Spreektekst Jaarstukken 2018
Voorzitter, we behandelen hier de jaarrekening 2018, de laatste van de afgelopen bestuursperiode van een coalitie die zich profileerde met krankzinnig links drambeleid. Een goed moment om eens te kijken waar we aan het begin van die periode stonden en waar we nu staan als het gaat om beleid, financiën en vooral ook de verantwoording van die zaken. Want dat is waar het in een jaarrekening om gaat.
Voorzitter, aan het begin van de afgelopen bestuursperiode bespraken we de jaarrekening 2014. Die jaarrekening, betoogde ik destijds, leek een voorbode van vreselijk beleid van een linkse coalitie die de PVV de komende jaren vurig zou gaan bestrijden. Omdat de PVV vond, en overigens nog steeds vindt, dat Brabant beter verdient.
De PVV constateerde destijds dat in de jaarrekening 2014 de provincie overwegend sprak over het realiseren van doelen in procestermen, zoals gedane aanbevelingen, gehouden dialogen en conferenties, opgestelde plannen van aanpak, uitgevoerde analyses, voortgangsrapportages, het verlenen van subsidies, beschikkingen sturen enzovoort. Stelselmatig ging het dus niet over het realiseren van effecten voor burgers en bedrijven voor wie het Brabantse beleid en de bestedingen meerwaarde zouden moeten hebben, maar om procesactiviteiten van de ambtenarij.
De vraag was: wilde het college gewoonweg niet weten wat er nou écht gepresteerd en gerealiseerd was voor die honderden miljoenen besteed geld, of was het een stuk gemakkelijker om simpelweg de bezigheden van de vele zeker goedbedoelende en hardwerkende ambtenaren te turven, zonder zich druk te maken of het ook tot een nuttig resultaat voor de burger leidde?
De logische vervolgvraag daarvan is of het college er de afgelopen jaren in is geslaagd om aan de volksvertegenwoordiging en de belastingbetaler nu wél duidelijk te maken wat het resultaat is van het beleid en vele uitgaven. Met andere woorden wat er gerealiseerd en gepresteerd is voor burgers en bedrijven, in plaats van hoeveel rapporten en praatsessies er waren.
Het antwoord is helaas 'Nee', voorzitter.
Wie de jaarrekening 2018 heeft gelezen moest zich nog steeds heenworstelen door het gepronk met ambtelijk jargon over longreads, kenniscafé's, ontwikkeldagen, in uitvoering zijnde uitvoeringsagenda's, opgeleverde beleidsevaluaties, opgestelde subsidieregelingen en aantal afgesloten bestuursovereenkomsten. De verbetering van de biodiversiteit drukt GS bijvoorbeeld uit in het aantal genomen maatregelen. Veel maatregelen, hoera, een goed jaar voor de biodiversiteit! Hoe zot wil je het hebben?
Voorzitter de PVV wil niet zonder reden aandacht besteden aan deze thematiek. Er kleven namelijk nog meer aspecten aan de verantwoording van beleid, prestaties en uitgaven. GS heeft in 2012 een stelselwijziging in de jaarrekening doorgevoerd. Voortaan werd niet meer de jaarlijkse toekenning aan een subsidieontvanger als kosten opgenomen, maar werd een subsidie ineens voor meerdere jaren toegekend en daarbij ook ineens als kosten in de boeken opgenomen. In de jaarrekening betekende dat, dat er in één keer een flink deel van de reserves (bijna 600 miljoen €) boekhoudkundig werden weggegoocheld.
De reden dat het college dat deed is om een boete voor overschrijding van de EMU saldonorm te ontlopen. Daar speelde de omvang van de reserves namelijk een rol bij.
Het gevolg was echter dat er een serieuze breuk ontstond in de samenhang tussen de geleverde prestaties en de bestede middelen in een jaar. De voor de controlerende volksvertegenwoordiging essentiële vragen 'wat hebben we bereikt, wat hebben we daarvoor gedaan en wat heeft het gekost' konden dus niet meer in relatie tot elkaar worden beschouwd. De PVV heeft destijds dan ook bezwaar gemaakt tegen deze stelselwijziging.
Voorzitter, de Commissie BBV (BBV staat voor Besluit Begroting en Verantwoording, de landelijke spelregels over de boekhouding en financiën van de overheid) heeft recent klip en klaar duidelijk gemaakt dat lasten moeten worden verantwoord in het jaar waar ze betrekking op hebben, en dus dat de handelwijze van de provincie van de stelselwijziging in 2012 in strijd is met het BBV.
GS mokt en mort vervolgens dat het allemaal veel te moeilijk en ingewikkeld en teveel werk kost om aan de regels te voldoen, en zelfs het IPO is voor het karretje gespannen om zich ermee te bemoeien. GS komt met de uitleg over dat er van alles moeten worden aangepast zoals de subsidiebeschikkingen, en stelt dat het vreselijk moeilijk is om aan het einde van het jaar de prestaties te verzamelen over het verslagjaar. Voorzitter, dat zijn wel heel boeiende stellingnames van GS, waarover de PVV graag nadere opheldering wil.
Zo stelden we de technische vraag waarom wijzigingen doorvoeren nu als heel moeilijk wordt geduid, maar destijds in 2012 toen de stelselwijziging werd ingevoerd (die nu moet worden teruggedraaid), kennelijk níet problematisch of ingewikkeld waren. We hebben er géén antwoord op gekregen, voorzitter. Wil het college vandaag alsnog antwoorden, voorzitter?
En voorzitter, GS doet net alsof ze voor álle subsidies precies hetzelfde moeten gaan doen als het gaat om de prestatie vaststellen, wat zou leiden tot een onacceptabele administratieve last. De commissie BBV wijst GS echter heel terecht nog eens op de spelregels van het Rijkssubsidiekader, die ruimte bieden om voor kleine subsidies een directe toekenning te doen zonder verklaring of ingewikkelde administratie. De PVV heeft voor GS overigens een nog betere suggestie: zet het mes eens in de vele subsidies, dat is nog de allerbeste oplossing voor de belastingbetalers.
Kortom voorzitter, GS heeft vanaf 2012 de regels van het BBV genegeerd en gaat nu zeuren dat ze zich eraan moeten gaan houden.
We zijn nog niet klaar met dit onderwerp voorzitter. Er zijn nog een paar fundamenteel inhoudelijke zaken noemenswaardig.
Over de brief die het IPO namens de provincie, dus namens GS aan de commissie BBV heeft gestuurd. Waar het BBV stelt dat subsidielasten in het lopende jaar moeten worden genomen op basis van voortgangsrapportages van de ontvanger merkt IPO op: "Wij merken hierbij op dat de rapportages niet objectief toetsbaar zijn, hetgeen onzekerheid met zich meebrengt.".
Voorzitter, nou breekt toch echt mijn klomp. Rapportages over de prestaties van het afgelopen jaar zouden niet objectief toetsbaar zijn en dus geen goede grondslag vormen voor lastneming in de jaarrekening? Mag ik van GS vernemen hoe de begroting van een subsidiënt dan kennelijk wél objectief toetsbaar en hard genoeg is om de basis te vormen voor een meerjarig te vergeven subsidie en die maar alvast als lasten in de jaarrekening te zetten? Graag een heldere reactie.
De provincie en IPO mekkeren voorts over groei van de administratieve lasten en dat het allemaal veel te moeilijk is om de prestaties van de verstrekte subsidies jaarlijks te meten. Voorzitter, mag ik van het college eens vernemen op welke basis dan nú de prestaties en verrichtingen worden gemeten?
Of komen we nu bij het moment aan dat we kunnen duiden waarom de provinciale jaarrekening is doorspekt met nietszeggende kletskoek over verzonden beschikkingen en het aantal ronde-tafelgesprekken?
Moeten we met andere woorden dan concluderen dat er dus níet wordt bijgehouden of voor de verleende subsidies de afgesproken prestaties worden geleverd?
Moeten we concluderen dat je in Brabant moet wezen voor makkelijke subsidie: Want je krijgt hem vooraf toegekend voor een aantal jaren, jaarlijks verantwoorden doen ze niet aan, en er is nog nooit een subsidie achteraf ingetrokken.
Een ander belangrijk punt, gerelateerd aan de obsessie in dit provinciehuis met de eerder genoemde procesprietpraat. De externe inhuur en inkoop van advies- en onderzoeksdiensten. In 2014 was er voor een kleine driekwart miljoen euro besteed aan adviezen en onderzoeken van externen. Voorzitter, de lijst van de vele miljoenen euro's die in 2018 aan adviesbureau's en onderzoeksinstituutjes zijn betaald is werkelijk schokkend. Het is een ware explosie van dergelijke kosten ten opzichte van 2014. D66 en vriendjes overtreffen als de koningen van de adviesindustrie de reputatie van PvdA als de beschermengel van de subsidiewereld.
Voorzitter, de accountant constateert al jaren achter elkaar dat er voor vele miljoenen onrechtmatig wordt ingekocht. Nu blijkt ook dat er geen accountantscontrole wordt uitgevoerd op het naleven van de aanbestedingswet waar het aanbestedingsverplichtingen van beneden de Europese drempel betreft. Dat dupeert mogelijk vele Brabantse ondernemers voorzitter, want wie kan ons garanderen dat er niet lekker makkelijk zonder offerteprocedures en nationale aanbesteding wordt ingekocht?
Dan inhoudelijk ook nog naar de prestaties van het afgelopen jaar voorzitter, of eigenlijk het ontbreken daarvan. Waar zijn de prestaties en resultaten waar de burgers en bedrijven iets aan hebben, zoals minder en kortere files, een beter gevulde portemonnee, een betaalbare energierekening, verkorting van wachttijden voor vergunningen, minder regels, schone bossen en heiden zonder drugsafval, leefbare kernen zonder asielproblematiek, woningen voor Brabanders in plaats van voor statushouders en voldoende banen op alle niveaus? Dát voorzitter, zou taal zijn die de belastingbetaler begrijpt en dát zouden resultaten zijn die de belastingbetaler mag verwachten van een overheid. Dit college was er in 2018 net als de jaren daarvoor vooral voor zichzelf en niet voor de burgers en bedrijven aan wie zij dienstbaar behoren te zijn.
Wat we in plaats daarvan wel terugzagen in de praktijk is slecht nieuws voor de burgers. De in 2018 vastgestelde omgevingsvisie is geen integrale visie voor een betere samenhang in ruimtelijk beleid, maar vooral een politiek dwangbevel voor het doordrukken van de klimaatutopie.
Voor Natura2000/PAS blijft GS slaafs achter Brussel aanlopen. De praktijk? De in 2018 vastgestelde PAS Leegveld Deurne met verwoesting van bestaande bossen, water- en muggenoverlast voor omwonenden en onteigening bij agrariërs.
Over agrariërs gesproken voorzitter. De tranen schieten je in de ogen als je hoort hoe gezonde bedrijven in Brabant en vooral alléén in Brabant kapot worden gemaakt. Brabant haalt als een onbetrouwbare overheid de data voor de verplichte maatregelen in de sector naar voren en Limburg schuift ze juist twee jaar naar achter. Dit college voert een schandalig dwangbeleid uit, obsessief geleid door een blinde haat voor boeren die criminaliseren in plaats van koesteren.
"Wat hebben we bereikt?" Subsidieslurpende zonnepanelen, levensgevaarlijke windturbines langs snelwegen: Brabant wordt een landschap vol megalomane windturbines en akkers vol zonnepanelen, en de miljardensubsidies vliegen richting een kleine elite. De ongemakkelijke waarheid van de vervuiling en de uitbuiting die daar in andere werelddelen bijhoort, daar hoor je de deuggedeputeerden niet over.
Op het gebied van mobiliteit: volledig falende app's en spitsmijdingen met cijfers om van te janken zo slecht: hier zat duidelijk een als VVD-er verklede GroenLinkser aan het stuur. Het enige asfalt dat met dit college ongelimiteerd aangelegd werd is het asfalt naar de bouwlocaties van de verschrikkelijke windturbines.
Voorzitter, tot zover enkele bespiegelingen over de wijze waarop dit college omging met Brabant.