Spreektekst Begroting 2025

Voorzitter,

Tot onze verbazing lazen we vanochtend in het BD[1] dat de CdK minister Faber oproept om de Spreidingswet nog niet te schrappen, met het argument dat het “voor bewoners rust geeft”. Maar voor omwonenden van AZC-locaties, zoals in het door overlast geteisterde Grave, geeft dit juist onrust. ‘Rust’ voor bestuurders is geen rust voor de burgers, integendeel.

Daarom de vraag met welk mandaat de CdK hier sprak: als voorzitter van GS, voorzitter van PS, of – en het lijkt onwaarschijnlijk omdat dit tegen kabinetsbeleid in gaat – als Rijksheer?

De kiezer heeft afgelopen jaar gesproken en massaal gekozen voor een strenger asielbeleid, waar het intrekken van de Spreidingswet een essentieel onderdeel van is. Ongekozen CdK’s kunnen niet zomaar democratische besluitvorming doorkruisen. Graag een reactie.
In de inleiding van deze begroting (p. 4) heeft het college vol overtuiging een kop geplaatst die met dikke rode letters in bloed geschreven lijkt te zijn: “Zicht op onze opgaven”, wordt hier gesteld, om vervolgens in tussenkopjes door te gaan met het “zicht op”-thema bij de verschillende programmaplannen.

Maar deze begroting levert juist het tegengestelde op: geen zicht op opgaven, maar een blinddoek voor PS. Want ten aanzien van de financiële consequenties van de verschillende uitvoeringsagenda’s moeten we in het duister tasten. Zo stelt GS in het Statenvoorstel (p. 2)[2] dat financiële gevolgen van de uitvoeringsagenda’s via begrotingswijzigingen worden verwerkt.

Deze systematiek is in strijd met de afspraken over Sturen met Kaders en door onduidelijkheid te laten ontstaan over begrotingswijzigingen voor de uitvoeringsprogramma’s wordt PS bij deze begrotingsbehandeling de mogelijkheid ontnomen om een zuivere integrale afweging te kunnen maken over de verdeling van budgetten. Kortom, het budgetrecht van PS wordt hiermee ten grabbel gegooid. Om dat voor te blijven dienen we een motie in om géén extra middelen beschikbaar te stellen voor de uitvoeringsagenda’s, de financiering zal binnen de begroting gezocht moeten worden.

Ook wordt het zicht vertroebeld omdat beleidskaders nu langjarig vast worden gesteld, ver over de lopende bestuursperiode heen. Om als PS zicht te houden op kaders en budgetten vragen we daarom in voornoemde motie ook om beleidskaders voor maximaal vier jaar vast te stellen.

Daarnaast spreekt GS in de begroting het voornemen uit om in 2026 ‘schoon op te leveren’. Onduidelijk is wat nu de kaders zijn om te kunnen spreken van “schoon”. Daarom de vraag aan GS: wat zijn de kaders en voorwaarden om te kunnen spreken van “schoon opleveren”? Graag een reactie.
Voorzitter, dit college blijft onverminderd onze veehouders dwarszitten met bovenwettelijke stikstof maatregelen, de sector krijgt ook nu weer een innovatieve worst voorgehouden zonder dat er echte oplossingen worden aangeboden. Heel veel verder dan het plaatsen van luchtwassers komt het college niet. Terwijl de boeren die zélf met innovaties komen met een kluitje het riet in worden gestuurd en steeds meer moeite hebben om hun plannen gefinancierd te krijgen. Als dit op deze voet doorgaat staat er straks geen koe meer in de wei.

Maar de enige koe die GS wél blijft uitmelken is haar favoriete melkkoe: de Brabantse automobilist. Ook in deze begroting verhoogt GS het opcenten-tarief, met 2,5 procent. Zogezegd als indexering vanwege de inflatie, maar de automobilist ziet er geen inflatie van extra asfalt voor terug. Nog steeds geen hoogstnoodzakelijke Ruit om Eindhoven bijvoorbeeld. In de begroting wordt gerept over ‘ambitieuze icoonprojecten’: wat ons betreft wordt de Ruit zo’n ambitieus icoonproject voor de Brainportregio. Het enige wat dit college echter met de opcenten aanlegt is een papieren snelweg van extra onnodig beleid en een gierende inflatie van beleidspropaganda. Daarom dienen we moties in om de opcenten te oormerken, de opcenten niet automatisch te indexeren en samen met JA21 amendementen om het opcenten-tarief te verlagen en niet te indexeren.

Over beleidspropaganda gesproken: de toren van het Provinciehuis is tegenwoordig etage na etage tussen de deprimerende flexplekken in volgestouwd als opslagplaats van banners, kraampjes, informatieborden, infantiel beleidsspeelgoed en andere meuk om provinciaal beleid te promoten. Om deze beleidssilo met promoprul te vullen wordt voortdurend schare en kostbare ambtelijke capaciteit ingezet. Kan het college aangeven hoe dit inefficiënte – of zeg maar gerust nutteloze – gebruik van de toren zich verhoudt tot het gebruik van de nieuwbouwvleugel van het Provinciehuis, die toch eigenlijk voor verhuur bedoeld was? Graag een reactie.

Hoog tijd om hier paal en perk te stellen aan te stellen, daarom dienen we moties in om bovenwettelijke ambities in kaart te brengen en een motie die inzet op beleidsbescheidenheid voor de provincie.

Maar om haar onstilbare beleidshonger verder te voeden heeft dit college weer een nieuwe melkkoe gevonden om uit te melken. De begroting spreekt over het “verbreden van de grondwaterheffing”. Geld als water is wat GS voor ogen staat. Terwijl ondertussen provinciaal beleid juist voor wateroverlast zorgt: door hydrologische maatregelen voor ‘natuurherstel’ met een hoger grondwaterpeil ontstaat wateroverlast waardoor oogsten verloren gaan, woningen schade ondervinden en de natuur zelf ook kapot gaat omdat het té nat wordt. Daarom vragen we GS te stoppen om medewerking te verlenen aan zulk ‘vernattingsbeleid’ als daar schade door ontstaat.

Het ED schreef op 22 oktober jl. nog: “Ondanks verzopen akkers en natte kelders maakt waterschap plannen voor natter Dommeldal”[3]. Het gaat daarbij om het hoger zetten van het waterpeil, door onder andere sloten te dempen. En dat om aan de Europese Kaderrichtlijn Water te kunnen voldoen. Hetzelfde geldt voor het project de Run wat in deze begroting genoemd wordt, waarover het ED op 9 september jl. schreef: “Vrees voor overstroomde akkers door beekherstel de Run in Steensel”[4]. De ZLTO vreest deze overlast ook. En als ergens voor de Droogteagenda water langer wordt vastgehouden, dan alleen op een stuurbare manier, zodat letterlijk de hand aan de kraan kan blijven om ernstige wateroverlast te voorkomen. Graag een reactie van GS, hoe zij hier tegenover staat.

Een totale desinvestering ten aanzien van natuur en landschap is het plaatsen van windturbines. Niet alleen vermalen ze vogels en vleermuizen tot moes en zorgen ze niet alleen voor landschapsvervuiling maar ook voor directe milieuvervuiling met verspreiding van Zeer Zorgwekkende Stoffen uit de coating van de bladen. Het RIVM waarschuwde hier ook voor in een recent rapport[5]. Hoe kijkt GS aan tegen dat risico, mede gelet op haar ambitie voor drie extra gezonde levensjaren voor iedere Brabander? Daarnaast heeft het nieuwe kabinet aangegeven een pas op de plaats te willen maken bij wind op land. Dat heeft natuurlijk ook gevolgen voor de invulling van de RES-opgaven. De minister van klimaat en groene groei komt in januari met een brief over de haalbaarheid van de RES’en[6]. Gelet daarop dienen we een motie in om windturbineprojecten nu in de pauzestand te zetten.

Ondertussen komen de molens die we wél graag zien in Brabant steeds verder in de knel. Steeds vaker lezen we berichten over klassieke windmolens die onbruikbaar dreigen te worden omdat er te dicht in hun buurt wordt gebouwd, in de zogenaamde molenbiotoop, waardoor ze te weinig wind vangen. Afgelopen maart gaf de Raad van State nog toestemming om grote bedrijfshallen te bouwen rondom de monumentale molen in Asten[7]. Volgens Omroep Brabant zitten nog 48 andere molens in Brabant op deze manier in de problemen[8], zoals in Geldrop en Geffen. Als deze molens niet meer goed op de wind kunnen malen, dan worden hun erfgoedwaarden aangetast. Wij zien graag dat de provincie mogelijkheden treft om windmolens en hun molenbiotoop te beschermen. Enkele jaren geleden hebben deze Staten een motie[9] aangenomen om de watermolens te laten draaien, laten we nu hetzelfde doen met de windmolens.

 

2e termijn:

Wat de PVV betreft mag er binnen de cultuurportefeuille sowieso meer geïnvesteerd worden in erfgoed en minder in bijvoorbeeld podiumkunsten en de snobistische Dutch Design Week. In het kader van erfgoed willen we ook specifiek aandacht vragen voor het behoud van de Joodse cultuur in Brabant, die met name vanwege het Midden-Oostenconflict en de daaruit voortkomende anti-Israël haat en antisemitisme steeds verder onder druk staat. In een motie stellen we daartoe een pilot voor in Eindhoven, waar de grootste Joodse gemeenschap in onze provincie huist.

Verder hechten we waarde aan de leefbaarheid in onze kleine kernen. De begroting spreekt in dat kader over ‘pilots dorpenstrategie’. Maar waarom het wiel steeds opnieuw uitvinden – en daarvoor steeds opnieuw ambtelijke capaciteit inzetten – als er enkele jaren geleden al een succesvol concept lag in de vorm van de IDOP-regeling? In veel dorpen hebben de bewoners destijds de integrale dorpsontwikkelingsplannen met veel enthousiasme opgepakt en met langdurig resultaat. Om deze IDOP-regeling te herstellen dienen we een motie van BBB mee in.

In onze dorpen en stadswijken zien we ondertussen steeds meer onrust als gemeentebesturen met plannen komen om een AZC te openen. Ook worden de schaarse sociale huurwoningen nog volop met voorrang weggegeven aan statushouders. Gelukkig zal het nieuwe kabinet hier een streep door zetten, maar tot die tijd is het de vraag hoe GS hiermee omgaat als ze spreken over ‘brede welvaart’ in een dorp of wijk: wordt ook gekeken naar de AZC-ellende en achterstelling die onze Brabantse inwoners ervaren door dit beleid? Is dat voor GS ook een ‘brede welvaarts-indicator’? En hoeveel woningen worden in Brabant jaarlijks eigenlijk weggegeven aan statushouders, van de 4125 sociale huurwoningen die het college in de begroting voorziet bij de toename van de Brabantse woningvoorraad? Graag een reactie.

In dat kader ligt er nu ook nog de deugmotie ‘Niemand slaapt in het gras’ van de linkse partijen, die als overweging geeft dat niemand in het gras mag slapen vanwege de landelijke plannen over het huisvesten van statushouders. En dáár richt die motie zich enkel en alleen op, niet op de vele Brabanders die jarenlang op wachtlijsten moeten staan om een huis te vinden, of door bijvoorbeeld door een echtscheiding in de problemen komen. Dat deze motie alleen bedoeld is ten gunste van statushouders is dan ook hemeltergend.

Ondertussen blijkt uit cijfers van het CBS dat de toename van de woningvoorraad in Brabant dit jaar vooralsnog 8 procent lager ligt dan over de eerste acht maanden van vorig jaar. Kan het college aangeven hoe dit zich verhoudt tot de woningbouwambities in deze begroting?

Dan voorzitter nog iets over invasieve exoten, in het bijzonder schadelijke plantensoorten zoals de reuzenberenklauw en de Japanse duizendknoop. Op sommige plaatsen, ook vaak in wegbermen, tieren deze welig met het risico op verdere verspreiding en schade. Kan het college aangeven of zij mogelijkheden ziet om hier provinciebreed maatregelen tegen te nemen, bijvoorbeeld middels een provinciale verordening vergelijkbaar met de oude akkerdistelverordening, om terreinbeheerders te verplichten hun grond vrij te houden van deze schadelijke invasieve plantensoorten? Graag een reactie.

Verder dienen we een motie in voor een jaarlijkse Brabantse 112-dag op het provinciehuis. Daar kunnen ook onze provinciale handhavers en hulpverleners zich presenteren, zoals de groene BOA’s. Op dit moment loopt er een reclamecampagne om personeel te werven voor de omgevingsdiensten, dit kan ook een mooie gelegenheid zijn om mensen te interesseren voor deze vacatures.

Voorzitter, tot slot hebben we de motie over historische molenbiotopen ingediend. Ik wijs voor de volledigheid nog op de op 15 december 2017 aangenomen motie van Groenlinks waarin het molenaarschap wordt aangemerkt als erkend Unesco immaterieel erfgoed.

Tot zover in tweede termijn.

[1] https://www.bd.nl/den-bosch/adema-roept-minister-faber-op-spreidingswet-geeft-rust-en-scheelt-in-kosten-dus-schrap-hem-nog-niet~a77de508/  

[2] Statenvoorstel Begroting 2025, p. 2: “Uitgangspunt bij het opstellen van deze begroting is dat alleen de consequenties van die Uitvoeringsagenda’s hierin verwerkt zijn waarvan het besluitvormingstraject is afgerond. Dit is alleen het geval voor de Uitvoeringsagenda Digitale Transformatie 2024-2025. Indien het besluitvormingstraject van de overige elf Uitvoeringsagenda’s een begrotingswijziging, of aanpassing in de set van indicatoren tot gevolg heeft, dan worden deze via een begrotingswijziging verwerkt in de Begroting 2025 bij het eerstvolgende mogelijke S&V- moment.”

[3] https://www.ed.nl/bergeijk/ondanks-verzopen-akkers-en-natte-kelders-maakt-waterschap-plannen-voor-natter-dommeldal~a4c1eee6/  

[4] https://www.ed.nl/eersel/vrees-voor-overstroomde-akkers-door-beekherstel-de-run-in-steensel~a6b4a079/  

[5] https://www.rivm.nl/publicaties/verkenning-van-gevaarlijke-stoffen-in-energietransitie  

[6] Aldus minister-president Schoof bij de Algemene Politieke Beschouwingen in de Eerste Kamer op 8 oktober 2024.

[7] https://www.omroepbrabant.nl/nieuws/4441909/molenaar-is-woest-dat-bedrijfshallen-mogen-uitbreiden-bij-eeuwenoude-molen  

[8] https://www.omroepbrabant.nl/nieuws/4272532/deze-molens-hebben-last-van-slechte-wind-en-dat-komt-door-nieuwbouw  

[9] Motie ‘Molenaars in het zonnetje gezet’, PS Noord-Brabant 15 december 2017