Spreektekst Bestuursopdracht Terugdringen woningtekort en leegstand

Voorzitter,

Op de valreep voor het aantreden van een nieuw college met een nieuw bestuursakkoord wordt dit Statenvoorstel nog snel door PS gejaagd. Een voorstel waarbij langjarig middelen worden vastgezet en op afstand worden geplaatst van Provinciale Staten. Dit roept de prangende vraag op of de nieuwe coalitiepartijen en het nieuwe college wat zij voordragen dit voorstel één op één overnemen, past dit naadloos in hun bestuursakkoord? Graag een reactie van VVD, FvD, CDA en LB hierop.

Vz. Het Statenvoorstel draagt de titel Terugdringen woningtekort en leegstand & participeren in transformaties. De vraag is waar de balans ligt tussen beide delen van de titel. Want het voorstel zelf gaat vooral nadrukkelijk in op het participeren in transformaties en verwijst ook naar het overzicht binnenstedelijke transformatielocaties. Bij die locaties gaat het niet alléén om woningbouw, maar om binnenstedelijke gebieden met allerlei functies zoals winkels, kantoren of cultuurcomplexen. Met name de genoemde spoorzones grossieren in gebouwen voor culturele instellingen, zoals de Tramkade in Den Bosch. Kan het college duidelijk maken of het nu de bedoeling is om met de reserves van het Ontwikkelbedrijf óók te investeren in cultuurcomplexen? En hoe ligt dan de verhouding met woningbouw, hoeveel woningen gaan er daadwerkelijk gerealiseerd worden? En is zulke cultuurclusters ontwikkelen ook de wens en bedoeling van de nieuwe coalitie? Graag reacties. Over de cultuurcomplexen dienen we een motie in.

Vz, daarnaast is bij de verkende binnenstedelijke transformatieprojecten vaak sprake van doelstellingen op het gebied van verduurzaming, energietransitie en CO2-reductie. Klimaat en energie worden in het statenvoorstel ook als provinciale beleidsterreinen genoemd die hier aan gekoppeld worden. Dit betekent dus jarenlang miljoenen verspillen aan het gasloos maken van woningen en kantoren en strooien met zonnepanelen en warmtepompen. De PVV wil deze duurzame geldverbrassing niet steunen en roept dan ook op om hier niet op in te zetten. We dienen daarom ook een motie in om de gasloze ambities los te laten.

Marktpartijen zijn blijkbaar ook niet geïnteresseerd in deze prestigeprojecten, want zo zegt het voorstel dat bij complexe binnenstedelijke transformatie-opgaven “een in marktperspectief onevenredig risico ten laste van de Reserve ontwikkelbedrijf wordt gebracht”. De risico’s van de marktpartijen worden via de provincie dus afgeschoven op de belastingbetaler. Zeer onwenselijk wat de PVV-fractie betreft.

Vz, het voorstel spreekt ook over “het grote belang van de ruimtelijke kwaliteit van onze steden en dorpen als een van de centrale pijlers van een aantrekkelijk woon-, leef- en vestigingsklimaat”. Dat belang onderschrijft de PVV-fractie volmondig, maar dan moet die kwaliteit en aantrekkelijkheid door de provincie ook daadwerkelijk geborgd worden. In plaats daarvan worden door onze provincie voortdurend maatregelen genomen en toegelaten die de kwaliteit van de leefomgeving ernstig aantasten. Zoals de bouw van windturbines: funest voor het woonklimaat, volgens onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen kunnen woningwaardes rond windparken met 15 procent dalen. Ook steeds meer en steeds grotere grootschalige distributiecentra tasten die kwaliteit ernstig aan. En de vestiging van complexen voor arbeidsmigranten en asielzoekerscentra verpesten het leefklimaat en de woningwaarde. Bij transformaties moeten leegstaande gebouwen dan ook niet worden omgebouwd tot huisvesting voor statushouders of AZC’s. Neem het genoemde belang dan ook serieus en verziek de leefomgeving van omwonenden niet met zulke ontwikkelingen. Over windparken en migranten dienen we dan ook moties in.

Vz, dan geeft het voorstel aan: “Om de komende jaren te kunnen voorzien in de nog altijd flinke en – gevoed door actuele demografische ontwikkelingen – naar verwachting voorlopig ook groot blijvende behoefte aan nieuwe woonruimte”. Bij die demografische ontwikkelingen wordt de bevolkingsgroei vooral veroorzaakt door buitenlandse migratie. Met name asielzoekers en arbeidsmigranten dragen hier aan bij. Landelijk is het aantal nieuw gebouwde sociale huurwoningen praktisch gelijk aan het aantal statushouders. De bouwinspanningen in dit voorstel moeten niet bedoeld zijn om de massa-immigratie te huisvesten, maar het bouwen van betaalbare woningen voor onze eigen bevolking. Geen volkerenhuisvesting, maar volkshuisvesting. En daarbij moeten statushouders al helemaal géén voorrang meer krijgen, terwijl de wachtlijsten voor onze inwoners vele jaren lang zijn. We dienen hierover een motie in.

Voorzitter, tot slot. In de themavergadering gaf de gedeputeerde aan te sturen op ‘realisatie, kwaliteit en betaalbaarheid’. Om die betaalbaarheid te borgen dienen we een motie in tegen prijsopdrijvende duurzaamheidsambities.

Tot zover in eerste termijn.

De PVV fractie stemt tegen dit voorstel.