Statenvragen PVV inzake drukjacht
Geacht college,
Op 9 juli jl. verscheen namens de provincie een persbericht[1] over een maatregelenpakket wat gedeputeerde Van den Hout is overeengekomen met de Zwijnentafel Heeze-Leende. Naar aanleiding daarvan heeft de PVV-fractie de volgende vragen.
1. Het persbericht stelt dat de Zwijnentafel Heeze-Leende voorstander is van een pilot waarin onder strenge voorwaarden drukjacht toegestaan wordt en dat “Gedeputeerde Van den Hout liet weten onder een aantal voorwaarden aan deze pilots mee te willen werken.”
a. Kan GS aangeven wat in dit verband concreet onder ‘drukjacht’ wordt verstaan?
b. Kan GS tevens aangeven hoe dit zicht verhoudt met de opmerking in het persbericht dat “de provincie alle mogelijke, wettelijk toegestane wijzen van bejaging inzet”?
c. Kan GS aangeven op welke concrete voorwaarden gedeputeerde Van den Hout hier doelt en hoe deze voorwaarden gehandhaafd zullen worden?
2. Naar aanleiding van dit persbericht schrijft de Jagersvereniging op haar website over de toe te passen vorm van drukjacht: “De drukjacht, oftewel, de bewegingsjacht is een actieve en effectieve vorm van bejaging. Enkele drijvers lopen door de dichte dekking waar wild zich verschuilt. Hierdoor komt het wild in beweging en gaan zij op zoek naar een andere dekking. Strategisch opgestelde jagers kunnen dan één of meerder stuks wild schieten als deze rustig voorbij komen lopen.”2
Kan GS aangeven dat in de pilot inderdaad wordt gedoeld op een vorm van drukjacht zoals beschreven door de Jagersvereniging, met meerdere drijvers en jagers?
3. De vigerende Verordening Natuurbescherming Noord-Brabant stelt in artikel 3.5: “Het doden van wilde zwijnen door middel van de één-op-één beheermethode, bedoeld in artikel 3.33, tweede lid, van de wet, is toegestaan indien dit geschiedt conform een door Gedeputeerde Staten goedgekeurd faunabeheerplan.” Bij de goedkeuring van het in dit kader bedoelde Faunabeheerplan 2017-2023 is door GS expliciet het voorstel voor het toepassen van drukjacht op wilde zwijnen buiten toepassing gelaten.[3] Kan GS aangeven waarom gedeputeerde Van den Hout al op voorhand toezegt medewerking te verlenen aan de pilot met drukjacht, terwijl er géén sprake is van een goedgekeurd faunabeheerplan met toestemming voor drukjacht?
4. Artikel 3.33 tweede lid van de Wet natuurbescherming[4] stelt: “Provinciale staten kunnen bij verordening bepalen dat in afwijking van het eerste lid, het doden van wilde zwijnen is toegestaan door middel van een methode, waarbij één persoon wilde zwijnen opzettelijk verontrust met het oogmerk deze dieren binnen het schootsveld van één geweerdrager te drijven, opdat deze de dieren kan doden, en waarbij geen hond wordt ingezet.” Kan GS verklaren, indien zij met de pilot meerdere jagers en drijvers wil inzetten, hoe dit zich verhoudt tot de wet die expliciet uitgaat van slechts één drijver en één jager?
5. De artikelsgewijze toelichting van de Verordening Natuurbescherming Noord-Brabant stelt bij artikel 3.5: “Op grond van artikel 3.33, tweede lid, van de Wnb kunnen provinciale staten bij verordening bepalen dat het drijven middels een één op één methode wel wordt toegestaan. Ter uitvoering van het provinciale faunabeleid wordt het noodzakelijk geacht het opzettelijk verontrusten van wilde zwijnen, met het oogmerk deze dieren binnen het schootsveld van één geweerdrager te drijven, toe te staan. Deze toestemming geldt enkel indien de uitvoering geschiedt conform een door Gedeputeerde Staten goedgekeurd faunabeheerplan.”[5] Kan GS verklaren, indien zij met de pilot meerdere jagers en drijvers wil inzetten, hoe dit zich verhoudt tot de door PS vastgestelde verordening en artikelsgewijze toelichting, waarbij de één-op-één methode expliciet beperkt blijft tot één drijver en één jager? Passeert gedeputeerde Van den Hout met zijn toezegging aan de Zwijnentafel hiermee niet Provinciale Staten in haar verordenende bevoegdheid?
6. Op 4 juli 2017 is een aanvraag van de Faunabeheereenheid tot ontheffing voor drukjacht volgens de ‘Limburgse methode’ nog expliciet geweigerd door GS.[6]
a. Kan GS uitsluiten of de in voorgestelde pilot gedoeld wordt op het toelaten van de ‘Limburgse methode’ van drukjacht? Zo niet, kan GS specifiek onderbouwen op basis van welke concrete ontwikkelingen, voorwaarden en factoren zij deze methode nu wel toelaatbaar acht?
b. Kan GS concreet aangeven wat zij onder de ‘Limburgse methode’ verstaat en hoe deze zich verhoudt tot artikel 3.33 lid 2 Wet natuurbescherming?
7. In het besluit van 4 juli 2017 wordt tevens aangegeven dat “Voor het op het gewenste niveau houden van de populatie van het wild zwijn is geen alternatief voorhanden, anders dan het gebruik van het geweer.”
a. Kan GS aangeven waarop deze conclusie gebaseerd is en welke alternatieven er concreet zijn onderzocht?
b. In het persbericht over het voorgestelde maatregelenpakket van de Zwijnentafel is echter wel sprake van een pilot met alternatieven in de sfeer van preventie: “een ‘innovatiepotje’, gevuld door de deelnemende partijen. Daaruit zouden bepaalde creatieve/ongebruikelijke maatregelen betaald kunnen worden om schade door zwijnen te voorkomen. Het accent zou hierbij moeten liggen op preventie.” Kan GS aangeven waarom vorig jaar nog onomwonden gesteld werd dat er géén alternatieven zijn voor het geweer en GS nu wél medewerking toezegt aan een pilot met preventieve maatregelen? Waarom is vorig jaar niet gekeken naar deze innovatieve/preventieve alternatieven?
c. Is GS bereid om, gelet op deze pilot, preventieve maatregelen te nemen om te voorkomen dat de populatie wilde zwijnen zich verder uitbreidt in de vorm van hormoondarten of soortgelijke anticonceptiemaatregelen?
d. Kan GS aangeven of zij het met de PVV-fractie eens is dat het beter is om af te zien van drukjacht, wat zelfs een averechts effect kan hebben (zoals ook aangegeven door deskundigen tijdens de expertmeeting in 2016, bijvoorbeeld waterbedeffect door verdere verspreiding van zwijnen door schrikreactie jacht, meer en snellere voortplanting, etc.) en in plaats daarvan in te zetten op een maatregelenpakket wat preventieve alternatieven voorop stelt? Zo nee, waarom niet?
e. De provincie Flevoland heeft besloten om “nader onderzoek te laten verrichten naar de mogelijkheden van anticonceptie om het aantal grote grazers te reguleren en Provinciale Staten te informeren voordat wordt overgegaan tot afschot”[7]. Is GS bereid om te bezien of de uitkomsten van dit onderzoek kunnen bijdragen aan een oplossing voor de zwijnenproblematiek in Noord-Brabant?
8. In beantwoording van Statenvragen van de PVV-fractie op 8 juni 2015[8] gaf GS het volgende aan: “De provincie is met alle betrokken partijen in gesprek geweest (zwijnentafels), op basis hiervan wordt het beleid van de zwijnen uitgewerkt en geagendeerd in Provinciale Staten.” Sindsdien is er nog steeds geen expliciet door GS uitgewerkt beleid omtrent wilde zwijnen geagendeerd in Provinciale Staten (behoudens informatiebijeenkomsten/expertmeeting). Kan GS aangeven of zij alsnog met uitgewerkt beleid omtrent wilde zwijnen naar PS komt en wanneer?
Namens de PVV Noord-Brabant,
Alexander van Hattem
[2] https://www.jagersvereniging.nl/provincie-brabant-staat-open-voor-proef-drukjacht-wilde-zwijnen/
[3] https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2017-2706.html
[4] http://wetten.overheid.nl/BWBR0037552/2018-07-01#Hoofdstuk3_Paragraaf3.7_Artikel3.33
[7] Amendement PVV Flevoland, aangenomen in PS-vergadering 11 juli 2018: https://stateninformatie.flevoland.nl/Vergaderingen/Provinciale-Staten/2018/11-juli/14:00/Amendement-D-PVV-Nader-onderzoek-naar-pre-conceptie-door-de-juiste-deskundigen.pdf
Beantwoording: Drukjacht_wilde_zwijnen_beantwoording_07-08-2018.pdf