Spreektekst jaarstukken 2023
Voorzitter, de jaarrekening 2023. De PVV wil op enkele punten inzoomen.
Allereerst, over de rechtmatigheidsverantwoording. Voorzitter, de afgelopen 2 jaar is een pilot uitgevoerd met de RMV. Alles was prachtig op orde vond GS. Toch blijkt nu dat er nog diverse zaken niet op orde zijn. En de vraag is of je er met bewustwording en gesprekken in de organisatie wel gaat komen? Graag een reactie van het college.
Dan frauderisico. Reeds in 2022 hebben de staten hier via de commissie sturen en verantwoorden aandacht voor gevraagd. Er ligt nu nog steeds geen concreet kader of protocol. Wanneer kunnen de staten in het kader van hun kaderstellende rol concreet iets verwachten?
Voorzitter de beantwoording van mijn technische vragen over de Deelnemingen roepen heel wat politieke vragen op. Zo wordt er gesteld dat de Paragraaf Verbonden Partijen in deze jaarrekening op 2 februari 'al in het verwerkingsproces zat', de datum dat de nieuwe nota Verbonden Partijen door PS werd vastgesteld. Daarom konden niet alle afspraken rond de nieuwe nota al worden meegenomen.
Het college stelt dat de afwijkingen inmiddels in beeld zijn gebracht, en dat daarover wordt gerapporteerd bij de begroting 2025. Voorzitter veel gekker dan dit wordt het niet. Ten eerste, waarom zouden er zaken niet in de verantwoording kunnen worden meegenomen bij een PS besluit van 2 februari? Er zijn ook PS besluiten van een veel latere datum waarvan de consequenties wel in deze jaarrekening zijn verwerkt. Dit argument wekt dan ook de indruk dat GS zaken bewust niet wil verantwoorden. Graag een reactie van het college. Ook zou ik graag een verschillenanalyse en afwijkingenverantwoording inclusief een terdege verklaring op de kortst mogelijke termijn, bij voorkeur volgende week, tegemoet willen zien. Kan het college toezeggen hiervoor te zorgen?
Wat me overigens tenslotte nog van het hart moet is de gefragmenteerde en verwarrende informatievoorziening over de verbonden partijen.
Voorzitter dan de almaar uitdijende begroting, de bijbehorende beleidsdrukte en de negatieve consequenties daarvan.
Ten opzichte van de oorspronkelijke begroting is het capaciteitsbudget met bijna 30 miljoen euro gegroeid. 30 miljoen voorzitter, daar kun je al gauw 500 nuttige banen van bekostigen.
Tegelijkertijd is er sprake van onderbesteding. Er is dus minder beleid uitgevoerd maar met een substantieel hogere kostenpost aan personeel. Graag hoor ik van het college hoe zij dit kunnen uitleggen aan de belastingbetaler.
In de 2e termijn kom ik terug op de hiermee samenhangende zorgwekkende ontwikkelingen als het gaat om de inhuur van personeel.
Voorzitter, t.a.v. de basisinfrastructuur mobiliteit en mobiliteitsontwikkeling moet de inzet om alle gepauzeerde wegenprojecten doorgang te laten vinden verder geïntensiveerd worden. Brabant is in 2023 verder vastgelopen en is steeds minder aantrekkelijk als vestigingsprovincie. Het is D-Day voor de regio, zoals mijn collega Langman al heeft betoogd. Falen is geen optie meer en bereikbaarheid is een absolute kerntaak.
Termijn 2
Voorzitter, het almaar uitdijende provinciaal beleid. De PVV wil dat de provincie specifiek inzet op de kerntaken met als doel tastbare resultaten. De niet-kerntaken moeten daarentegen fors worden beperkt en de provincie moet stoppen met zich overal mee willen bemoeien inclusief de inzet binnen het IPO. Onze boeren, automobilisten en burgers zien geen resultaten terug waar ze concreet iets aan hebben.
Voor veel van het provinciale beleid geldt dat de werkdagen worden gevuld met het produceren en consumeren van adviezen, afsprakenkaders, geharmoniseerde jaarplannen, netwerkevents, dialoogmeetings en kennisworkshops. De jaarrekening is doordrongen van al dit soort papierschuiverij. Wat het oplevert voor boeren burgers en bedrijven is volledig onbekend. Men houdt elkaar lekker bezig.
En daar wringt de schoen voorzitter. Er wordt alarm geslagen omdat de provincie de vacatures niet opgevuld krijgt, de externe inhuur breekt alle records. Niemand die op het briljante idee lijkt te komen van de eenvoudige oplossing om gewoon te kappen met al die beleidsdrukte.
Overheden en het bedrijfsleven concurreren met elkaar om arbeidscapaciteit of dure zzp-ers binnen te hengelen. Hou daar mee op voorzitter. Het is inefficiënt en peperduur.
De kosten voor externe inhuur zijn belachelijk hoog: 35 miljoen. Dat is exclusief allerlei facilitaire dienstverlening als schoonmaak, beveiliging, drukwerk, catering enzovoorts. Voor advies en onderzoeksdiensten (in feite voor een deel ook inhuur) werd in 2023 120 miljoen uitgegeven, ecologisch en milieuonderzoek niet meegeteld. Hoeveel van die externen rekenen eigenlijk tarieven die op fulltimebasis boven de WNT norm komen voorzitter? Graag zou de PVV willen dat hierover in de jaarrekening in het vervolg verantwoording over wordt afgelegd. Graag een toezegging van het college.
Voorzitter, tot enkele jaren geleden hadden we in dit huis een bindende afspraak over de maximaal toelaatbare jaarkosten van externe inhuur van 16,5 miljoen euro per jaar. Voor zover ons bijstaat was dit op initiatief van de SP, naar aanleiding van de destijds landelijk ingestelde Roemernorm voor externe inhuur. Die afspraak is echter op een gegeven moment genegeerd door het college. Voorzitter, onze fractie wil dan ook pleiten voor het in ere herstellen van die afspraak, we dopen hem graag de 'Nico'-norm. De kosten voor externe inhuur mogen daarbij maximaal 23 miljoen bedragen. Dat is 16,5 plus alle inflatie vanaf 2011. We gaan ervan uit dat het college ons voorstel met enthousiasme zal omarmen, graag een reactie dus.