Persbericht en Statenvragen: Wisent in Maashorst tegen alle afspraken in!
De PVV Noord-Brabant stelt in Statenvragen dat het introduceren van de wisent (Europese bizon) in natuurgebied de Maashorst in strijd is met alle afspraken. De wisent is één van de zogenaamde 'Big Five', waarover Provinciale Staten eerder in een motie aan GS hebben opgedragen met kracht af te zien van het introduceren van deze diersoorten. Financiering hiervan is bovendien formeel uitgesloten in de subsidieregeling voor leefgebieden en past niet binnen de subsidiedoelstellingen voor de Maashorst.
"Dat de provincie hier nu toch aan meewerkt is dus tegen alle afspraken in," aldus PVV fractievoorzitter Alexander van Hattem Ook wil de PVV dat de veiligheid van bezoekers van de Maashorst gegarandeerd wordt: "Dat wisenten mogelijk risico's opleveren voor bezoekers is onacceptabel." Hierover en over andere plannen uit het Inrichting en beheerplan voor de Maashorst vraagt de PV fractie opheldering van het provinciebestuur.
Fractie Partij voor de Vrijheid Noord-Brabant
Aan het College van Gedeputeerde Staten
Brabantlaan 1
5216 TV 's-Hertogenbosch
Betreft: Schriftelijke vragen ex art. 43 RvO inzake Inrichting en beheerplan de Maashorst
’s-Hertogenbosch, 12 mei 2015
Geacht College,
Onlangs presenteerde Stuurgroep de Maashorst het concept Inrichting en beheerplan (IBeP)1 voor natuurgebied de Maashorst. Hierin zijn onder andere uitgewerkte plannen opgenomen voor het uitzetten van de wisent in dit gebied. Dit roept bij de PVV fractie de volgende vragen op:
- Binnen Stuurgroep de Maashorst is de provincie Noord-Brabant vertegenwoordigd door een bestuurslid, de heer E. Heijmans.2 Kunt u aangeven welk standpunt de provincie Noord-Brabant binnen de stuurgroep heeft ingenomen ten aanzien van het uitzetten van de wisent?
De wisent maakt samen met het edelhert, de lynx, de bever en de otter deel uit van de zogeheten ‘Big Five’ waarover Provinciale Staten op 21 september 2012 via motie M11 GS hebben opgedragen met kracht af te zien van het door de provincie introduceren van “Big Five” in Brabant.
2. Deelt u de mening van de PVV dat medewerking aan het introduceren van de wisent in strijd is met motie M11, het met kracht afzien van het introduceren van de Big Five in Brabant? Zo nee, waarom niet?
Op blz. 5 van het mede door Stichting Ark opgestelde concept IBeP is het volgende te lezen: “Begrazing: Het plan is om vanaf 2016 een combinatie van wisenten, taurossen en Exmoor pony’s uit te zetten als wilde grazers;”. In de beantwoording van de Statenvragen van onze fractie van 25 november 2013 (uw kenmerk: 3496380)3 geeft u aan: “de provincie noch Stichting Ark ondersteunt in de samenwerkingsovereenkomst, de introductie van de wisent in De Maashorst.” (beantwoording vragen 3 en 5).
3. Hoe kunt u de plannen in het concept IBeP voor de introductie van wisenten rijmen met uw beantwoording van betreffende Statenvragen? Deelt u de mening van de PVV dat deze plannen haaks staan op de bestaande afspraken over de introductie van wisenten? Zo nee, waarom niet?
Op blz. 7 van het concept IBeP is het volgende te lezen: “Er is een schatting gemaakt van de kosten voor uitvoering van dit plan. De conclusie is dat er voldoende subsidies en reguliere budgetten voorhanden zijn om dit IBeP uit te voeren. Eind 2018 eindigt de subsidieverlening aan ARK voor De Maashorst. Vanaf 2019 is er voor de kuddes grote grazers alleen nog regulier beheer nodig. Met de provinciale subsidie voor natuurbeheer, kunnen de kosten van dit kuddebeheer gedekt worden.” De provincie is in dit kader hoofdsubsidieverstrekker voor ARK.4 Verder is op blz. 48/49 de volgende tabel opgenomen:
Activiteit inrichting en beheer begrazingsgebied/leefgebiedsmaatregelen | Dekking |
Inrichtingsmaatregelen zoals raster, veeroosters, invangmogelijkheid | Subsidie ARK |
Aanschaf/huur grote grazers | Huidig budget aangevuld door ARK |
Beheer grote grazers | Huidig budget aangevuld door ARK |
leefgebiedsmaatregelen | Leefgebiedensubsidie ARK |
4. In hoeverre worden uit bovengenoemde budgetten de kosten voor de introductie van de wisenten betaald en voor welk deel komen deze kosten direct of indirect ten laste van de provincie?
In de beantwoording van onze Statenvragen van 25-11-2013 (vraag 4) gaf u aan dat de door u aan ARK verstrekte subsidie voor de volgende doelen bestemd is:
“op 29 oktober 2013 hebben Gedeputeerde Staten besloten aan Stichting ARK een subsidie te verstrekken van maximaal € 13.587.000. Deze subsidie heeft betrekking op de volgende onderdelen:
- verwerving (180 ha nieuwe natuur): € 10.867.500
- ecologische inrichting van de nog niet ingerichte nieuwe natuur en de nog te verwerven nieuwe natuur (totaal 238 ha): € 1.599.500
- ontsnippering van lokale infrastructuur: € 120.000
- de programmatische uitwerking van het Leefgebiedsplan Zandgronden voor het gebied De Maashorst: € 1.000.000”
5. Deelt u de mening van de PVV dat de bij voorgaande vraag genoemde activiteiten uit het concept IBeP niet binnen deze subsidiedoelstellingen passen? Zo nee, waarom niet?
In de ‘Subsidieregeling biodiversiteit en leefgebieden Noord-Brabant’5 is in artikel 5 eerste lid de volgende weigeringsgrond opgenomen: “Subsidie wordt geweigerd indien het project geheel of ten dele gericht is op het edelhert, de bever, de otter, de wisent of de lynx.”
6. Deelt u de mening van de PVV dat gelet op deze weigeringsgrond in de voorliggende plannen op geen enkele manier subsidie gericht op de wisent kan worden verstrekt? Zo ja, bent u bereid om verdere medewerking hieraan te weigeren? Zo nee, waarom niet?
Verder is op blz. 15 van het concept IBeP het volgende te lezen: “In dit plan voor de periode tot en met 2019 wordt de focus voor inrichting en beheer gelegd op het op gang brengen van natuurlijke processen. Daarvoor wordt een aantal instrumenten ingezet (zie §2.4). Een van de basisprincipes daarbij is herstel van natuurlijke kringlopen, met als een van de belangrijkste aspecten ‘dood doet leven’. Dode bomen in de natuur en dieren die een natuurlijke dood sterven, zorgen ervoor dat andere dieren die daar geheel of gedeeltelijk afhankelijk van zijn juist voort kunnen bestaan.”
7. Kunt u uitsluiten dat er ’s winters uitgemergelde dieren rondlopen en mogelijk een hongerdood sterven, zoals in de Oostvaardersplassen? Worden de dieren in de Maashorst indien nodig voldoende bijgevoerd? Zo nee, waarom staat u dit onnodige dierenleed toe?
Voorts is de volgende passage te vinden op blz. 19 concept IBeP:
“Eindbeeld faunabeheer 2050 volgens het Natuurplan; Natuurlijke processen en recreatieve beleving zijn in De Maashorst onlosmakelijk met elkaar verbonden. Taurossen, wisenten, herten, reeën, vossen en wilde zwijnen zijn regelmatig te zien in hun natuurlijke habitat. Doordat er geen jacht plaatsvindt, zijn de dieren niet schuw.”
8. Betekent dit dat de Maashorst ook het leefgebied moet worden voor het wild zwijn? Deelt u onze mening dat voor het wild zwijn de nulstand gehandhaafd moet blijven?
Op blz. 21 concept IBeP is de volgende opmerking te lezen: “Voldoende overzicht voorkomt eventuele problemen, omdat zowel grazers als bezoekers elkaar op tijd zien. Mochten zich toch problemen voordoen tussen wisenten en bezoekers, dan wordt de best passende oplossing gezocht. Dit kan liggen in het aanpassen van paden en routes, het instellen van enkele kleine rustgebieden, meer voorlichting, het verwijderen van een individueel dier dat zich niet publieksvriendelijk gedraagt, tot het verwijderen van alle wisenten.”
9. Lopen door dit voorbehoud bezoekers niet onnodige veiligheidsrisico’s? Deelt u de mening van de PVV dat bezoekers nooit aan veiligheidsrisico’s mogen worden blootgesteld en het de verkeerde volgorde is om pas als het mis gaat maatregelen te nemen? Zo nee, waarom neemt u dit risico?
Blz. 28 concept IBeP stelt het volgende: “De rassen die geschikt zijn voor begrazing moeten jaarrond zelfredzaam zijn, d.w.z. dat zij doorgaans geen menselijke hulp nodig hebben in de vorm van bijvoorbeeld toedienen van medicijnen en hulp bij bevalling. Hun (graas-) gedrag moet afgestemd zijn op het zand- en kalklandschap van De Maashorst. De dieren moeten kunnen leven in natuurlijke sociale kuddes en samengaan met recreanten.”
10. Deelt u onze mening dat hiervoor beter Hereford-runderen ingezet kunnen worden, die ook over deze eigenschappen beschikken en waarbij agrarische ondernemers de beheerkosten voor hun rekening kunnen nemen? Zo nee, waarom niet?
11. Kunt u aangeven wat met de op dit moment reeds aanwezige dieren zal worden gedaan? Blijven deze dieren in hun leefgebied in de Maashorst? Zo nee, wat is de meerwaarde voor natuur en dierenwelzijn om deze dieren (opnieuw) te verplaatsen?
Daarnaast stelt het plan op blz. 29: “De inzet van een gescheperde kudde zal zo beperkt mogelijk worden gehouden om de aanwezige natuurlijke processen zo min mogelijk te verstoren.”
12. Deelt u onze mening dat hierdoor juist het cultuurhistorisch erfgoed van gescheperde schaapskuddes tekort wordt gedaan? Zo nee waarom niet?
13. Kunt u de mening van de PVV delen dat – gelet op de diverse voornoemde aspecten – het zeer onwenselijk is om medewerking te verlenen aan het voorliggende plan voor de Maashorst?
PVV Noord-Brabant
Alexander van Hattem
1 http://www.demaashorst.nl/over-de-maashorst/maashorst-nieuws/inrichting-en-beheerplan-(ibep)/
2 http://www.demaashorst.nl/over-de-maashorst/organisatie-de-maashorst/de-stuurgroep/
Beantwoording: Inrichting_Maashorst_beantwoording_dd_08-06-2015.pdf