Spreektekst Rapportage Zuidelijke Rekenkamer Risicomanagement Stimuleringsmaatregel Woningbouwproductie provincie Noord-Brabant
Voorzitter, De zuidelijke Rekenkamer onderzoekt de doeltreffendheid, de doelmatigheid en de rechtmatigheid van het gevoerde bestuur van onder meer de provincie Noord-Brabant en rapporteert vanuit deze onafhankelijke positie aan Provinciale Staten. Derhalve wil de PVV-fractie beginnen met de Zuidelijke Rekenkamer te bedanken voor hun grondig onderzoek Risicomanagement stimuleringsmaatregel woningbouwproductie provincie Noord-Brabant.
250 miljoen belastinggeld is ingezet voor de Brabantse woningstimuleringsmaatregel die de doelstelling had om de woningmarkt te stimuleren en de woningbouwproductie op peil te houden. Er heeft echter geen evaluatie plaatsgevonden noch is het college van plan om dit te doen dus hoe ‘’succesvol’’ is deze maatregel eigenlijk die versneld is afgebouwd?
Uit het voorliggende rapport blijkt dat de Statenleden in de vorige coalitie periode zich naïef hebben laten leiden door het enthousiasme van de gedeputeerde om makelaartje te spelen. Deze onverantwoorde maatregel waaronder de Brabantse VerkoopGarantie en de garantiestelling aan de onverantwoorde woningcorporatie WSG valt, heeft de Brabantse belastingbetaler nu al ruim 30 miljoen euro gekost en de kosten lopen alleen maar op.
Met deze maatregel is wél de externe inhuur gestimuleerd. Ruim 7 miljoen euro is extra (naast raamcontract) aan duur extern personeel besteed. De PVV is dan ook erg geschrokken bij het vernemen dat de provincie voor dit project 7 miljoen euro extra aan externe inhuur heeft besteed. In het bestuurlijk rapport valt te lezen dat tot halverwege 2010 de bemensing grotendeels bestond uit externe bureaus. Derhalve heeft de rekenkamer de provincie enkele malen gevraagd naar een specificatie voor de kosten voor inhuur per externe partij, maar daarop geen expliciet antwoord ontvangen. Waarom heeft het college deze informatie niet verstrekt aan de Zuidelijke Rekenkamer? Graag reactie van de gedeputeerde hierop.
Op verzoek van de PVV fractie om inzicht te krijgen in deze forse kosten voor externe inhuur is afgelopen vrijdag pas aangegeven dat deze kosten voor externe inhuur vertrouwelijk ter inzage liggen. Waarom zijn deze stukken vertrouwelijk en door wie is deze vertrouwelijkheid bepaald? Graag een reactie van de gedeputeerde.
Aanbeveling 4 luidt dat de provincie vasthoudt aan de strikte richtlijnen van externe inhuur. De PVV zou dan ook graag zien dat, indien er sprake is van inhuur, in het vervolg GS bij grote en majeure projecten, naast een risicoparagraaf, wordt aangegeven wat de kosten voor externe inhuur bij het desbetreffende Statenvoorstel zijn, zodat Provinciale Staten een betere afweging kan maken of er zorgvuldig met Brabants belastinggeld wordt omgegaan. Graag een reactie van de gedeputeerde.
Dat het om grote kosten gaat wordt nogmaals bevestigd in beantwoording op vragen waaruit blijkt dat de beheerskosten voor dit project woningbouw stimuleringsmaatregelen 3,65% betreffen. Een verdubbelding in vergelijking met de business case BIF waar wordt uitgegaan van beheerskosten van 1 tot 2% (van de fondsomvang).
Voorzitter, Het meest risicovolle instrument van de woningbouw stimuleringsmaatregel is de Brabantse VerkoopGarantie (BVG). Dit houdt in dat de provincie de bestaande woning koopt tegen een vooraf bepaalde garantiewaarde - 90% van de taxatiewaarde, wanneer de koper er niet in slaagt de woning zelf te verkopen gedurende een periode van 2 jaar.
Een gunstige regeling voor deze selectieve doelgroep als je leest dat de huizenprijzen in de periode begin 2010- eind 2011 20% zijn gedaald. De provincie verkoopt deze woningen vervolgens tot 10% onder de garantiewaarde. Hoe sympathiek het ook lijkt voor de burger, de provincie is geen makelaarskantoor. Een willekeurige huidige situatie laat zien dat de provincie ruim 12% onder de gemiddelde vraagprijs van soortgelijke woningen zit, waardoor de huidige hardwerkende Brabantse huiseigenaren worden benadeeld op de huizenmarkt door oneerlijke concurrentie van de provincie. De Brabantse burger heeft meebetaald voor deze taak die niet des provincies is en wordt vervolgens benadeeld door oneerlijke concurrentie op de woningmarkt. Graag een reactie van de gedeputeerde hierop.
De Zuidelijke Rekenkamer - geeft in het rapport aan – dat ze zich ervan bewust is dat de maatregel Stimulering Woningbouwproductie een eenmalige maatregel betrof. De PVV is content om te vernemen dat, daar waar de gedeputeerde bij de afgelopen voorjaarsnota nog heeft aangegeven dat herhaling niet is uitgesloten, er nu in de startnotitie staat dat de provincie in de toekomst geen soortgelijke (woningbouw)maatregel meer wil nemen. De vraag is dus wanneer stopt het college haar makelaarspraktijken? Nog steeds lopen diverse Woningstimuleringsmaatregelen, waarbij de provincie wederom met het Brabantse belastinggeld participeert in projecten waarbij de provincie en/of gemeente woningeigenaar kan worden. Derhalve dient de PVV een motie in om zeker te stellen dat deze zogenoemde ‘’eenmalige maatregel’’ niet wordt herhaald.
Voorzitter, afsluitend heeft onze fractie geconstateerd dat de reactie van GS in het persbericht op brabant.nl in strijd lijkt te zijn met het persbericht ''Risicomanagement provincie Noord-Brabant bij stimuleringsmaatregel woningbouwproductie onvoldoende'' van de Zuidelijke Rekenkamer. Navraag bij de ZRK leidt tot de volgende reactie: ''Het persbericht van GS staat inderdaad haaks op het rapport en het persbericht van de rekenkamer. De rekenkamer heeft zich in die zin verbaasd over de geciteerde opmerking van GS''.Door de reactie van GS hierop: ‘’De ZRK constateert niet dat die risico’s hebben geresulteerd in daadwerkelijke onvoorziene problemen in de financiële en maatschappelijke resultaten. Dit ziet GS als een bevestiging dat er niets mis gegaan is in het project’’,heeft de PVV twijfels of het college het rapport wel serieus neemt en vraagt zich af wat de leermomenten voor GS zijn.
Joyce Kardol