Statenvoorstel PS 09/12 – Vaststelling inpassingsplan Beekse Bergen
De wens van Beekse Bergen om een onderkomen te creëren voor Afrikaanse savannedieren, Simbaa, Timon en Pumbaa, dateert al van enige tijd geleden. Een waarvan de eerste plannen zelfs nog dateren van voor de geboorte van onze jongste Statenleden. Bijna drie jaar geleden heeft de Statencommissie geconstateerd dat het aanvankelijke plan noodzakelijk was vanuit bedrijfseconomische noodzaak, maar dat het de ecologische draagkracht overschreed. Derhalve is het plan bijgesteld en maar liefst de helft ingekrimpt naar 22,4 hectare. Het grondgebied is al in eigendom van initiatiefnemer, is al geen vrij toegankelijk bosgebied en initiatiefnemer voldoet ruimschoots met de 39,5 hectare en een natuurfonds van een half miljoen aan onze gestelde voorwaarden van natuurcompensatie. Dit is te lezen in, wat – de fracties aan zou moeten spreken – in de duurzaamheidstoets (Thelos driehoek, people-planet-profit). Compenseren binnen de EHS of nabij het gebied is volgens onze eigen verordening toegestaan, dus laten we hier nu ook niet langer over discussiëren en de eventuele discussies voeren tijdens de bespreking van de verordening ruimte. Laten we kwaliteit boven kwantiteit plaatsen. De economische positie van Brabant is hier van belang en als we de linkse milieuclubjes hun gang laten gaan is Brabant in de toekomst geheel EHS. Kortom, waarom zouden we de Brabantse burgers niet willen laten genieten van dit gebied en de dieren, waarin de Beekse Bergen overigens een belangrijke bijdrage levert aan de instandhouding van onder meer bedreigde diersoorten.
De PVV ondersteunt derhalve dit inpassingsplan en de uitbreiding van de een van de twee Brabantse recreatievoorziening van nationale allure, de Beekse Bergen ten behoeve van een Afrikadorp (safariresort) en een goed verzorgd verblijf voor Simba, Timon en Pumbaa. (verschillende soorten antilopen, zwarte neushoorns, de steppezebra's, lepelhonden en enkele vogelsoorten) Erbij willen we opmerken dat het verblijf geen resort wordt voor arbeidsmigranten. We zijn dan ook blij dat de gedeputeerde in de exploitatieovereenkomst alsnog heeft geborgd dat de 425 bungalows in het bos aan de zuidrand van het Safaripark Beekse Bergen alleen recreatief mogen worden gebruikt en in geen geval worden gebruikt voor huisvesting van arbeidsmigranten uit Polen en andere MOE-landers. We verzoeken de gedeputeerde echter deze maatregelen ook in de Verordening Ruimte op te nemen om deze tendens ook op andere Brabantse recreatieparken tegen te gaan. In de handhaving zien wij echter ook een provinciale taak, alsmede beleid voor de huisvesting arbeidsmigranten. Graag een reactie van de gedeputeerde.
De Staten zouden daadkrachtig moeten optreden door ondernemers de ontwikkelingsruimte te geven, zoals ook besproken is in de Maashorst, de Ujese kersenboer, en daarin is een kwaliteitsverbetering van het safariresort en een verblijfsplaats voor Simba, Timon en Pumbaa niet anders. Laten we de Brabantse Beekse Bergen een grotere kans geven voor Leukste uitje van Nederland. Voorstander zijn we dan ook om te denken in oplossingen voor de aanpassingen van de EHS in plaats van ellenlange processen in de Provinciale Staten en met de gesubsidieerde Brabantse Milieu Federatie over locaties van de compensaties en uit angst voor juridische processen met belastinggeld bij de Raad van State, gezien de realisatie en de kwaliteitsslag in wederzijds belang is. We willen de Brabantse Mileu Federatie dan ook vragen om in vervolg oplossingen aan te dragen in plaats van te dreigen met ellelange rechtszaken van belastinggeld.
De impuls kunnen we als Brabant goed gebruiken. Concrete vraag aan de Gedeputeerde: Wanneer gaat nu daadwerkelijk de shop in de grond? en kunnen we de Afrikaanse savannedieren, Simba, Timon en Pumbaa, welkom heten.
2 termijn:
Voorzitter, we spreken tijdens commissies, werkbezoek oa tijdens de Maashorst naar de Udense kersenboer over vertrouwen naar de ondernemers.
Motie 4, op initiatief van de PvdD om de vrijwillige opgezette natuurcompensatiefonds van een half miljoen na de looptijd over te hevelen naar de provincie, zien we dan ook als een motie van wantrouwen ten opzichte van Libéma.