Spreektekst BOF2 Vervolg Brabant Outcomes Fund

Voorzitter, na de eerste zin van dit Statenvoorstel gelezen te hebben, was voor mij al heel veel duidelijk:

“Huidige taaie maatschappelijke vraagstukken, zoals de energietransitie, het creëren van een inclusieve arbeidsmarkt en een circulaire economie, kunnen niet opgelost worden met sectorale, ééndimensionale oplossingen.”

Duidelijk een voorstel vol vaag en wollig deughipstergeneuzel, één op één voortgezet uit het beleid van de vorige linkse colleges.

Het Brabant Outcomes Fund komt voort uit het programma Sociale Veerkracht om daarmee het thema samenleving vorm te geven. Onder die vorige colleges was dat Sociale Veerkrachtbeleid al erg vaag en meer gericht om met socialistische kracht de veer van de Brabantse samenleving in te drukken. Volle kracht voorwaarts met duurzaamheidskolder en klimaatmaatregelen en deugpronken met multikulprojecten.

Zo verwijst het Statenvoorstel naar de eerdere BOF-pilot waaruit vier investeringen zijn gedaan. Dit betreft onder andere een project met restaurants om baantjes te creëren speciaal voor statushouders. En een ‘refugee team’ om vluchtelingen in te zetten bij sportevenementen. Dat zijn geen projecten voor onze Brabanders, maar voor het faciliteren van de asielindustrie. De PVV heeft hier vaker bezwaar tegen gemaakt. En in plaats van eens en voor altijd te stoppen met deze sociale voorkeursbehandeling onder het mom van sociale veerkracht, kiest dit zogenaamd rechtse college voor een verder vervolg van het BOF.

Bij de kanttekeningen wordt tegelijkertijd gesteld: “De ontstaansgeschiedenis van het Brabant Outcomes Fund kan de indruk wekken dat BOF2 zich enkel focust op initiatieven die direct relateren aan de inhoud van Sociale Veerkracht. De scope van BOF2 is echter veel breder, het zet in op duurzaamheid & circulariteit, digitalisering, voedsel & natuur, ondernemerschap, gezonde en gelukkige burgers.”

Door dat te stellen verwatert wel het beleidskader, als het ook wordt geponeerd als een vervolg van BOF-1. Hoe is dit te rijmen met de kaderstellende rol van PS, met Sturen met Kaders? Moet er dan niet éérst een stap terug worden gezet richting PS om opnieuw die kaders mee te kunnen geven? En niet pas nu er een concreet Statenvoorstel ligt, maar in een eerdere fase van beleidsontwikkeling.

Vervolgens stelt het Statenvoorstel: “Daarmee dient BOF2 meerdere provinciale beleidsdoelstellingen als natuurinclusieve landbouw, inclusieve energietransitie, circulariteit en de versterking van een duurzame en concurrerende Brabantse economie.” Komt dit er op neer dat als je zo’n beetje alle provinciale beleidsdomeinen opsomt er altijd wel een haakje is om het aan op te hangen? En zijn bij al die beleidsterreinen er al niet genoeg haken en haakjes aanwezig om beleid en financiering aan te verbinden, als je al belastinggeld wilt stukslaan op deze deuginclusiviteit?

En dan voorzitter, cui bono? Wie profiteert er nu van deze regeling? Volgens het Statenvoorstel is het fonds gericht op ondernemingen die willen bijdragen aan “brede welvaart” en het BOF2 moet bijdragen aan het oplossen van financieringsvragen van deze ondernemers die “niet aansluiten bij het huidige aanbod van overheden en institutionele financiers”. Met een “businessmodel wat in het huidige systeem onvoldoende gewaardeerd wordt”. Oftewel de provincie gaat met belastinggeld bankier spelen voor ondernemers waar een normale kredietverstrekker geen brood in ziet en voor wie de reguliere subsidieruif nog niet voorziet. Daar gaat de provincie voor klaar staan met werkkapitaal, dan wel leningen of participaties en daar ook risico’s voor dragen. En uit de inventarisatielijst met beoogde zogenaamde ondernemers springen de energiecoöperaties er uit. Alle op subsidie en rendement beluste groene graaiers staan klaar om het volgende provinciale potje poen leeg te trekken. In plaats van de beleidsdoelstelling van “gezonde en gelukkige burgers” krijgen we hiermee juist heel veel diepongelukkige burgers die hun leefomgeving verwoest zijn worden met megawindparken en zonnevelden omwille van het profijt van zulke zogenaamd “sociale ondernemers” die de op winst beluste energiecoöperaties menen te zijn.

En de provincie denkt zelf ook rendement te kunnen maken met deze volgende fase van bankiertje spelen. “Het fonds als geheel heeft een beoogd rendement van 5%” zo doet GS haar verkooppraatje af in het Statenvoorstel. Vervolgens staat pas bij de kanttekeningen dat onder “normale” economische omstandigheden het rendement 0,1 tot 0,8% bedraagt en ook verlies is mogelijk. Waarom dit niet meteen onder één punt vermelden, probeert GS zo aan PS een soort woekerpolis te verkopen?

Ook voert GS Braventure op als organisatie die het belang van het BOF2 instrument onderschrijft. Deze club is de WC Eend van dienst nu de provincie zélf partner is in deze organisatie. Ook worden de coronaherstelmaatregelen er met de haren bijgesleept. Zeer beschamend ten aanzien van de zwaarst getroffen sectoren, zoals de horeca, winkeliers, kermisexploitanten en vele andere mkb’ers die op omvallen staan. Wel een extra provinciaal fonds voor deugprojecten, maar hardwerkende middenstanders die door overheidsmaatregelen geen droog brood meer verdienen hebben wederom het nakijken. Waarom doet GS niks voor hen, in plaats van dit fonds?

En dan is er nog het Europees Investeringsfonds (EIF) wat hier als co-investeerder aan gekoppeld wordt. Nergens staat vermeld op basis van welke criteria of voorwaarden. Waarom geeft GS daarover niet aan de voorkant duidelijkheid, we moeten niet op deze manier in een fuik van Brussels beleid en regeltjes worden meegezogen. Kan GS hier duidelijkheid over verschaffen?

Verder moeten ondernemingen ook nog verplicht een bijdrage leveren aan klimaatmitigatie. Heel dit voorstel is echt de nalatenschap van de nieuwe Tilburgse wethouder Grashoff en consorten die door dit college is overgenomen. Wat de PVV betreft is dit voorstel dan ook onacceptabel.

In plaats daarvan wil de PVV graag voorstellen om dit budget in te zetten op een manier dat het wél echt bijdraagt aan de Brabantse samenleving. Dit beleid komt voort uit het samenlevingsbeleid, waarin eerder het succesvolle Idop-beleid centraal stond, de integrale dorpsontwikkelingsplannen.

Wat de PVV betreft wordt dit beleid weer in ere hersteld. Want dit is hard nodig voor de leefbaarheid in onze Brabantse kleine kernen. En deze leefbaarheid staat helaas onder druk. Voor de toekomst en de sociale samenhang van dorpen is de aanwezigheid van een dorpsschool essentieel.

In verschillende dorpen zijn de dorpsscholen gesloten of dreigt de sluiting daarvan. Zo ging in 2017 in het dorp Helwijk bij Willemstad de basisschool al dicht, tot treurnis van de bewoners. In Oostelbeers dreigt de basisschool te sluiten en in Borkel en Schaft dreigde dit eveneens. De bewoners hebben tegen deze sluiting volop actie gevoerd. Gelukkig is gisteren besloten de school in Borkel toch open te houden, maar het gebouw moet nog wel gerenoveerd worden.

Een hersteld Idop-beleid kan hier een belangrijke rol in spelen. Als een dorpsgemeenschap in het kader van leefbaarheid het initiatief neemt om bijvoorbeeld een brede basisschool te realiseren met naast de school ook een dorpshuis en een gezondheidscentrum. Zulke dorpsinitiatieven kunnen vanuit de provincie gesteund worden met een hernieuwde Idop-regeling. Daarbij ligt bijvoorbeeld ook een kans voor de herbestemming van gesloten kerkgebouwen. Daar profiteert de Brabantse samenleving direct van en niet alleen bepaalde sociale ondernemers zoals onder de BOF2 wordt beoogd.

De provincie investeert nu volop in grootschalige binnenstedelijke ontwikkelingen, maar de klassieke taak van de provincie op het Brabantse platteland blijft hier achter. Daarom dient de PVV een motie in om de integrale dorpsontwikkelingsplannen weer mogelijk te maken in plaats van het BOF-2.

Tot zover in eerste termijn.

 

Spreektekst 2e termijn BOF

Voorzitter,

Ondanks dat we in een extra themavergadering langer stil hebben gestaan bij dit voorstel, zijn we als PVV-fractie zeker niet overtuigd dat dit fonds een zinvolle bijdrage levert aan de Brabantse samenleving. Integendeel, we hebben alleen maar meer redenen gehoord om hier heel erg op tegen te zijn.

Tijdens de presentatie over BOF2 op 19 maart doken opeens de UN Global Goals for Sustainable Development op als toetsingskader voor deelnemende projecten. Projecten moeten afgemeten worden aan de door Provinciale Staten gegeven kaders en niet aan de globalistische agenda van mondiale bemoeiallen. Dat is voor de PVV-fractie onacceptabel en daarom dienen we ook een motie in om deze UN Global Goals niet als de maatstaf voor ons beleid te gebruiken.

En dat zou ook meteen een goede reden zijn om heel ver weg te blijven van het European Investment Fund wat bij BOF2 betrokken wordt. Juist die eurocratische club heeft zich verbonden aan de UN Global Goals: hun drammerige “build back better” agenda krijg je er dus ook meteen bij. Waar met de VN wordt ingezet op de duurzaamheids- en klimaatobsessie en de open grenzen ellende van het VN-migratiepact, zouden wij ons juist moeten inzetten op onze Brabantse burgers.

Als er al wordt gesproken over ‘social impact’ dan krijgen we dat niet met het rondpompen van ons belastinggeld via Brussel, waar het met grote impact wordt afgeroomd ten behoeve van hun eurocratische doelen elders in Europa, of ergens in Afrika.

De PVV wil échte sociale impact in onze eigen Brabantse samenleving, bijvoorbeeld in het behoud van ziekenhuizen in onze steden. In Bergen op Zoom verdwijnt nu niet alleen het ziekenhuis, maar óók nog de eigen huisartsenpost. Ondertussen investeren nota bene zorgverzekeraars in dit BOF2 verhaal. Deel het college de mening van de PVV fractie dat geld van zorgverzekeraars beter benut kan worden om bijvoorbeeld een ziekenhuis en een huisartsenpost in Bergen op Zoom open te houden in plaats van het voor ‘rendement’ weg te zetten in dit deugfonds?

Daarom wil de PVV in plaats van dit BOF2-fonds terug naar beleid wat wél een echte sociale impact heeft: de iDop-regeling. We hebben hiervoor in eerste termijn al een motie ingediend. Maar in plaats van dit op rendement gerichte fonds – wat zeer twijfelachtig is of dat überhaupt behaald wordt – gelet ook op de risico’s, zetten we liever structureel geld in voor de leefbaarheid. Voor voorzieningen in de kleine kernen, zoals de gezondheidscentra, zoals de dorpsscholen en gaan we voor steun voor de dorpscafés, die qua sociale impact echt een sleutelrol spelen.

Met dit fonds zullen vooral veel energiecoöperaties Brabant verder gaan verminken tot één groot industrielandschap van windparken en zonnevelden. Aan die onaanvaardbare impact zal de PVV nooit meewerken. We stemmen dan ook vol overtuiging tégen dit Statenvoorstel.