PVV Brabant: Per direct stoppen met 'stalderen'!
Geacht college,
PVV Noord-Brabant heeft vanaf de start van de stalderingsregeling gewaarschuwd dat kleine gezins- en familiebedrijven onredelijk hard getroffen zouden worden. De uitspraak van de rechter bevestigt nu het gelijk van de PVV en steekt een fikse stok in de wielen van de provincie. De staldering mag niet onverkort opgelegd worden, omdat vooral kleine veehouderijen onevenredig hard getroffen worden.
In tegenstelling tot de opvatting van GS is er volgens zowel de PVV als de rechtbank geen sprake van een ondersteunend maatregelenpakket om dit te voorkomen. Omdat het algemeen toepassen van de stalderingseis in strijd is met de zorgvuldigheid, evenredigheid en rechtszekerheid, roept de PVV op om direct te stoppen met staldering.
Daarom de volgende vragen:
1. Heeft dit college kennisgenomen van het artikel ‘Terechte vraagtekens rechter bij staldering’ van De Boerderij?[1]
2. Kan GS aangeven welke consequenties de uitspraak van de rechter heeft voor de staldering?
3. De fractie van PVV Noord-Brabant heeft GS meermaals gewaarschuwd dat kleine gezins- en familiebedrijven onevenredig hard benadeeld zouden gaan worden. De rechterbank Oost-Brabant deelt deze mening. Waarom heeft GS de waarschuwingen van de PVV-fractie in de wind geslagen?
4. Het gaat de rechtbank Oost-Brabant op dit moment te ver om de stalderingseis geheel onverbindend te verklaren[2] maar de kans is groot dat dit op een ander tijdstip of bij een andere rechtbank wel gebeurt. Deelt GS de mening van de PVV-fractie dat de transitie duurzame veehouderij, waarvan de staldering deel uitmaakt, op juridisch drijfzand is gebouwd en geen stand gaat houden, met mogelijk hoge schadevergoedingen tot gevolg? Zo nee, waarom niet?
5. Is het college dan nu eindelijk bereid om te stoppen met de heilloze weg die staldering heet? Zo nee, waarom niet?
Namens de PVV Noord-Brabant,
Maikel Boon
[1] https://www.boerderij.nl/Home/Blogs/2018/5/Terechte-vraagtekens-rechter-bij-staldering-287070E/
[2] https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBOBR:2018:2436
Beantwoording: Uitspraak_rechter_staldering_dd_11-06-2018.pdf