Spreektekst Jaarrekening 2015
Voorzitter, een jaar met dit college, dat was geen goed jaar voor Brabant, en al helemaal niet voor de Brabantse burgers.
Dit college kokketteert op misplaatste wijze met allerlei behaalde resultaten. Kijk ze toch eens glimmen van trots. Van design-thinking tot cross-overs, inspiratieboeken en subsidie schuiven, ze hebben het allemaal gedaan. Van living labs en long reads tot sluitende kringlopen en voucherregelingen, ze draaiden er hun hand niet voor om. Van study visits tot internationale missies, allemaal, voorzitter ik verzin het niet "Uiteraard triple helix georganiseerd"
Er is in 2015 een grote hoeveelheid dromerige vergezichten, stippen op de horizon, fraaie fantasieën en hipsterverhalen bij elkaar geschreven. Dát is immers de wereld van dit college: Zweverige verhalen vol dure woorden.
Dan nu naar de échte wereld voorzitter, het échte 2015, een jaar dat voor dit college niet in het teken stond van de Brabantse burgers en bedrijven, maar vooral ter meerdere eer en glorie van deze bestuurlijke elite diende.
Want het was:
-Niet het jaar van degelijke en concrete statenvoorstellen, maar het jaar van de statenmededelingen, waarmee elke discussie in de kiem werd gesmoord;
-Niet het jaar van doorrijden over nieuw asfalt, maar het jaar van door zweverige ambtenaren bedachte appjes die zoals we dagelijks kunnen zien de files niet oplossen;
-Niet het jaar van dalende energierekeningen, maar van het door deze provincie meewerken aan de misdadige en peperdure klimaat- en energiezwendel. Zoals de energiefondsinvestering in neodymiumhoudende windturbines, rechtstreeks uit de chemische hel van het Chinese Baotou. Zodat de eveneens neodymium houdende elektrische auto's gesubsidieerd rond kunnen rijden met hun kobalthoudende batterijen: kobalt uit de gruwelmijnen van Oost-Kongo;
-Niet het jaar van het oplossen van mestproblematiek, maar van de hipster beleidsoplossingen van designers, communicatie-experts en vooral veel dialoogsessies en andere kletspraat.
-Niet het jaar van het stoppen van de asieleisersinstroom, maar het jaar van kom maar binnen met nog meer, want 'wir schaffen das';
-Niet het jaar van staan voor de Brabanders die de asielinstroom zat zijn, maar van geïnstitutionaliseerde sociale druk op onze eigen Brabantse burgers die een schuldgevoel aan wordt gepraat; verpakt in de term sociale veerkracht, gewoon een dure term ter legitimatie om mensen als inflexibel te bestempelen en ze bij voorbaat te criminaliseren enkel en alleen omdat ze aan hun eigen mening hechten, en niet achter die van de politiek correcte elite aanhollen.
-Niet het jaar van gezond financieel verstand, maar het bewust meewerken aan een toekomstige financiële ramp voor de belastingbetalers door het massale en grootschalige ontwijken van schatkistbankieren.
-Niet het jaar van inzetten op continuering van de succesvolle idop-programma's, maar het jaar van de miljoenenverspilling aan een Groenfonds waar nauwelijks bijdragen uit het bedrijfsleven voor komen.
-Niet het jaar van het inzetten op ons échte Brabants erfgoed, maar het schuiven van vele miljoenen euro's belastinggeld naar snobistische kunstkoepels en het doneren van tonnen aan een verliesgevend festival dat lijdt aan zelfoverschatting maar waar nauwelijks bezoekers op afkomen.
-En voorzitter, 2015 was al helemaal niet het jaar van het gebruik van feiten en kennis bij het college, het was vooral het jaar van de niets toevoegende kleuterplaatjes die door het college heel interessant 'infographics' werden genoemd.
Voorzitter over naar de accountantsverklaring. Het is zorgwekkend om te moeten constateren dat de accountant in herhaling moet vallen over diverse aspecten in en rond de controle.
Zo is jaar in jaar uit de inkoop en aanbesteding niet in orde. Wat de PVV betreft mag die europese aanbestedingswetgeving vandaag nog in de prullenbak, maar hij is er, en het college zal er dus gewoon aan moeten voldoen. De PVV wil graag van het college weten waarom deze constatering telkens terugkeert zonder dat er kennelijk ook maar iets verandert.
Voorzitter, de accountant valt ook in herhaling als het gaat om het niet tijdig indienen van de stukken door de deelnemingen. Het college komt daarbij niet verder dan 'we gaan het in de gaten houden' en 'we gaan de deelnemingen in de toekomst vragen het proces van oplevering met ons te delen'. Nou-nou, daar zullen ze nog eens van onder de infdruk zijn. De vraag aan het college hierbij dus: wat gaat het college nu werkelijk doen waardoor de accountant volgend jaar niet weer hoeft te constateren dat de informatie van de deelnemingen er nog niet is?
Voorzitter, ook over de subsidieverantwoording weer herhalingen. Subsidies zijn als inkoop geboekt. Ook dit valt onder onrechtmatigheid. Het is heel bijzonder om te moeten constateren dat het hier in de meeste gevallen ook nog eens gaat om organisaties die al jarenlang aan het subsidieinfuus hangen, en waarvan dus gewoon bekend zou moeten zijn dat inkoop wellicht niet de meest voor de hand liggende constructie is. En het is meer dan schandalig dat zelfs letterlijk dezelfde bevindingentekst in de accountantsrapportage staat als vorig jaar. Graag een nadere verklaring van het college.
Voorzitter, ik schakel over naar een inhoudelijk zeer belangrijk onderwerp, de provinciale wegen. Vol trots spreekt dit college altijd over hoe het Brabantse opcententarief tot de laagste in Nederland behoort. Maar zijn die opcenten in Brabant nou eigenlijk wel zo laag? En hoeveel waar krijgt de Brabantse automobilist nou eigenlijk voor zijn geld?
Om deze vragen te beantwoorden, moet je de totale opbrengst delen door de provinciale wegkilometers en dat vergelijken met andere provincies.
We vroegen het college om de opcentenopbrengst voor alle Nederlandse provincies weer te geven per kilometer provinciale weg.
Een gemakkelijke technische vraag zou je zeggen, we vragen tenslotte informatie over een provinciale kerntaak.
Voorzitter, we hebben hier in de provinciale organisatie:
- een zwaar opgetuigde afdeling Kennis & Onderzoek,
- we hebben een Brabantadvies dat jaarlijks miljoenen euro's subsidie opslurpt,
- we hadden hier ultimo 2015 maar liefst 1.119 fte aan ambtenaren in de toren zitten (die kostten ruim 90 miljoen euro dat jaar),
- en daarnaast huurden we in 2015 ook nog eens voor 12,3 miljoen euro externe arbeidscapaciteit in,
- én besteedden we voor ruim 77 miljoen euro aan onderzoeksopdrachten, adviesrapporten, informatierapporten en inhuur van diensten.
Maar het antwoord op de vraag om ons de opcenten-opbrengst per kilometer provinciale weg te geven luidde "Wij beschikken niet over de gegevens kilometer provinciale weg per provincie."
Voorzitter, we zijn dus zelf maar gaan zoeken naar de informatie. En ach, het is het woord 'zoeken' bij nader inzien niet waard, want met één zoekterm in google hadden we bij het CBS al exact de tabel te pakken die we zochten. Maar voor de 1.119 fte en 90 miljoen externe inhuur, advies en onderzoekskosten was dát kennelijk veel te ingewikkeld.
Voorzitter, ik kom zo terug op die provinciale organisatie maar nu eerst naar die Brabantse opcenten, zo lekker laag volgens het college. We hebben de CBS-cijfers van de kilometers provinciale weg en de opcenten-opbrengsten per provincie netjes naast elkaar gezet. Wat resulteert is een glasharde maar voor het college uiterst ongemakkelijke waarheid. Want dán blijkt dat de Brabanders per kilometer de op één na duurste van Nederland zijn. De Brabantse kas wordt per kilometer provinciale weg gespekt met het duizelingwekkende bedrag van 438 duizend euro. Daarmee heeft Brabant zesmaal zoveel opbrengsten per kilometer provinciale weg als Zeeland.
Wordt dat geld dan vervolgens ook allemaal besteed aan de aanleg en het onderhoud van wegen, bruggen en fietspaden? Nee, allerminst. De opbrengsten verdwijnen voor het grootste deel naar allerlei andere doelen dan automobiliteit, en daarmee is de automobilist in Brabant de op één na grootste melkkoe van Nederland. En dat moet stoppen, daarvoor dienen wij een motie in.
Voorzitter, ik roerde het onderwerp zojuist in feite al aan, de organisatieomvang van de provincie. In de vorige bestuursperiode lag er een keiharde doelstelling om toe te gaan naar een organisatie van maximaal 1000 fte in 2015, mét een cultuuromslag en een jaarlijkse besparing van 15 miljoen op de personeelskosten. En stoere taal van gedeputeerde Pauli die de organisatie liefst nog verder wilde laten krimpen.
Voor het duizelingwekkende bedrag van 33 miljoen euro werd het provinciehuis vertimmerd, daarmee zou die grote cultuuromslag én die personeelskostenreductie gerealiseerd worden.
Voorzitter, wat is daar nu van terecht gekomen? Eind 2015 ligt het aantal fte niet op 1.000 maar op 1.119, en is zelfs hoger dan dat van 2014.
En in plaats van een personeelskostenreductie van 15 miljoen euro, zien we dat de loonkosten in 2015 ten opzichte van 2012 slechts zijn gedaald met 4,4 miljoen euro, nog niet een derde van de doelstelling. Daar bovenop is ook nog eens de inkoop van rapporten, beleidsadviezen, communicatie-adviezen, onderzoeken etc in 2015 ten opzichte van 2012 explosief toegenomen met ruim 39 miljoen euro. Die kosten zijn echter niet opgenomen in het organisatiekostenbudget.
En als klap op de vuurpijl, verbouwing van 33 miljoen ten spijt, moet nu, anno 2016 kennelijk nog steeds -of alweer- ingezet gaan worden op een cultuuromslag en organisatieontwikkeling. Vraag aan het college daarom wat heeft die peperdure verbouwing nu eigenlijk opgeleverd als we er kennelijk nog lang niet zijn, waarom is de reductie van de fte-en en personeelskosten nog steeds niet gerealiseerd, en waarom lopen de kosten voor onderzoeken, adviesrapporten, communicatie-adviezen, etc zo dramatisch op?
Voorzitter, de PVV wil naast antwoorden op deze vragen ook graag volledige transparantie van alle facetten rondom de organisatiekosten, en daarover dienen wij een motie in.
Voorzitter, de PVV wacht met belangstelling de beantwoording van het college af.