Motie begripsbepaling grondgebonden veehouderij
Constaterende
Dat in de Verordening Ruimte het begrip grondgebonden veehouderij niet duidelijk gerelateerd is aan een hoeveelheid grond.
Dat een verduidelijking van het begrip gemeentes helpt om het ruimtelijke beleid te bepalen.
Overwegende
Dat een grondgebonden veehouderij een bijdrage kan leveren aan het sluiten van de kringloop van ruwvoer en mest.
Dat met het sluiten van de kringlopen een enorme milieuwinst wordt geboekt met betrekking tot efficiënter gebruik van mineralen en energieverbruik.
Dat een grondgebonden veehouderij meer mogelijkheden schept voor weidegang.
Dat met het sluiten van de kringlopen een bijdrage wordt geleverd aan de doelstelling van Alders 'van mega naar beter' en de doelstelling van Van Doorn 'Al het vlees duurzaam'.
Dat voor het leveren van die bijdrage een grondgebonden veehouderij zich daarom moet kunnen onderscheiden van een niet grondgebonden veehouderij.
Verzoeken het college van Gedeputeerde Staten
Op korte termijn een besluit voor te bereiden waarin de definitie grondgebondenheid naar zijn aard wordt geregeld, in een voor de provincie handhaafbare vorm bijvoorbeeld vertaald naar het aantal dieren per hectare en weidegang.
En gaan over tot de orde van de dag.
Partij voor de Dieren Martijn Kap Henk Krol Antoinette Tineke
Marco van der Wel OSN 50plus Knoets-Michels Klitsie
PvdA D66
Paul Smeulders Joyce Kardol
Groenlinks PVV