Spreektekst Extra PS-vergadering inzake actuele situatie coalitiepartijen
De coalitiepartijen kiezen er blijkbaar vol overtuiging voor om onverminderd door te gaan en in te blijven zetten op het huidige bestuursakkoord. De nieuwe situatie qua fractie- en personele samenstelling heeft daaraan gelet op de verklaring van de VVD-fractie niets veranderd en dat maakt dit debat op zichzelf niet staatsrechtelijk urgent. Tegelijkertijd roept het continueren van dit beleid de vraag op aan de coalitiefracties waarom ze dit bestuursakkoord persé met hangen en wurgen overeind willen houden, want wat levert het nu eigenlijk op?
Het huidige bestuursakkoord is een vrijwel één op één voortzetting van de bestuursakkoorden van de vorige colleges, op een paar beperkte accentverschillen na. Wat levert deze onveranderde voortzetting nu op voor onze boeren, die ook door deze coalitie keihard in de kou blijven staan en nog steeds met alle stikstof en Natura2000 ellende worden opgezadeld? Wat levert het op voor onze automobilisten, die van deze coalitie wél een verhoging van de opcenten motorrijtuigenbelasting door de strot geduwd krijgen, maar waar de extra kilometers noodzakelijk asfalt structureel achterwege blijven? En de omwonenden van windparken hebben te maken met een coalitie die zich een 'betrouwbare partner in de uitvoering van het klimaatakkoord' heeft verklaard en dus onverkort door blijft gaan met het verbouwen van Brabant tot één groot megawindpark. Is het dat allemaal waard? Waarin maakt dit college nu écht het verschil?
En die vraag geldt ook voor de aanvragers van dit debat: waarom toch al die linkse verontwaardiging als dít college juist al het linkse beleid van de vorige colleges vrijwel onveranderd voortzet, zelfs complete beleidsvoorstellen letterlijk heeft overgenomen? Allemaal beleid waar deze partijen blindelings en met groot genoegen steeds mee instemmen. Wat valt er dan nog te klagen, behalve dan het opteren voor een eigen plekje op het pluche? Is dat de échte inzet van deze extra vergadering?
Wat zorgwekkend is, is dat nu waarschijnlijk één zetel van Provinciale Staten onbezet zal blijven. Voor een volwaardig en stevig dualistisch provinciebestuur, maar vooral om recht te doen aan onze Brabantse kiezers, is een volledig Provinciale Staten van 55 zetels zéér wenselijk. Gelet op de mogelijke opvolging op de lijst van de FvD is momenteel alleen een eventuele terugkeer van gedeputeerde De Bie in Provinciale Staten een mogelijke oplossing. Uiteraard is dit volledig een eigen afweging van de heer De Bie, maar de vraag willen wij hem wel voorleggen of hij de afweging maakt om terug te keren in PS en dus zijn GS-zetel op te geven. Het hoogste orgaan in het provinciebestuur is immers Provinciale Staten.
Als dat tot gevolg heeft dat er een zetel minder is in Gedeputeerde Staten dan is dat geen enkel probleem: de taken kunnen makkelijk herverdeeld worden binnen GS. Het huidige college van GS bestaat immers toch al uit teveel leden, zoals wij bij de start van dit college ook al betoogd hebben. We horen graag in hoeverre dit in overweging wordt genomen.
Graag een reactie.