Spreektekst Financiële Verordening
Voorzitter,
De PVV wil een tweetal punten naar voren brengen over deze nieuwe financiële verordening.
Een eerste punt betreft de niet-inwerkingtreding van artikel 10 uit deze verordening. Dat gaat over de verplichting om een beheersstatuut in het leven te roepen voor het ontwikkelbedrijf en het grondbeleid, en dat te laten autoriseren door Provinciale staten. Omwille van verwijzing in het beheersstatuut naar het FBBV gaat het artikel gaat pas in werking als het college van GS dat wil.
De PVV wil in dat kader twee vragen stellen:
1. Zijn er naast het beheersstatuut van het ontwikkelbedrijf en het grondbeleid nog meer reglementen, verordeningen, richtlijnen of iets dergelijks die verwijzen naar het 'oude' FBBV?
2. Ambtelijk is aan de PVV gemeld dat het gaat om een puur juridische reden. Kan het college volledig uitsluiten dat er redenen van politieke, strategische of bestuurlijke aard zijn die ook aan de niet-inwerkingtreding ten grondslag liggen of daar een rol in spelen?
Voorzitter het tweede punt, dat gaat over de inhoud van de verordening.
Artikel 4 van de verordening stelt dat GS zorgdragen voor het verzamelen en vastleggen van beleidsprestaties en maatschappelijke effecten zodat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld door Provinciale Staten kunnen worden getoetst.
De vergelijkbaarheid tussen middeleninzet en prestaties is afgenomen met ingang van 2012. Namelijk met een stelselwijziging die maakt dat kosten al zijn geboekt voordat de bijbehorende prestaties worden geleverd, met soms jaren verschil. Doelmatigheid van beleid gaat nu juist over het verband tussen prestaties en de kosten van die prestaties. De doelmatigheid van het beleid vaststellen, zoals de verordening stelt, is met de stelselwijziging voor een deel van de begroting niet meer mogelijk, omdat er geen verband is tussen in de jaarrekening vermelde beleidsprestaties en de vermelde kosten.
Onze opmerking daarover in de commissie wordt door het college bagatelliserend afgedaan door te stellen dat het probleem maar een beetje aanwezig is.
Voorzitter, 'een beetje' of niet, maar met deze verordening commiteert het college zich aan een verplichting richting de belastingbetaler, namelijk doelmatigheid aantonen. De belastingbetaler die gewoon wil weten of hij wel voldoende waar voor zijn geld krijgt, en of de provincie niet veel teveel betaalt voor bepaalde beleidsprestaties. Als je naar de winkel gaat en de kassabon klopt niet omdat de prijs van een produkt een nul teveel vertoont, laat je je vervolgens ook niet vertellen dat het merendeel van je kassabonnetje wel klopt.
Voorzitter, de PVV wil dus van het college weten hoe zij exact aan de burger gaan verantwoorden hoe doelmatig zij het belastinggeld besteden, met andere woorden hoeveel geld er voor welke prestaties is besteed.