Economisch programma

Voorzitter,

Voor ons ligt een economisch programma voor Brabant. Een plan dat erin voorziet economisch met veel ambitie in te spelen op innovatieve topsectoren en een plan waarin ook de basis op orde moet worden gebracht en gehouden.

Feitelijk kun je het hier toch alleen maar mee eens zijn?

Zeker als je je realiseert dat economisch beleid geen vrijblijvendheid meer is waarbij je naar believen leuke plannen kunt bedenken, maar een kerntaak van de provincie is geworden die verplichtingen schept en een grote verantwoordelijkheid is richting de Brabantse burgers.

Voorzitter, het programma ziet er gelikt uit, en een hoge ambitie vinden wij een prachtig uitgangspunt. Desalnietteming zijn er nog veel essentiële planonderdelen of vraagstukken niet of onvoldoende uitgewerkt, ontbreekt een aantal zaken, zijn er geen concrete doelstellingen en streefwaarden geformuleerd, en is er ten aanzien van het scala aan beleids- en investeringskeuzes geen economische onderbouwing of effectdoorrekening opgesteld. Toch worden wij dadelijk geacht beleids- en investeringskeuzes te maken namens de belastingbetaler.

Voorzitter,

Dit college heeft een jaar kunnen werken aan het economisch programma. Desalniettemin heeft het college nog niet bedacht hoe het geld het beste revolverend kan worden ingezet of welke nieuwe financieringsconstructies er zoal denkbaar zijn als alternatief voor de subsidiekraan.

Het MKB is duidelijk onderbelicht in de hele planvorming.

Ook een van de Brabantse motoren -de vrijetijdseconomie- is vreemd genoeg geen primair onderdeel van het plan. In plaats daarvan ratelt het college maar door over Brabant culturele hoofdstad.

Er is nog geen concrete uitwerking als het gaat valorisatieprogramma's, bedrijventerreinen en leegstand.

Het college kiest te eenzijdig voor de grote organisaties als gesprekpartners en ideeënleveranciers.

En tenslotte, het college heeft nog geen concrete voorstellen gedaan om te komen tot minder regels en barrières voor ondernemers en een betere bereikbaarheid in Brabant.

Wat de PVV betreft moeten de genoemde prioriteiten anders.

Ten eerste -het moet toch nog maar weer eens gezegd- is klimaatverandering geen maatschappelijke trend, zoals wel wordt gesteld in het statenvoorstel. Wij nemen met klem afstand van deze suggestie en zien de idiote klimaatwaanzin liever nog vandaag dan morgen van de agenda van PS verdwijnen. In plaats daarvan zien wij graag goede initiatieven tegemoet over zuinig energiegebruik en daadkracht op het gebied van milieuhandhaving.

Ten tweede de planambitie. Graag ziet de PVV 'de basis op orde brengen' als het belangrijkste speerpunt in plaats van het innovatieve topregiobeleid. Die basis als voorwaardenscheppend uitgangspunt is immers waar het allemaal om draait, dat is de primaire focus van een overheid die er moet zijn voor burgers en ondernemers.

Als je een innovatief topsectorenbeleid tot speerpunt verheft, moet je zelf ook een innovatieve speler in het veld zijn. Daar past geen systematiek bij van samenwerking en wet- en regelgeving waarin het soms jarenlang duurt voordat een ondernemer groen licht krijgt om te mogen starten.

Bij een ambitie om tot de top 5 innovatieve regio's van Europa te horen hoort onlosmakelijk de ambitie om de allerbeste te zijn als het gaat om 'innovatief overheids-schap'. Je kunt dan denken aan een regionale overheid die de regierol oppakt die uiteindelijk leidt tot de ontwikkeling van het allerslimste systeem voor samenwerking met andere overheden en betrokken instanties, en voor het meest efficiënte systeem van wetten, regels en normen voor vergunningen, uitbreidingsaanvragen en bestemmingsplannen. Daarin moet duidelijkheid de boventoon voeren in plaats van allerlei uitzonderingsmogelijkheden. Die zorgen immers alleen maar voor vertraging, verwarring en tegenstrijdigheid.

Het uiteindelijke doel moet zijn ervoor zorgen dat Brabant de slimste is in het op een verantwoorde manier faciliteren van ondernemers.

In dit kader komen wij met een motie waarin wij het college oproepen om die ambitie op te pakken en met een concreet actieplan te komen. We horen graag of het college zich kan vinden in een dergelijke ambitie.

Van zeer groot belang voor 'de basis op orde' is een goede aansluiting van het onderwijsaanbod op de vraag van de arbeidsmarkt. Mensen opleiden voor beroepen waar geen of nauwelijks vraag naar is past niet bij een overheid die verstandig wil investeren in burgers. Wij zien het aangekondigde Kennispact Brabant dan ook liever onderdeel zijn van het Pact Brabant, in plaats van alweer een aparte praatclub die veel teveel vanuit zijn eigen belang denkt. Het onderwijs moet het bedrijfsleven en de samenleving dienen, en niet andersom.

En als het gaat om het binnenhalen en behouden van talent in Brabant, vragen wij de gedeputeerde nadrukkelijk om zich niet op het buitenland te richten, maar aandacht te hebben voor in de regio aanwezig jeugdig toptalent. Ontwikkel potentieel ten volle door reeds op basisscholen en middelbare scholen het toptalent te herkennen en verder te ontwikkelen. Ook hierover dienen wij een motie in, waarin wij het college vragen om via het Pact Brabant het onderwijs en het bedrijfsleven aan te sporen om krachtig te investeren in ontwikkeling van Brabants jeugdig toptalent.

Voor de basis op orde tenslotte nog een wezenlijk punt, de mobiliteit. Als tweede belangrijke economische regio na de Randstad liggen er meer kansen dan ooit voor Brabant. Daar heb je echter wel een krachtige wegeninfrastructuur voor nodig. Voor de bereikbaarheid van en in Brabant maar ook de ons omringende regio's en buurlanden is in onze ogen in dit plan onvoldoende aandacht. Je economie ten volle maar vooral ook verantwoord en leefbaar ontwikkelen vereist investeren in onder meer je wegennetwerk. Brabant kent wat dat betreft een aantal knelpunten, zoals de A27, de A58 en de N65, die ook in het bestuursakkoord onderkend worden. De PVV ziet wat deze knelpunten betreft het liefst vandaag nog de schop de grond ingaan.

Dagelijkse files zijn slecht voor de economie en slecht voor het milieu. Hoewel het rijkswegen betreft wil de PVV ervoor pleiten om daadkrachtig en actief te gaan voor de mogelijkehden van Brabantse voorfinanciering en cofinanciering aangevuld met een actieve zoektocht naar Europese regiostructuurfondsen voor de snelle en gedegen aanpak van deze wegen. Wij dienen daartoe een motie in.

Voorzitter, tot zover de eerste termijn en ik kijk uit naar de reactie van het college.