Spreektekst Jaarrekening 2013
Voorzitter,
We bespreken vandaag de jaarrekening 2013. Dat hier veel werk inzit staat buiten kijf, dank daarvoor aan de ambtelijke organisatie. Dat staat verder los van de inhoud.
Want inhoudelijk heeft de PVV nogal wat punten waar we vraagtekens bij plaatsen, en waarvan we hopen dat het college met een serieuze reactie zal komen.
Voorzitter, waarom er eigenlijk een jaarrekening wordt gepresenteerd met de kosten en de geleverde prestaties naast elkaar in dezelfde paragraaf is de PVV een compleet raadsel.
Door de stelselwijziging die vorig jaar is ingezet is het verband weg tussen de gepresenteerde kosten en de gepresenteerde beleidsprestaties. En dat verband is juist belangrijk bij de vraag of de burger waar krijgt voor zijn geld. Het college doet het in de jaarrekening echter nog steeds voorkomen alsof die samenhang er wél is.
Letterlijk is de jaarrekening per productgroep opgebouwd rondom de vragen:
-hebben we bereikt wat we wilden bereiken?
-hebben we daarvoor gedaan wat we wilden doen?
-heeft het gekost wat het mocht kosten?
En dat suggereert een samenhang tussen kosten en prestaties, en die is er volstrekt niet.
Hoewel we dit vorig jaar al hebben aangekaart, is er kennelijk niets gedaan om ervoor te zorgen dat de jaarrekening voor de belastingbetaler wél inzicht biedt in het verband tussen beleidsprestaties en kosten. Graag hoort de PVV van het college waarom niet?
Voorzitter, het is bespottelijk dat accountantsopmerkingen over onrechtmatigheden als het gaat om aanbestedingen inmiddels een grijsgedraaide langspeelplaat zijn.
Hoe lang gaat het college nog door de regels aan de laars te lappen? Of komen de aanbestedingsregels gewoon niet zo handig uit? Waarom zegt het college dan niet gewoon hardop dat de europese aanbestedingregels snel van tafel moeten? De PVV zou dat van harte willen aanmoedigen. Graag een reactie van het college.
Voorzitter, de externe inhuur. Ooit heeft PS hier kennelijk geroepen dat de externe inhuur niet hoger mag zijn dan 16,5 miljoen euro. Een hard bedrag, zonder verdere voorwaarden en zonder een relatieve context: dat is bizar. Bij een krimpende omzet, een dalend activiteitenniveau en een kleiner wordende organisatie is het logisch om te veronderstellen dat ook het volume aan externe inhuur daalt. Dat is echter geenszins het geval, en ik nodig het college uit om dat vandaag nog eens aan de belastingbetalers uit te leggen.
Als klap op de vuurpijl moeten we in technische vragen lezen dat de begroting 2015 een nieuwe opzet krijgt voor de sturing op inzet van personele capaciteit. Letterlijk: 'hiermee wordt een transitie gerealiseerd van sturing op fte's én externe inhuur naar sturing op één personeelskostenbudget, ongeacht of dit eigen provinciale medewerkers of ingehuurde externe capaciteit betreft.' (einde citaat)
Voorzitter, dit meent het college hopelijk toch niet echt? Zo gaat de rem dus helemaal af van de externe inhuur, en dat is een zeer slechte zaak. Bovendien daalt het bewustzijn als het gaat om de inzet van het eigen personeel. Ik wil het college dan ook de suggestie doen om andersom te denken: daar waar handjes nodig zijn, ga je ze binnen de organisatie zoeken in plaats van een blik externen opentrekken.
Voorzitter, ook uit deze jaarrekening kunnen we weer afleiden dat de inkomsten aan opcenten motorrijtuigenbelasting de uitgaven aan provinciale wegen en fietspaden met meer dan een factor twee overtreffen. En dan is er nog sprake van een flinke onderbesteding ook. Krijgt de belastingbetalende automobilist die sowieso aan alle kanten al de hoofdprijs mag betalen nu zijn geld terug? Ik hoor graag het antwoord van de gedeputeerde, al denk ik dat wel te kennen. Hoe kan deze provincie anders haar dure hobbies betalen? De Brabantse automobilist betaalt via de opcenten mee aan allerlei kunst- en cultuursubsidies waar de provincie zo graag mee strooit.
Nou we het toch over cultuurcenten en strooien hebben: voorzitter, waar is nu de beloofde verantwoording van de meer dan tien miljoen euro uitgaven aan culturele hoofdstad? Met een hoop poeha kondigde het collega aan dat de financiële verantwoording zou volgen bij de jaarrekening, en nu moet de belastingbetaler genoegen nemen met twee luttele nietzeggende totaalbedragen van alleen maar 2013. Het college zou zich kapot moeten schamen. Waarom probeert het college nog steeds onder het tapijt te schuiven dat er miljoenen belastinggeld door het putje is gespoeld, dat het is verbrast aan allerlei elitaire projecten waar vooral projectleiders en communicatiemanagers rijker van zijn geworden, maar waar de Brabanders niets aan hebben? En tot overmaat van ramp staat de volgende pot met maar liefst 25 miljoen euro cultuursubsidies al klaar om verdeeld te worden. Zonder dat duidelijk is hoe het met de verantwoording van BCH staat. Kan het college eens uitleggen waarom de Brabantse burgers geen fatsoenlijke tekst en uitleg over de Culturele hoofdstad uitgaven krijgen?
Voorzitter, de PVV is niet overtuigd over deze verantwoording van het belastinggeld en wacht graag de beantwoording af van het college.