelt de Gedeputeerde tevens dat het naar zijn zeggen voor Provinciale Staten cruciale punt van 600 miljoen bezuiniging achterhaald is, omdat de Tweede Kamer de begroting heeft goedgekeurd. In de Statenvergadering was dit voor de Gedeputeerde echter géén punt van discussie, hij stelde letterlijk "de staatssecretaris heeft dit akkoord niet nodig, de bezuiniging gaat door". Waarom draait de Gedeputeerde nu de rollen om door te suggereren dat goedkeuring van de begroting door de kamer nog een rol speelde in de Statenvergadering, terwijl dit feitelijk niet het geval was – hoe kan de Gedeputeerde deze onjuiste voorstelling van zaken verantwoorden?

4. Hoe kan de Gedeputeerde zijn uitspraken in de Volkskrant van 27 december jl. met elkaar rijmen, waarin hij enerzijds pleit om verder verzet tegen het Natuurakkoord te staken, maar tegelijkertijd stelt dat Bleker een te rooskleurige voorstelling van zaken geeft? Acht de Gedeputeerde het Natuurakkoord onverkort uitvoerbaar met deze volgens hem te rooskleurige voorstelling van zaken?

[1] Volkskrant, 27 december 2011