Spreektekst SVS 76/21 Rapport ZRK Ruimte voor Ruimte Noord-Brabant
Voorzitter,
Allereerst hartelijke dank aan de Zuidelijke Rekenkamer voor dit uitvoerige en uitstekende rapport. Een rapport wat duidelijk de nodige pijnpunten blootlegt over beleidsverrommeling, het duidelijke gebrek aan scherp formuleren van doelstellingen, de kaderstelling daarvan en vooral ook het zeer ernstige gebrek aan een goede evaluatie en controle daarvan door PS.
Voor wat de aanbevelingen van de ZRK betreft wordt terecht voorgesteld om over verschillende onderwerpen als PS nog nadere debatten te voeren en deze door GS te laten voorbereiden. En daarnaast GS te verzoeken de aanbevelingen aan hun adres over te nemen en PS hierover voor komende zomer te informeren. Dat brengt mij nu wel tot de eerste vraag: is GS überhaupt wel bereid om deze aanbevelingen over te nemen, gelet op hun afhoudende bestuurlijke reactie op het rapport. Graag duidelijkheid, zodat we als PS hier ook richting de voorgestelde debatten op kunnen sturen.
Overigens betekent dit niet dat we als PVV-fractie één op één de door de ZRK veronderstelde doelen van de Ruimte voor Ruimte op het gebied van mestreductie noodzakelijkerwijs als toekomstig uitgangspunt zien. Deze doelen stammen immers uit de Europese Nitraatrichtlijn en het slopen van stallen om deze eurocratische milieudrammerij te verwezenlijken moet niet opnieuw een stok zijn van de overheid om onze boeren mee te slaan. Het voorkomen van leegstaande stallen bij bijvoorbeeld stoppende agrariërs of bij het oplossen van knelpunten in de leefomgeving is prima, maar niet met een eenzijdige focus op het reduceren van het mestoverschot en het aantal vierkante meters staloppervlakte. Voor zover dit in het verleden doelstellingen waren, hoeft dit niet persé het toekomstige doel te zijn van Ruimte voor Ruimte.
De verbetering van de ruimtelijke kwaliteit op het platteland is dat wel, gekoppeld aan de grote woningbouwopgave waar we mee te maken hebben blijft dat een belangrijke opgave. Dat juist die ruimtelijke kwaliteit volgens het rapport niet helder gedefinieerd en geëvalueerd is, is een gemis wat in de verdere debatten zeker aan de orde moet komen. Het ontwikkelen van mooie bouwkavels op het Brabantse platteland is dan ook een goede ontwikkeling die bijdraagt aan de terugverdienopgave van Ruimte voor Ruimte. Door abrupt met de regeling te stoppen en de resterende opgave in één keer af te schrijven zou dan ook het kind met het badwater worden weggegooid. PS moet echter wel effectief kunnen controleren en bijsturen: de frequentie van het debat hierover als bedoeld onder punt 1d zou dan ook niet door GS maar door PS moeten worden bepaald.
Voor de PVV is het volgende punt het belangrijkste en ook een gemis in het Statenvoorstel: de tekortkoming in de informatievoorziening aan PS. De aanbeveling onder punt 2 beperkt zich tot informatievoorziening over het mestoverschot en de terugverdienopgave, maar hiermee doet de ZRK zichzelf tekort gelet op haar bevindingen. In zowel het bestuurlijk rapport (paragraaf 3.4.2) als het rapport van bevindingen (Deel D/hoofdstuk 11) stelt de ZRK duidelijk dat de informatievoorziening aan PS jarenlang tekortgeschoten is en zelfs voor het huidige beleid nog essentiële stukken niet aan PS verstrekt zijn of op een veel te hoog aggregatieniveau (via de p&c cyclus). Gedeputeerde Smeulders liet eergisteren naar aanleiding van een toezegging in een commissie weten géén documentatie van de Ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte te verstrekken aan PS vanwege “bedrijfsgevoelige informatie”.
Wat de PVV betreft is dit een dubbele schoffering van PS: eerst PS onterecht onvolledig informeren en dan ook nog weigeren om ook maar een snipper papier te verstrekken, zodat PS gehinderd wordt in haar controlerende taak. De ZRK geeft duidelijk aan dat de Jaarstukken van de ORR, met name de Directieverslagen, duidelijk inzicht geven in successen, kansen en bedreigingen en dat deze voorhanden zijnde informatie nooit, ook niet in bewerkte vorm, aan PS verstrekt is. Ook ontbreekt een in 2015 toegezegde maatschappelijke businesscase en zijn evaluaties over Periode 1 niet gedeeld met PS. Na 2009 zijn er geen voortgangsrapportages meer verstrekt aan PS. De PVV vraagt met klem aan GS om al deze informatie met terugwerkende kracht alsnog te verstrekken. Graag een reactie van GS.
Gelet op deze tekortschietende informatievoorziening dient de PVV een amendement in om álle informatie die het ZRK-rapport in haar bevindingen noemt ter voorbereiding van de debatten alsnog aan PS te verstrekken en ook debatten te voeren over de informatievoorziening aan PS.
Tot zover in eerste termijn.