Statenvragen Help boeren met hardheidsclausule vooruit
Geacht college,
Er bereiken onze fractie signalen dat Brabantse boeren die vanuit de provincie een hardheidsclausule op bepalingen uit de IOV hebben gekregen nog steeds vastlopen in hun bedrijfsvoering. Door de verkregen hardheidsclausule wordt bij deze boeren de verwachting gewekt dat zij met hun innovatieve stalsystemen aan de slag kunnen, maar in de praktijk blijken zij nog steeds tegen starre regelgeving aan te botsen.
Onze fractie heeft eerder technische vragen[1] gesteld om de situatie rondom de hardheidsclausule te verhelderen, maar het verhaal van de boeren noopt ons tot de volgende vervolgvragen:
1. Voor stalsystemen waarop een hardheidsclausule op de IOV wordt toegepast geldt volgens de beantwoording op onze eerdere technische vragen dat deze systemen “naar verwachting aan de reductie-eisen uit de IOV voldoe[n]”.
Kan het college zich, gezien het bovenstaande, net als de PVV voorstellen dat boeren die een hardheidsclausule op de IOV hebben verkregen in de veronderstelling zijn dat zij met deze hardheidsclausule op zak aan de slag kunnen met hun innovatieve stalsysteem zonder hier verder nog in gehinderd te worden door andere overheden/instanties of verdere regelgeving? Zo nee, waarom niet?
2. Is het college het met de PVV eens dat de provincie, als verstrekker van de hardheidsclausule, ook een zekere zorgplicht kent richting de boeren die deze hebben gekregen en dat de provincie mee moet denken/moet ondersteunen wanneer boeren ondanks de hardheidsclausule bij het toepassen van hun innovatieve stalsystemen toch nog tegen verdere regelgeving aanlopen, bijvoorbeeld bij andere overheden als de gemeenten of instanties als de omgevingsdiensten? Zo nee, waarom niet?
Namens de PVV Noord-Brabant,
Maikel Boon