Spreektekst Verstrekken tweede tranche hybride leningen aan NWB bank en BNG
Voorzitter, volgens dit statenvoorstel worden "dé verzoeken om een tweede tranche hybride leningen" van de Provincie aan de Bank Nederlandse Gemeenten en de Nederlandse Waterschapsbank behandeld. De woordkeuze is interessant: "dé verzoeken om een tweede tranche". Deze woordkeuze veronderstelt het kennelijke voor de hand liggen van een vervolg op een eerdere lening. Het suggereert dat GS kennelijk op de hoogte was dan wel op zijn minst niet verbaasd over een additioneel verzoek om geld, nadat we in 2015 reeds 150 miljoen euro publiek geld bij deze banken hebben beleend.
We zijn eens wat verder gaan zoeken en troffen in een persbericht van de NWB over de halfjaarcijfers 2015 de melding "In september zal de storting van de eerste tranche hybride kapitaal van m€200 plaatsvinden". En in een presentatie van de NWB aan de provincie eerder dit jaar wordt ook duidelijk melding gemaakt van 1e en 2e tranche.
Voorzitter, de PVV wil van het college weten of zij reeds bij het uitgeven van de leningen in 2015 wist of kon vermoeden dat er sprake zou zijn van additionele verzoeken vanuit BNG en/of NWB?
En zo ja, waarom heeft GS dat niet gecommuniceerd in het statenvoorstel?
Voorzitter, zijn er momenteel dan nog meer tranches voorzien in dit dossier?
Het college vraagt van PS om geen wensen en bedenkingen te hebben. De PVV heeft die wel.
Ten eerste, het verstrekken van dit soort leningen was, is en blijft evident het ontwijken van schatkistbankieren. De PVV vindt dat overtollig publiek geld dat niet direct nodig is voor het uitvoeren van de kerntaken gewoon naar de schatkist moet.
De doelstelling van dit college is om koste wat kost meerjarig in de begroting ingeboekte rente-inkomsten op peil te houden.
Dan, voorzitter, het college stelt dat kapitaalverstrekkingen door de provincie aan de sectorbanken kunnen worden beschouwd als invulling van de publieke taak. Een opmerkelijke stelling, aangezien het agentschap voor de treasury van het ministerie van Financiën daar een heel andere mening over heeft, want die zegt "(alhoewel het niet verboden is), het onderling uitlenen van overtollige middelen is geen publieke taak".
Kan het college uitleggen waarom zij hier een stelling hanteert die in strijd is met de regels van het ministerie?
Voorzitter, ten derde, het college stelt dat sectorbanken weinig of geen risico hebben en creëert met die stelling een schijnveiligheid. Technisch en theoretisch kan er dan wel een lager risico zijn met sectorbanken, maar het product waar het hier om gaat kent wel degelijk risico-aspecten die niet onderschat moeten worden.
Zo is het een feit dat als BNG of de NWB ooit in moeilijkheden komen, dat de hybride leningen van de provincie Noord-Brabant, net als die van alle andere provincies en gemeentes in deze constructie, achtergesteld kapitaal zijn. Ze vormen eeuwigdurend kernkapitaal van de bank, waarop moet worden afgeschreven als er problemen zijn. De provincie kan er helemaal niets tegen doen indien dat gebeurt.
Daarnaast kan de provincie er ook helemaal niets tegen doen als deze banken besluiten om geen rente uit te keren.
De lening is eeuwigdurend, maar volgens het college is dat helemaal geen probleem, want BNG en NWB zullen staan te trappelen om de relatief dure leningen zo snel mogelijk weer af te lossen. Pardon? Waarom willen ze dan om te beginnen al zo'n kennelijk niet-lucratieve deal sluiten?
Kan het college dat eens toelichten voor de PVV?
Die wens tot snelle aflossing is gewoon wensdenken van dit college. Want wat als ze helemaal niet wíllen of kúnnen of mógen terugbetalen? Wat als de ECB als toezichthouder het niet goed vindt dat er vervroegd wordt afgelost? Als dat soort dingen gebeurt, voorzitter, dan kan de provincie daar helemaal niets tegen doen.
Voorzitter, argumenten genoeg dus. Constructies als deze dragen daarnaast ook nog eens op zijn minst de schijn van moreel risico met zich mee. Niemand van degenen die dit soort constructies bedenken of uitvoeren, is ooit aansprakelijk als er zaken misgaan.
Zo moeten systeembanken -waaronder de BNG- koste wat kost overeind gehouden worden, en dat zal uiteindelijk ten koste van publiek geld gaan.
Voorzitter, als het misgaat, is de ellende voor de belastingbetaler, en niet voor de alweer naar hun volgende lucratieve baantje gehopte veroorzakers.
Kan het college eens aangeven op welke wijze het aspect van moreel risico in de overwegingen is meegenomen?
Het in moeilijkheden komen van grote sectorinstellingen, volgens het college zowat onmogelijk, is gezien het feit dat pensioenkapitaal op slinkse wijze een pensioenunie ingerommeld wordt helemaal geen utopie. Tel daar de meest recente berichtgeving over de problemen van de Italiaanse banken nog eens bij op. En dan de welhaast niet te stuiten ambitie van de BNG naar meer en meer en meer uitleningen.
Voorzitter, de provincie Noord-Holland -wellicht door schade en schande- wijs geworden, bankiert enkel bij de schatkist. In reactie op een statenvraag waarom de provincie Noord-Holland afziet van het hogere rendement bij de BNG en NWB is zij zeer duidelijk: teveel risico.
Voorzitter, dat waren enkele van onze bedenkingen, en eigenlijk hebben we maar één wens: Volg het voorbeeld van Noord-Holland en stop met deze ongelooflijk onverantwoorde constructies.