Statenvragen Oikocredit

Geacht college,

In de PS vergadering 13 december a.s. staat het nieuwe treasurybeleid geagendeerd. Bij de voorbereiding van dit agendapunt viel het de PVV-fractie op dat in het vigerende treasurybeleid nergens sprake is van zogenaamde “ethisch-sociale aspecten”, terwijl op grond van deze aspecten eerder door GS is besloten een participatie te nemen in het Oikocredit Nederland Fonds. Deze “ethisch-sociale aspecten” worden nadrukkelijk genoemd in zowel de notitie aan de commissie MF van 6 november 2012 over het aangaan van de participatie als in de jaarstukken 2012. De Provincie Noord-Brabant heeft op 15 januari 2013 voor een bedrag van 2,5 miljoen euro als participatie met een looptijd van 10 jaar in microkrediet bij Oikocredit uitgezet. Dit roept bij ons de volgende vragen op:

In de Lijst ingekomen stukken van de PS vergadering van 20 november 2009 wordt bij stukken ter kennisneming het volgende vermeld:

Brief d.d. 27 oktober 2009 van Oikocredit inzake afschrift van brief aan GS inzake duurzaam en verantwoord uitzetten van Essent-gelden voor microkrediet.

1. Kunnen wij een kopie ontvangen van deze brief?

2. Hoe is door GS op deze brief gereageerd?

3. Kunt u alle verdere correspondentie met Oikocredit tot nu toe verstrekken?

4. Is de brief uit 2009 aanleiding voor het huidige initiatief?

In de notitie van 6 november 2012 aan de commissie MF is het volgende te lezen:

"Door middel van deze participatie geeft Gedeputeerde Staten invulling

aan de ethisch-sociale aspecten van het treasury beleid." Deze passage is ook te lezen in paragraaf 5.4 van de jaarstukken 2012.

Het treasury beleid is neergelegd in het treasurystatuut. In dit statuut is er in paragraaf 7.1 weliswaar sprake dat het beleggen moet passen binnen de kaders van MVO, niet in strijd met VN-principes. Ook in de Treasury Verordening is dit opgenomen in artikel 13, waarin slechts algemene normen worden gesteld. Dit

is dus een normenkader voor álle beleggingen, maar zegt niets over specifiek ethisch-sociaal beleggingsdoelen.

De uitvoering van het treasury beleid wordt vorm gegeven in het treasury jaarplan. In het treasury jaarplan 2012 wordt met geen woord gerept over ethisch-sociale aspecten van dit beleid.

5. Waarom wordt in de commissienotitie gesproken over ethisch-sociale aspecten van het treasurybeleid, terwijl er hierover niets te vinden is in noch het treasury statuut, noch in het op het moment van besluitvorming vigerende treasury jaarplan?

6. Op welke beleidsuitgangspunten baseert GS zich dan wel?

Bij de behandeling van de jaarstukken in PS van 17 mei 2013 stelde Gedeputeerde Van Heugten letterlijk: “We hebben een heel conservatief treasurybeleid”.

7. Deelt u onze mening dat het beleggen in microkredieten niet past bij een conservatief treasurybeleid? Zo nee, waarom niet?

8. Deelt u onze mening dat het niet de taak is van de provincie om op deze manier aan een verkapte vorm van ontwikkelingshulp te doen? Zo nee, waarom niet?

9. Welk belang heeft de Brabantse burger bij deze belegging?

10. In het nieuwe op 13 december voorliggende treasurybeleid is ook geen sprake van “ethisch-sociale aspecten”. Kunt u uitsluiten dat er onder vigeur van het nieuwe treasurybeleid nog dergelijke “ethisch-sociale” participaties of andere activiteiten zullen plaatsvinden? Zo nee, waar worden deze dan wel op gebaseerd?

PVV

Alexander van Hattem

 

Bijlage:

Jaarstukken p. 196

5.4 Participaties in Oikocredit

In november 2012 is besloten een participatie te nemen in het Oikocredit Nederland

Fonds. Oikocredit richt zich op het financieren van instellingen die microkredieten

verstrekken aan kleine ondernemers in ontwikkelingslanden. Microkredieten zijn geen

giften maar leningen en worden vrijwel altijd normaal terugbetaald. Door middel van

deze participatie geeft Gedeputeerde Staten invulling aan de ethisch-sociale aspecten van

het treasury beleid. De participatie wordt uitgevoerd in combinatie met een

hoofdsomgarantie van € 2,5 miljoen met een looptijd van 10 jaar. De commissie MF is

hierover op 14 december jl. geïnformeerd.

De daadwerkelijke uitzetting heeft plaats gevonden op 15 januari 2013. Op die datum is een zero bond Nederlandse Staat aangeschaft met een looptijd van 10 jaar en een

eindwaarde van € 2,5 miljoen. De aanschafwaarde bedroeg € 2.065.215,--. Daarmee is de hoofdsom gegarandeerd. Tegelijk is een participatie gedaan van € 435.000,-- in het

Oikocredit Nederland Fonds. Het risico bij deze uitzetting is erg laag en de provincie

ontvangt een normaal marktconform rendement.

Indien Oikocredit jaarlijks het verwachte dividend uitkeert van 1,5% heeft deze

belegging over de looptijd van 10 jaar een totaal rendement van 1,85% per jaar.

Deze uitzetting past volledig binnen de regels van de wet Fido en de Ruddo.