Statenvoorstel beleidskader Levendig Brabant

Voorzitter,
Dit beleidskader Levendig Brabant is vooral een brok beleidspulp vol levendige fantasie. In plaats van scherpe kaderstelling waarmee GS het beleid vorm kan geven en PS het kan controleren en evalueren krijgen we ruim tachtig pagina’s betekenisloos geklets voorgeschoteld.

Hele riedels vol over “maatschappelijke opgaven” waarvoor vanuit een “ecosysteemgedachte” gewerkt wordt om “impact te genereren” met “grondige kennis van ecosysteemontwikkeling” en “meerwaardecreatie” die ook nog “meer circulair” moet zijn. Dit college gaat voor “sociale innovatie in een maatschappelijke arena” en ziet “Brabant als één groot living lab” in een “toekomstbestendige leefomgeving”. Wie hier ook maar iets concreets uit kan halen mag het zeggen, en dan liever in ons Brabants dialect dan in deze consultantsprietpraat.

Ook zijn de meeste indicatoren bijzonder vaag en niet uitgewerkt. De daaraan gekoppelde streefwaarden moeten nog allemaal nader worden bepaald. Ook de beleidsdoelen zijn in het stuk niet eenduidig geformuleerd, nu er sprake is van verschillende omschrijvingen van het vijfde beleidsdoel. In de themacommissie gaf de gedeputeerde desgevraagd aan dat de juiste omschrijving van dit doel “de maatschappelijke opgaven in de breedte” is. En dat ‘in de breedte’ zegt al genoeg, het kan alle kanten uitwaaieren.

Vanwege dit gebrek aan scherpte en eenduidigheid deed de gedeputeerde in de themavergadering de toezegging om voor deze PS-vergadering de essentie van het beleidskader op een paar pagina’s scherper te formuleren. Helaas hebben we niets mogen ontvangen, kan de gedeputeerde aangeven waarom niet? Waarop kunnen we dit beleid straks echt concreet beoordelen en afrekenen?

Verder spreekt dit beleidskader bij het doel ‘inclusief’ over “meer doelgroepen bereiken”. Kan de gedeputeerde aangeven of het daarmee de bedoeling is dat de provincie een specifiek doelgroepenbeleid gaat voeren? En welke doelgroepen zouden dat dan moeten zijn en waarom?

En bij “maatschappelijke opgaven in de breedte” wordt ook nog de zogenaamde “brede welvaart” erbij gesleept, wat niks met welvaart voor onze Brabanders te maken heeft, maar vooral met de ‘duurzame’ SDG-doelen van de VN inzet op onnodige globalistische projecten om zo als overheidsbestuurders te kunnen deugpronken tegenover de andere IPO-regenten.

Ten aanzien van de nadere inhoud kan wat de PVV betreft het elitaire ecosysteem van de professionele podiumkunsten impact gaan genereren zónder een cent subsidie. Dat is pas echte meerwaardecreatie voor onze Brabantse belastingbetalers. En in plaats van het financieren van topsportnetwerkfeestjes moeten we vooral inzetten op wat écht Brabants is: het behoud van ons erfgoed, onze kerkgebouwen en andere monumenten, onze archeologische schatten – zoals prehistorische grafheuvels en Romeinse bodemvondsten, onze dialecten, onze amateurverenigingen, onze gehandicaptensport, onze breedtesport – waaronder ook de motorcross, ons carnaval en onze dorpskermissen.

Onze eerder ingediende motie om de bezuinigingen op erfgoed terug te draaien zal ik daarom vandaag alsnog in stemming brengen.
Tot zover in eerste termijn.