Statenvragen inzake specifiek integratiebeleid
Geacht college,
Volgens de website http://www.nomb.nl/over-nomb/ is het Netwerk Oudere Migranten Brabant (NOMB) een initiatief van de provincie Noord-Brabant in samenwerking met de Stichting Verenigde Bonden Overleg Brabant (VBOB).
Dat leidt tot de volgende vragen:
1. Klopt het dat het Netwerk Oudere Migranten Brabant een initiatief is van de Provincie Noord-Brabant? Op basis van welk beleidsdocument heeft GS wanneer besloten tot dit initiatief?
2. Een schrijven van de NOMB bevat de volgende passage: "Het NOMB is tot stand gekomen op initiatief van de provincie Noord-Brabant. Na een door de provincie mogelijk gemaakt onderzoek is komen vast te staan dat het NOMB ertoe doet en dat de samenhang tussen en de maatschappelijke participatie van seniore burgers in Brabant wordt versterkt."
Klopt het dat GS het genoemde onderzoek heeft mogelijk gemaakt (facilitair dan wel (direct of indirect) financieel)? Waarover precies ging het onderzoek en wat was het doel van het onderzoek? Welk beleidsdocument vormde de legitimatie voor het onderzoek?
3. De NOMB houdt zich met specifiek doelgroepenbeleid bezig, zo blijkt uit de website, de doelstelling van het netwerk alsmede uit de projectrapportage naar de provincie "Samen Bondgenoten". In het kabinetsbeleid is sinds de nota Donner in 2011 nadrukkelijk afstand genomen van doelgroepenbeleid en gekozen voor generiek beleid. Daarnaast heeft ook de provincie enkele jaren geleden het integratiebeleid losgelaten, en geldt dat steden als 's-Hertogenbosch en Tilburg enkele jaren geleden hebben gekozen voor een generiek in plaats van specifiek integratiebeleid. In dat kader is voor een flink deel van de in de NOMB-projectrapportage genoemde organisaties de (gemeentelijke) subsidie toen stopgezet.
a. Kan GS aangeven waarom zij het specifieke doelgroepenbeleid en de NOMB steunt? Op basis van welk beleid geschiedt dat?
b. Het lijkt erop alsof diverse organisaties wiens subsidie in het kader van vervallen beleid is stopgezet nu via de NOMB indirect toch weer profiteren van overheidsondersteuning. Is GS het met de PVV eens dat dit een uitermate onwenselijke situatie is, en dat hier sprake is van oneigenlijke inzet van publieke middelen?
4. Uit de projectrapportage van NOMB aan de provincie blijkt dat de NOMB samenwerkt met diverse moskeeën in Brabant, projecten organiseert met moskeebesturen en activiteiten in de moskeeën ondersteunt. Deelt het college de mening van de PVV Noord-Brabant dat samenwerking door een door de provincie ondersteunende en indirect gesubsidieerde organisatie met deze bolwerken van islamitische haatideologie totaal onwenselijk is? Zo nee, kunt u aan de Brabantse burgers uitleggen waarom u actief bijdraagt aan de islamisering van Brabant?
Namens de PVV Noord-Brabant,
Alexander van Hattem
Patricia van der Kammen