Spreektekst extra vergadering over politieke crisis door opstappen CDA-gedeputeerden

Voorzitter,

Twee weken geleden bespraken we hier de eerste begroting van dit college, waarin de nadruk lag op zogenaamde trendbreuken. Terwijl dit in de begroting en bestuursopdrachten slechts een vaag begrip was, manifesteerde zich in het holst van een lange Brabantse nacht een daadwerkelijke trendbreuk: voor het eerst sinds mensenheugenis stapten er om politieke redenen twee gedeputeerden op. Dit was in onze provincie nog niet eerder voorgevallen. En het mag gezegd worden: een te respecteren en moedige stap van Marjan van der Sloot en Renze Bergsma, nog maar zo kort na hun aantreden.

Behalve het bijzondere tijdstip, kwam deze situatie niet onverwacht. Het CDA heeft het afgelopen half jaar zo vaak gedraaid en zich in zulke rare bochten moeten wringen dat niemand nog kon geloven in hun geloofwaardigheid. En dat voor een partij die het geloof als basis heeft en waardigheid als norm. En waar staan ze nu, is de CDA-fractie nog steeds onderdeel van de coalitie? Kan de CDA-fractie daar duidelijkheid over geven? En hoe kijkt het college daar tegen aan, beschouwen zij het CDA nog als een coalitiepartij? Zo ja, is het CDA dan voornemens nieuwe gedeputeerden voor te dragen en op welke termijn? En als dat niet zo is, wat moeten we van de andere coalitiepartijen verwachten? Blijft bijvoorbeeld de principeloze VVD nu alles voor zich uit schuiven? Of voelen ze zich inmiddels als bakfietsregenten geheel comfortabel tussen alle andere linkse partijen? Wat de PVV betreft kan in deze situatie het hele bestuursakkoord nu van tafel en wij dienen daartoe een motie in, waarbij we dus tevens inzetten op onderhandelingen over een nieuw bestuursakkoord.

Voorzitter, in de vorige bestuursperiode trok het CDA nog vol overtuiging samen met de PVV op tegen de absurde en voor onze boeren zo oneerlijke maatregelen van 7 juli 2017. Ook tijdens de verkiezingscampagne voor de Statenverkiezingen afgelopen maart was het CDA net als de PVV nog fervent voorstander van het terugdraaien van deze maatregelen, het was de verkiezingsbelofte om deze anti-boerenrevolutie ongedaan te maken. Maar bij de coalitieonderhandelingen verdween deze antirevolutionaire geest bij het CDA als sneeuw voor de zon: in hun hebzucht naar bestuursmacht werden onze boeren door het CDA onder de duurzaamheidstrein van de linkse partijen geduwd. Liever samen met de milieuradicalen van Groenlinks op het pluche, liever klimaatdrammen met de neppe maakbaarheidsfantasten van D66, dan voor onze hardwerkende boerengezinnen met de klompen in de modder te staan. En over dat coalitieakkoord nu de vraag of, in de nu ontstane situatie, dit nog volledig door alle coalitiepartijen wordt onderschreven, inclusief het CDA? En staan al deze partijen ook nog achter de maatregelen van 7 juli 2017? Graag een reactie van deze partijen.

Het enige wat over bleef voor de veehouderij bij het coalitieakkoord was een schamel inlegvelletje met wat nader ingekleurde afspraken. Daar waren onze boeren niet mee gered, want nog steeds bleven de funeste afspraken van 2017 overeind. Maar nu de coalitie op de tocht staat, is het de vraag in hoeverre dit inlegvel van 7 juni 2019 nog steeds leidend is. Wordt het inlegvel over veehouderij bij het coalitieakkoord nog onverkort onderschreven door alle coalitiepartijen, inclusief het CDA? Zo nee, wat betekent dit voor het politieke draagvlak van veehouderijmaatregelen en voor de stikstofonderhandelingen? De PVV dient een motie in om over dit wezenlijke onderdeel van de coalitieafspraken duidelijkheid te krijgen. Daarbij merk ik op dat dit niet de afspraken zijn die de PVV als meest wenselijk zou zien, maar het is wel essentieel om inzicht te krijgen of dit in ieder geval nog als minimaal uitgangspunt wordt gezien.

Voorzitter, zoals zojuist ook al door andere fracties genoemd is het de vraag wat de betekenis is van deze situatie voor de posities over het stikstofbeleid in de onderhandelingen met het IPO en de Rijksoverheid? Worden deze posities door alle coalitiepartijen volledig gedragen, inclusief het CDA? Kan het college ook nog nader verduidelijken wat haar huidige insteek is in die onderhandelingen en met welk mandaat zij mede namens PS daar spreekt? Wat is voor dit college concreet het beoogde eindresultaat van deze onderhandelingen en wordt dit nog gedragen door de coalitiepartijen? Zo werd gisteren bekend dat gedeputeerde Staghouwer van Groningen bij het IPO pleit voor het behoud van vergunde rechten voor boeren bij het stikstofbeleid. Ook zet hij in op het loslaten van de koppeling stikstofrechten met dierrechten en fosfaatrechten (Nieuwe Oogst, 20/11). Kunnen we van dit college ook een dergelijke inzet verwachten? Graag reacties van het college op deze punten.

Voorzitter, de nu ontstane situatie is onlosmakelijk verbonden aan de stikstofmaatregelen voor de veehouderij. Er is een politieke werkelijkheid vóór en ná het opstappen van de gedeputeerden, die voor partijen in deze Staten wellicht aanleiding kan geven om standpunten over deze maatregelen te herzien. Wat gaat er bijvoorbeeld gebeuren met die veelbesproken deadline van 1 april 2020? Om daar duidelijkheid over te krijgen dient de PVV enkele moties in, over het afblijven van de latente ruimte, eerlijke deadlines voor de boeren en voor een kritisch onderzoek naar de Brabantse Natura2000.

De portefeuilles van de afgetreden CDA-gedeputeerden zijn verdeeld onder de overige vijf gedeputeerden: wat betekent dit voor de uitvoering van de bestuursopdrachten en de op deze portefeuilles betrekking hebbende onderdelen van het coalitieakkoord? Is er nog voldoende mandaat voor de uitwerking van deze bestuursopdrachten en zo ja, wanneer kan PS nu nadere beleidsvoorstellen verwachten voor bijvoorbeeld veiligheid? En kunnen de taken niet redelijkerwijs gewoon door 5 gedeputeerden worden uitgevoerd, in plaats van door 7? Graag een reactie van het college.

Voorzitter, tot slot. De fundamentele vraag: heeft dit college überhaupt nog de steun van een meerderheid in PS? Als dit niet meer het geval is, zien we dit college liever plaatsmaken voor een college wat wel op steun kan rekenen in PS. Wij dienen dan ook een ‘motie van wantrouwen’ in om vanwege ontbrekende politieke steun in PS voor dit college het vertrouwen op te zeggen.

Voorzitter, tot zover in eerste termijn.