Spreektekst Geheimhouding Pivot-park Grizzly
GS stelt voor om geheimhouding op te leggen op alle onderliggende documenten in dit dossier, vanwege bedrijfs- en fabricagegegevens zouden deze op grond van artikel 10 Wob, eerste lid onder c niet openbaar mogen worden van dit college.
Volgens het Statenvoorstel zou het gaan om documenten die ‘wetenswaardigheden’ bevatten met betrekking tot de afzet van producten, namelijk de verhuurgegevens van panden en de kring van huurders en informatie over de financiële bedrijfsvoering. Daarnaast stelt GS zonder nadere onderbouwing dat openbaarmaking kan leiden tot onevenredige benadeling en/of bevoordeling van partijen rond de Pivot Park Holding.
Kan GS allereerst aangeven of Pivot Park Holding of andere derden zelf expliciet alle stukken onder vertrouwelijkheid aan de provincie zijn meegedeeld en zijn alle stukken ook als zodanig door het bedrijf aangemerkt? Of heeft GS zelf besloten alle stukken onder geheimhouding te plaatsen?
Wat de PVV betreft moet openbaarheid van stukken altijd het uitgangspunt zijn. Ook als er sprake is van dossiers met vertrouwelijke informatie moet die openbaarheid zo maximaal mogelijk worden ingevuld. Onze fractie vindt het onwenselijk om stukken vertrouwelijk te komen inzien: in een openbaar debat kan daarmee vervolgens niets worden gedaan. Al helemaal onwenselijk is om volledige dossiers bij Statenvoorstellen onder geheimhouding te plaatsen.
Kan GS van de 5 genoemde documenten benoemen waarom dit volledig geheim zou moeten zijn? Bestaat bijvoorbeeld een ‘Strategie Pivot Park’ louter uit bedrijfsgevoelige informatie? Dat lijkt ons zeer onwaarschijnlijk.
Uit de jurisprudentie blijkt (zie Daalder p. 363) dat als een document weliswaar bedrijfs- en fabricagegegevens bevat maar niet uitsluitend, dan moeten andere delen van het document in principe wel worden verstrekt.
“ Andere gegevens, ook al worden die vertrouwelijk aan de overheid medegedeeld, worden dus niet door de grond onder c beschermd” aldus SDU-commentaar Openbaarheid van Bestuur (p. 154).
En juist voor het openbare Statendebat kan andere informatie zeer relevant zijn. Vooral om bijvoorbeeld de risico’s voor de provincie goed te beoordelen en te behandelen in PS. Ook kunnen bepaalde documenten relevant zijn voor het beoordelen van de politieke context en de procesgang.
Zulke volledige geheimhouding van dossiers hebben we in deze Staten de afgelopen jaren slechts zeer zelden meegemaakt. Een heel enkele keer, zoals bij het dossier Ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte, werd bijvoorbeeld heel specifiek een rendementspercentage onder geheimhouding geplaatst, maar niet een heel dossier.
Nu is dit al het tweede Statenvoorstel in korte tijd waarbij dit het geval is. Onlangs werden bij de aankoop van het CSM-terrein ook vrijwel alle stukken in eerste instantie onder geheimhouding geplaatst, zelfs stukken die voor de gemeenteraad van Breda wel beschikbaar waren. Pas na aandringen van onze kant heeft gedeputeerde Ronnes alsnog een groot deel van de stukken openbaar gemaakt.
Kan GS aangeven waar deze neiging tot meer geheimhouding vandaan komt? Hoe verhoudt deze bestuurlijke houding zich tot de aankomende Wet open overheid, die juist openbaarheid als uitgangspunt neemt? En tot het voornemen van het kabinet om na de toeslagenaffaire juist veel meer stukken openbaar te willen maken? Vanwaar die tegengestelde beweging van dit college richting ontransparantie? Krijgt Brabant nu in navolging van de Rutte-doctrine de Ronnes-doctrine?
De PVV-fractie dient een amendement in op dit Statenvoorstel, met de volgende toelichting. Op grond van de WOB kunnen uitsluitingsgronden op de openbaarheid van documenten van toepassing zijn. Ondanks dat zulke uitsluitingsgronden legitiem (kunnen) zijn, bepaalt de WOB tegelijkertijd dat er per document of deel van document gemotiveerd moet worden waarom tot geheimhouding wordt besloten. Documenten waarvan delen onder geheimhouding vallen, worden voor het resterende gedeelte geacht openbaar te zijn. Gelet hierop stellen wij voor de op te leggen geheimhouding op de gehele documenten te wijzigen in geheimhouding van geheimhoudingsrelevante onderdelen van de volgende genoemde documenten.
Tot zover in eerste termijn.