Spreektekst: Brabant C Fonds

Voorzitter, vandaag staat het college voor de cruciale vraag– na het niet behalen van de titel Culturele Hoofdstad 2018 –'Wat te doen met 40 miljoen?’ Die 40 miljoen is wat nog over is van de voor Culturele Hoofdstad gereserveerde 50 miljoen euro, en waar dus inmiddels al minstens 10 miljoen van verdampt is.

Het publieke geld brandt kennelijk in de zakken van dit college! De vraag moet echter niet zijn hóe het overgebleven publieke geld van Brabantstad Culturele Hoofdstad 2018 zo snel mogelijk te besteden. De vraag moet zijn wat een goede culturele basisinfrastructuur is en hoe die kan worden gerealiseerd.

Het college heeft een heel vreemde voorstelling van zaken met haar stelling dat "we op cultureel terrein nauwelijks meespelen in de nationale en internationale top" en dus daar miljoenen in moeten steken om bedrijven en toeristen te trekken.

Voorzitter, het college slaat de plank mis: onze economie ontwikkelt zich niet dankzij hoogdravend kunst en cultuurbeleid. Het is juist andersom, cultuur kan en zal zich ontwikkelen in een goed economisch klimaat. Kwestie van oorzaak en effect in de juiste volgorde dus.

Die toeristen, in het bijzonder cultuurtoeristen, stellen erfgoed centraal bij bezoeken. Als we ze dan ook nog kunnen verleiden tot overnachtingen d.m.v. bijvoorbeeld arrangementen, gekoppeld aan alles wat Brabant al te bieden heeft, dan vaart het toerisme er wel bij.

Wat te doen dus met die 40 miljoen euro die de coalitiepartijen in Brabant zo graag willen opmaken aan elitaire kunstprojecten waar geen mens op zit te wachten en waarvoor onvoldoende markt en draagvlak is?

Draagvlak, voorzitter, draagvlak is cruciaal. We herinneren ons allemaal waarop Culturele Hoofdstad is geflopt. Op draagvlak onder de bevolking!

De PVV fractie heeft daar constant op gehamerd. Na het mislopen van de titel heeft de PVV een representatieve enquête laten uitvoeren. Op de vraag of het een goed idee is de gereserveerde middelen voor het CH2018 project alsnog aan dezelfde of nagenoeg dezelfde projecten en doelen te besteden, antwoordt slechts 19% van de totale respondentengroep dat een goed idee te vinden. Opvallend is dat het de VVD kiezers zijn die daar het meest uitgesproken over zijn.

Slechts 16% van de respondenten vindt cultuur een kerntaak van de provincie, en nog eens 29% vindt dat dit weliswaar een provinciale taak is maar enkel historisch erfgoed of monumentenzorg zou moeten betreffen.

Voorzitter, dit zijn cijfers die tot nadenken zouden moeten stemmen.

De Brabantse miljoenen waren in de investeringsagenda gereserveerd voor Culturele Hoofdstad. In het voorstel voor het Brabant C Fonds wordt nu krampachtig geprobeerd dezelfde bestemming aan de middelen te geven, namelijk dezelfde soort projecten als waar de agenda van het elitaire Culturele Hoofdstad project al mee gevuld was: hoogdravende onbegrijpelijke kunstprojecten waar geen Brabander het nut van inziet. Er wordt wederom een kapitale blunder gemaakt, en ondanks dat er minstens al tien miljoen euro door het putje is gespoeld voor Brabant culturele hoofdstad heeft het college er niets, maar dan ook niets van geleerd. Sterker: tegen beter weten in wordt hier 40 miljoen ingezet om dezelfde stomme fouten te maken. Op kosten van de belastingbetaler. En nu culturele hoofdstad niet is doorgegaan hadden de resterende middelen onverwijld terug moeten vloeien naar de Essentmiddelen.

Een vraag aan de gedeputeerde: is er nagedacht over de definitie van van onze culturele (infra)structuur? Een van de kerntaken van de provincie is behoud van cultureel erfgoed en identiteit, zoals monumenten, kerken, molens, kloosters, bibliotheken, heemkundekringen, gildes, tradities en dergelijke. En hier ligt nu de kans voor de provincie! Dat is dus niet 'investeren' volgens het fantasieontwerp van cultuurbobo's, maar naar analogie van onze mooie Brabantse samenleving en overeenkomstig de kerntaak van de provincie. Cultuur is voor en door de Brabander, niet opgelegd van boven. Mensen maken de stad en de cultuur en dat is wezenlijk anders dan de cultuur náár de mensen brengen.

Op veel onderdelen van onze culturele infrastructuur zoals bibliotheken, musea, talloze verenigingen en restauratie en onderhoud van monumenten is de afgelopen jaren bezuinigd, terwijl hoogdravende kunstprojecten en koepelorganisaties die zich vooral bezighouden met kunst waar nauwelijks vraag naar is, driftig gesubsidieerd worden. Dat is de omgekeerde wereld. Wie cultuur een warm hart toedraagt, zorgt dat dorpen en steden hun culturele infrastructuur kunnen behouden en daardoor leefbaar blijven.

Voorzitter, ik ga afronden.

Er is geen draagvlak. Er is geen overzicht waar de behoefte ligt en hoe dit zich verhoudt tot de regionale spreiding en Brabantse identiteit. Ook de meerwaarde van deze investering wordt niet duidelijk. Daarbij is de discussie rond de steunfuncties nog niet afgerond. Verder is er een wildgroei aan cultuurfondsen, waar men terecht kan. Ook het cultureel ondernemerschap zal niet worden gestimuleerd met nog een fonds. Dit voorstel was en is volgens onze fractie niet rijp voor behandeling. In de commissievergadering vond de fractie van de VVD dit ook.