Spreektekst geborgde zetels Waterschappen

Vz,
Het voorliggende initiatiefvoorstel van de PvdA is er op gericht om in de waterschapsreglementen het aantal geborgde zetels te verminderen. De historische grondslag van deze geborgde zetels ligt in de trits "belang – betalen – bepalen" en stamt uit de tijd van de kleinschalige waterschappen en heemraden, waar de eigenaren – de zogenaamde ingelanden - van grond en opstallen in een bepaald gebied, bijvoorbeeld een polder, directe zeggenschap hadden op het waterbeheer in dit gebied. Daarvoor werden de kosten evenredig verdeeld. Een systeem van kleinschaligheid en betrokkenheid wat eeuwenlang uitstekend werkte. Door de enorme schaalvergroting en de fusies van de waterschappen in de afgelopen decennia zijn de eigenaren steeds verder van het waterbeheer af komen te staan. Voor directe betrokkenheid kwam relatief anonieme vertegenwoordiging en afvaardiging door belangenorganisaties in de plaats. Er werden voor tientallen miljoenen euro's nieuwe kantoren gebouwd en een dijkgraaf was niet langer een man die met de poten in de modder staat en bij nacht en ontij de dijken bewaakt, maar een dikbetaalde bestuursbobo. Met deze schaalvergroting werd ook het takenpakket van de waterschappen verder uitgebreid: natuurontwikkeling, EU-projecten en ontwikkelingshulp werden onderdeel van het beleid van de waterschappen, terwijl dit geen vanzelfsprekende kerntaken zijn. Ondertussen bleef in het waterschapsbestuur het aantal zetels is afhankelijk van het relatieve belang en van de financiële bijdrage die een categorie levert. De PvdA stelt in haar initiatiefvoorstel dat deze verhoudingen aan het veranderen zijn. Maar niet alleen de verhoudingen zijn veranderd, maar dus ook de directe betrokkenheid.


Met de nieuwe Waterschapswet zijn er directe Waterschapsverkiezingen ingevoerd, waar ook politieke partijen aan kunnen deelnemen. Wat de PVV betreft slaan verkiezingen voor de waterschappen nergens op. Het gegeven dat de regering, de Unie van Waterschappen en allerlei belangenorganisaties grote waarde hechten aan de geborgde zetels, geeft aan dat deze partijen allemaal de kiezer niet vertrouwen. Zoals zojuist geschetst is de directe betrokkenheid waar de geborgde zetels op gebaseerd zijn bij de huidige grootschalige waterschappen niet meer vanzelfsprekend. De PVV heeft er daarnaast landelijk al vaker voor gepleit dat sowieso een keus gemaakt moet worden: Of je schrijft gewoon verkiezingen uit, of je benoemt, de vreemde tussenweg die nu gekozen is slaat eigenlijk nergens op.
De PVV wil de waterschappen als uitvoeringsorganisatie onderbrengen bij de provincie, hiertoe heeft de PVV landelijk al verschillende initiatieven ondernomen. In 2011 was er al met een kamermeerderheid van PVV, D66, PvdA en SP een motie aangenomen om de waterschappen onder te brengen bij de provincies. Hiermee kunnen honderden miljoenen euro's per jaar bespaard worden. Het toenmalige kabinet heeft hieraan echter geen uitvoering gegeven. Afgelopen oktober heeft de PVV in de Tweede Kamer opnieuw een motie ingediend om deze overbodige bestuurslaag af te schaffen.
Als provincie kunnen we de geborgde zetels helaas niet afschaffen, maar wel tot het wettelijk minimum beperken zodat de invloed van de kiezer relatief groter wordt - ook al blijven dit weinig zinvolle verkiezingen. Op dat punt kunnen wij ons in beginsel vinden in het huidige voorstel van de PvdA.
Met de wijze van herverdeling van de geborgde zetels is de PVV het echter niet eens, in het bijzonder bij Waterschap De Dommel: de PvdA wil bij Waterschap De Dommel de bedrijven één geborgde zetel ontnemen, maar laat het geborgde zetelaantal bij de natuurorganisaties ongewijzigd. De onderbouwing van deze aanpassing is zeer mager. De natuurorganisaties zijn organisaties die bestaan bij de gratie van overheidssubsidie en verdienen geen bevoorrechte positie. De PVV wil daarom - per amendement - voorstellen om die zetel niet bij de categorie bedrijven maar bij de natuurorganisaties in mindering te brengen.