Spreektekst Vaststellen TAM Omgevingsverordening - regelwijziging 1
Voorzitter,
Over de TAM zelf kan ik kort zijn: met name dat de zonneladder nu wordt aangescherpt is wat de PVV fractie betreft uitstekend. Maar over de uitvoering daarvan hebben we nog wel enige kritiekpunten.
Uitgangspunt van de huidige zonneladder is dat landbouwgrond pas de laatst mogelijke beschikbare locatie is voor zonnepanelen. In de praktijk zien we nu echter dat bij een project als Heidebos van Sunvest op de Hooghei in Berlicum dat de gemeente Sint Michielsgestel wel erg makkelijk zonnepanelen toestaat op landbouwgrond. Ze schuiven feitelijk de zonneladder aan de kant door te stellen dat het geschatte potentieel aan zonnepanelen op bedrijfsdaken in 2030 wellicht toch niet realistisch is én omdat ze nu eenmaal voor 1 januari 2025 voor de RES-opgave de omgevingsvergunningen voor zonneparken verleend moeten hebben. Verder stelt de gemeente dat er voor bijvoorbeeld restgronden geen aanvragen zijn ingediend, en daarom zou landbouwgrond noodzakelijk zijn.
Is dit volgens GS een correcte toepassing van de zonneladder? Gaat GS hier medewerking aan verlenen? En wordt er onder de TAM wél strenger gekeken naar zulke drogredenen van gemeenten?
Daar komt nog bij dat de participatie met omwonenden erbarmelijk slecht is, zij moesten het uit de krant vernemen, krijgen veel te weinig informatie en op veel stukken ligt geheimhouding. Hoe kijkt GS aan tegen zo’n slecht en schimmig participatieproces, dat is toch niet zoals het in de Omgevingswet bedoeld is? Graag een reactie.