Motie BZOB-bos

De Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant, in vergadering bijeen op donderdag 30 juni 2011

Constaterende

- dat de gehele Brouwhuissche Heide, inclusief het BZOB-bos, in het Streekplan van 2002 is opgenomen als onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS);
- dat de Raad van State deze status in 2006 heeft bevestigd;
- dat de Provinciale Staten van Noord-Brabant deze status bij de vaststelling van de Verordening Ruimte op 23 april 2010 nogmaals hebben bevestigd;
- dat op basis van provinciaal beleid een herbegrenzing van de EHS niet mogelijk is, tenzij er sprake is van én een groot openbaar belang én compensatie van negatieve effecten én het ontbreken van alternatieven;
- dat er wel degelijk alternatieven voorhanden zijn voor uitbreiding van bedrijventerreinen / werklocaties in het gebied Brainport Oost;
- dat in onder andere Helmond en Beek en Donk sprake is van leegstand op bestaande bedrijventerreinen;
- dat het bestuursakkoord de ambitie uitspreekt om eerst bestaande bedrijventerreinen te revitaliseren alvorens nieuwe aan te leggen;
- dat vanuit de samenleving veel verzet bestaat tegen de kap van het BZOB-bos, zowel vanuit de gemeente Helmond , de dorpsraad van Vlierden als vanuit de werkgeversorganisaties ;
- dat de Structuurvisie de intensie uitspreekt de natuur te compenseren middels een natuurcompensatieplan waarin een inschatting wordt gemaakt van de kosten van compensatie en deze middelen worden gereserveerd en gelabeld aan de uitvoering.
- dat volgens dit door Arcadis opgestelde Natuurcompensatieplan locatie BZOB-bos van 16 juni 2009 er sprake is van een bijna 90 jaar oud bos (aangeplant vanaf 1922) en gelijkwaardige natuurontwikkeling tientallen jaren de tijd nodig heeft;
- dat het volgens dit plan aangewezen compensatiegebied Brouwhuis / Vlierden momenteel bestaat uit open landbouwgebied;
- dat zodoende de compensatie voor het nieuwe bedrijventerrein daarmee gezocht wordt in de groene ruimte en er dus per saldo sprake is van een afname van groene ruimte;
- dat volgens het compensatieplan voor 75 ha BZOB-bos maar liefst 110 ha aan compensatiegrond verworven moet worden;
- dat volgens het compensatieplan 28,7 miljoen euro aan verwervings-, inrichtings- en beheerkosten is begroot, waarvan 15 miljoen euro om agrarische bedrijven uit te kopen;
- dat een kritische blik op deze kosten noodzakelijk is gelet op de kortingen op het provinciefonds en de rijksbijdrage aan de EHS;
- dat de provincie stelt dat een deel van de beplanting van het BZOB-bos intact kan blijven als basis voor landschappelijke inpassing, maar hiertoe in de voorliggende plannen geen garanties zijn opgenomen;
- dat op 9 mei 2001 bij het opstellen van het bestemmingsplan BZOB een overeenkomst is gesloten tussen de gemeente Helmond en inwoners van Brouwhuis dat de Brouwhuisse Heide in stand zal worden gelaten;
- dat het getuigt van behoorlijk bestuur en een betrouwbare overheid om deze door toenmalig burgemeester Van Elk ondertekende overeenkomst te respecteren en mee te laten wegen in het vaststellen van de Structuurvisie;
- dat deze overeenkomst mogelijk een vertragend effect oplevert in de ontwikkeling van het bedrijventerrein;
- dat de huidige prognose voor de ontwikkeling van bedrijventerreinen van 140 ha tot 2030 is gebaseerd op de ETIN-prognose uit 2006, dus opgesteld is vóór de financiële crisis ;
- dat deze raming uitgaat van een sterke economische groei, terwijl de vraag naar bedrijventerreinen thans afneemt;
- dat eind 2010 een nieuwe prognose is opgesteld van de uitbreidingsvraag naar werklocaties en deze lagere uitkomsten kent dan de ETIN-prognose uit 2006;
- dat in de voorliggende Structuurvisie desondanks toch nog wordt uitgegaan van een uitbreidingsopgave van 140 ha en pas eind 2011 een nieuwe visie Regionale visie werklocaties gereed is;
- dat de planeconomische haalbaarheid van dit bedrijventerrein pas bij het vaststellen van het bestemmingsplan in beeld zal worden gebracht;
- dat daardoor niet duidelijk is of het bedrijventerrein überhaupt realiseerbaar is;
- dat desondanks in de MER Meros al wel is uitgegaan van 80 ha netto uitgeefbare bedrijventerreinen in de categorie grootschalig zwaar (en 60 ha gemengd), maar het huidige BZOB-terrein vooral gevuld is met bedrijven in een lichtere categorie;
- dat in het BZOB-bos de levendbarende hagedis, de groene specht, de grote bonte specht, de ransuil, de sperwer, de zwarte specht hun vaste verblijfplaats hebben, evenals mogelijk de das ;
- dat de ecologische waarden van dit door faunatunnels ontsloten gebied hierdoor voor zich spreken;
- dat hierdoor een snelle ontwikkeling van het gebied niet mogelijk is, de aanwezigheid van deze beschermde diersoorten zal zeker leiden tot lange juridische procedures met een onzekere uitkomst;
- dat uit de in opdracht van de gemeente Deurne uitgevoerde review van MEROS door Natuurbalans-Limes Divergens BV blijkt dat de compensatieplicht voor de beschermde diersoorten in de MER onderbelicht is gebleven;
- dat deze review de voorkeur voor het BZOB-bos als bedrijvenlocatie vanuit het deelaspect niet deelt met de MER, zij kennen aan het deelaspect natuur voor het BZOB-bos dezelfde waarde toe als aan Diesdonk;
- dat in deze review ook niet de conclusie van de MER wordt gedeeld dat het BZOB-bos tamelijk geïsoleerd ligt en de onderbouwing van de beïnvloeding van de waterhuishouding in de MER te wensen over laat;
- dat met een gelijke toegekende waarde voor het deelaspect natuur, er wel een vele malen zwaardere compensatieopgave ligt bij het BZOB-bos dan bij Diesdonk;
- dat uit de review blijkt dat in de MER niet naar voren komt dat het BZOB-bos deel uitmaakt van grotere landschapsstructuren;
- dat met betrekking tot dit aspect landschap het BZOB-bos als onderdeel van grotere bosstructuren en natuurgebieden een eventuele rol kan spelen in de verbinding tussen deze bossen en de Strabrechtse Heide;
- dat in de tijd dat de Provincie de EHS-status aan het BZOB-bos wilde toekennen daartegen bezwaar is ingediend door een aantal landbouwers en de ZLTO en dit bezwaar is afgewezen;
- dat dit is afgewezen omdat de natuurwaarde van het totale gebied Brouwhuissche Heide niet ter discussie stond - het gebied was en is waardevol en zodoende aan het héle gebied de EHS-status is toegekend;
- dat in de periode tot 2030 mogelijk ook andere locaties beschikbaar zullen komen als mogelijk herstructureringslocaties voor bedrijventerreinen;
- dat na het vaststellen van deze Structuurvisie het aan de gemeenteraden van Helmond en Deurne is om middels een bestemmingsplan de locatie als bedrijventerrein aan te wijzen;
- dat 15 ha van het BZOB-bos aan Deurnese zijde in particuliere eigendom is en dus niet het gehele BZOB-bos in eigendom is van de gemeente Helmond;
- dat deze eigendomssituatie ook een belemmerende factor is in het snel kunnen ontwikkelen van een bedrijventerrein;
- dat de gemeenteraden van Helmond en Deurne tégen de kap van het BZOB-bos en de aanleg van een bedrijventerrein op die locatie zijn;

Overwegende

- dat het gemeentelijk draagvlak ontbreekt om een bestemmingsplan vast te stellen voor een bedrijventerrein in het BZOB-bos;
- dat gefaseerde ontwikkeling van Bemmer en Varenschut voorlopig voldoende ruimte biedt aan bedrijventerreinen in de regio Brainport Oost;
- dat het derhalve overbodig is om het BZOB-bos in deze Structuurvisie aan te wijzen als bedrijventerrein;

spreekt uit :

de intentie dat het BZOB-bos als onderdeel van de EHS behouden dient te blijven,

en besluit:

het College van Gedeputeerde Staten op te dragen het BZOB-bos als ontwikkellocatie voor bedrijventerreinen te verwijderen uit de Structuurvisie Brainport Oost;

En gaat over tot de orde van de dag.

Namens de PVV Noord-Brabant

Alexander van Hattem