Spreektekst Omgevingsverordening Noord-Brabant
Met de nu voorliggende omgevingsverordening wordt het pad geplaveid richting de afgrond waar dit provinciebestuur onze veehouders indrijft. In de aan deze Statenvergadering voorafgaande commissievergaderingen hebben we de noodkreten van innovatieve agrarische ondernemers duidelijk gehoord, dit aan gedeputeerde Ronnes voorgelegd maar het hele college van GS geeft nog steeds geen krimp. Het plan wat CDA gedeputeerde op 18 februari aankondigde voor ‘Toekomstbestendige stallen 2024’ bevat totaal geen realistische scenario’s voor onze boeren. Het komt neer op vier verschillende varianten van stoppen: direct stoppen, uitfaseren en dan stoppen, stoppen terwijl je met een ‘coach’ voorlichting krijgen over ‘natuurinclusieve landbouw’ of moeten stoppen omdat aanpassing van stallen in de praktijk onhaalbaar is. Kortom, de doodsteek voor de veehouderij in Brabant en dat allemaal om via stikstof en ammoniakreductie te voorkomen dat de brandnetels in de Natura2000-deugreservaten wat harder zouden kunnen gaan groeien.
En deze omgevingsverordening legt die deadline van 1 januari 2024 keihard vast, tegen de eerdere afspreken met de agrarische sector in.
De innovatieve agrarische ondernemers die proberen de stalaanpassingen tijdig voor elkaar te krijgen lopen tegen muren aan van vergunningverlening en financiering. De omgevingsdienst en de gemeente vragen steeds cijfertjes tot achter de komma, die bij een innovatie nu eenmaal niet kant en klaar leverbaar zijn. Nieuwe onderzoeken hiernaar kosten bakken vol tijd en geld voor deze ondernemers, bovendien moeten de proefstukken heel de procedure qua vergunningen nog doorlopen. De brongerichte systemen gericht op NH3 reductie en andere gassen zijn nog niet toereikend om alle meststromen op te lossen, maar deze maatregelen zijn wel gigantisch kostenverhogend. Tel daarbij op dat de bouwmaterialen steeds duurder worden en deze concepten worden voor boeren onbetaalbaar. Waar moeten zij het geld vandaan halen? Welke bank is bereid om onzekere concepten te financieren die mogelijk nog door de overheid worden afgewezen? Wat moeten zij zonder erkenning en bovendien zou de mestwetgeving ook nog niet op orde zijn hiervoor.
In de commissie kon de gedeputeerde geen antwoord geven op de stand van zaken naar het time to market onderzoek, maar kan het college dat nu wel? Kunnen zij duidelijk maken of deze veehouders überhaupt een perspectief hebben om tijdig dit concept en hun vergunningen rond te kunnen krijgen voor 2024?
Los daarvan geldt voor de PVV afspraak is afspraak, daarom komen we met een motie om terug te gaan naar de afspraak over 2028. Verder hebben we nog een aantal moties.