Statenvragen over leningen aan gemeenten
Geacht college,
De provincie heeft 2,3 miljard euro aan verstrekte leningen uitstaan (Jaarrekening 2022, bijlagenboek blz. 25-34/ begroting 2024, bijlagenbundel blz 54-60), waarvan 1,7 miljard euro aan decentrale overheden buiten Noord-Brabant, het overgrote deel gemeentes.
Over dit onderwerp heeft de PVV Noord-Brabant de volgende vragen:
1. Vorig jaar werd verwacht dat gemeenten vanaf 2028 met grote financiële tekorten zouden kampen[1]. Honderden gemeenten zullen naar verwachting negatieve begrotingen opstellen vanaf 2026[2]. Met name de krimp van het gemeentefonds vanaf 2026 veroorzaakt deze tekorten.
a. Is het college bekend met deze ontwikkeling?
b. Hoeveel Brabantse gemeentes hebben in 2022 meerjarige begrotingen opgesteld met tekorten aan het einde van de meerjarige begrotingsperiode (2025, 2026)?
c. Hoeveel Brabantse gemeentes hebben in 2023 meerjarige begrotingen opgesteld met tekorten aan het einde van de meerjarige begrotingsperiode (2026, 2027)? Indien de begrotingen nog niet zijn ingediend, wat is het beeld dat het college heeft hiervan?
d. Heeft het college al een beleidslijn vastgesteld hoe om te gaan met gemeentes die een realistische (negatieve) begroting bij de provincie indienen? Zo nee, wanneer verwacht u die beleidslijn te kunnen publiceren?
2. De provincie heeft 2,3 miljard euro aan verstrekte leningen uitstaan (Jaarrekening 2022, bijlagenboek blz. 25-34/ begroting 2024, bijlagenbundel blz 54-60), waarvan 1,7 miljard euro aan decentrale overheden buiten Noord-Brabant, het overgrote deel bij gemeentes.
a. Op welke wijze beoordeelt de provincie een leningaanvraag van een gemeente (buiten Noord-Brabant)?
b. Is hiervoor een standaard werkproces operationeel? Zo ja, mogen we dat ontvangen? Zo nee, waarom niet?
c. Op welke criteria wordt de aanvraag getoetst? Graag een volledig en feitelijk antwoord.
d. Hoe wordt het rentepercentage bepaald? Graag een volledig en feitelijk antwoord.
e. Hoe wordt de afweging gemaakt over de looptijd van een lening?
f. Hoe verhoudt zich het verstrekken van een lening vanuit de provincie tot het aangaan van leningen door medeoverheden op de kapitaalmarkt, ook qua rentepercentage?
3.
a. Hoeveel leningaanvragen en voor in totaal hoeveel geld van gemeentes buiten Noord-Brabant zijn er de afgelopen 5 jaar bij de provincie ingediend?
b. Hoeveel leningaanvragen en voor in totaal hoeveel geld van gemeentes buiten Noord-Brabant zijn er daarvan de afgelopen 5 jaar afgewezen?
c. Wat waren daarbij telkens de redenen voor het afwijzen van de leningen?
4. De provincie bestempelt het risico op leningen aan gemeentes (buiten Noord-Brabant) als afwezig, omdat volgens de provincie de gemeente altijd aan de verplichtingen zal kunnen voldoen.
a. Is het college net als de PVV van mening dat gemeentes die teveel geld lenen en/of op te grote voet leven, uiteindelijk in de financiële problemen kunnen komen? Zo nee, waarom niet?
b. Is het college net als de PVV van mening dat gemeentes die teveel geld lenen substantiële bedragen aan rente betalen, geld dat dus niet kan worden besteed aan zorg, vuilnis ophalen, onderhoud aan het groen of andere gemeentelijke taken voor de burgers? Zo nee, waarom niet?
c. Is het college net als de PVV van mening dat wanneer dit veel gemeentes betreft, dat dus veel inwoners in een provincie treft? Zo nee, waarom niet?
d. Is het college net als de PVV van mening dat onhoudbare gemeentelijke financiën de burger extra hard treffen, juist omdat de gemeentelijke taken de burger zeer direct raken? Zo nee, waarom niet?
e. Is het college net als de PVV van mening dat gemeentes veel teveel taken hebben in relatie tot hun inkomstenpositie? Zo nee, waarom niet?
f. Is het college net als de PVV van mening dat er daarnaast veel gemeentes zijn die een onverantwoorde investeringsambitie hebben, bijvoorbeeld op het gebied van ‘duurzaamheid’? Zo nee, waarom niet?
5. Groningen is een voorbeeld van een gemeente die disproportioneel veel geld leent, in totaal voor ruim 1,7 miljard euro, op een begrotingsomvang van minder dan 1,3 miljard euro. Met een netto schuldquote van 142,6%[3] en een solvabiliteit van 9,9% zien de financiële kengetallen van de gemeente Groningen er zorgwekkend uit. Gemakshalve heeft Groningen de gewenste norm voor de solvabiliteit maar bijgesteld naar 10%. Groningen gaat onverstoorbaar door met lenen, zo wil de gemeente in 2024 wederom 200 miljoen euro bijlenen, waarvan dan 79 miljoen moet worden gebruikt voor ‘reguliere aflossingen’. Enkele grote nieuwe investeringen waarvoor ook leningen moeten worden aangetrokken, zijn dan nog niet in de cijfers opgenomen, aldus de Groningse begroting 2024[4].
Alleen al bij de Provincie Noord-Brabant heeft Groningen 255m€ geleend, zo’n 1.250 euro per inwoner. Bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en de Nederlandse Waterschapsbank (NWB) staat in totaal voor ruim 1,2 miljard euro, 6.000 euro per inwoner. Bij de BNG en de NWB staat overigens ook veel Brabants publiek geld, dat de Provincie geleend heeft aan de BNG en de NWB.
a. Hoe kijkt het college als geldlener aan tegen deze financiële situatie van de gemeente Groningen?
b. Vindt het college het verantwoord om gemeentes zoals Groningen geld te lenen? Zo ja, waarom? Graag een onderbouwing mede in het context van de vorige vraag.
c. Zo nee, is het college bereid om aan gemeentes zoals Groningen geen geld meer te lenen?
6. Katwijk is nog een voorbeeld van een gemeente waar de financiën onhoudbaar dreigen te worden. Op een begrotingsomvang van ruim 226 miljoen euro (2023) is de omvang van de schulden (1/1/2023) 174,6 miljoen euro, en groeit volgens de begroting 2024[5] naar bijna 309 miljoen euro in 2027. De geraamde rentelasten 2024 bedragen bijna 4 miljoen euro. De netto schuldquote groeit van 81% eind 2022 naar 156% in 2027.
Alleen al bij de Provincie Noord-Brabant heeft Katwijk ruim 61m€ geleend, bijna 1.000€ per inwoner.
a. Hoe kijkt het college als geldlener aan tegen deze financiële situatie van de gemeente Katwijk?
b. Vindt het college het verantwoord om gemeentes zoals Katwijk geld te lenen? Zo ja, waarom? Graag een onderbouwing mede in het context van vraag 4.
c. Zo nee, is het college bereid om aan gemeentes zoals Katwijk geen geld meer te lenen?
7. Is het college bereid om maatschappelijk verantwoorde criteria te ontwikkelen en hanteren voor het uitlenen van geld aan gemeentes, waarbij niet zozeer theoretische risico’s en de renteopbrengst voor Noord-Brabant centraal staan, maar zaken als de rentelasten en de schuld per inwoner, effect van de lening op de meerjarige gemeentelijke financiële positie, de kengetallen zoals de schuldquote en solvabiliteit, het concrete doel van de lening (bijvoorbeeld t.b.v. kerntaken of voor zelf gekozen extra beleid, lenen om de rente en aflossing van bestaande leningen te voldoen etc.) enzovoort? Zo nee, waarom niet?
8. Ook binnen Noord-Brabant zijn er veel gemeentes die er niet rooskleurig voorstaan of die erg veel lenen. Voorbeelden:
- de gemeente Oosterhout met een groei van schulden van 65 miljoen euro begin 2023 naar 269 miljoen euro in 2027, met een netto schuldquote die van 32% groeit naar 131%. Inclusief een flink exploitatietekort aan het einde van de planperiode;
- de gemeente Tilburg met begin 2023 189 miljoen euro aan schulden oplopend tot 880 miljoen in 2027, fors oplopende netto schuldquote, flink dalende solvabiliteit;
- gemeente Goirle, netto schuldquote oplopend van 35,5% naar 122,7%, dalende solvabiliteit naar 20%, exploitatietekort einde planperiode;
- gemeente Steenbergen, tekorten vanaf 2026, grote investeringen (voor riolering en onderwijsgebouwen!) nog niet meegenomen in de begroting.
a. Klopt de aanname dat gemeentes met onhoudbare financiële situaties onder toezicht van de provincie komen te staan, die zich dan mag bemoeien met de uitgaven?
b. Hoe groot acht het college de kans op wanbetaling door gemeentes?
c. Zou in zo’n geval bijvoorbeeld de vraag kunnen voorliggen of de gemeente eerst de wijkverpleging van hulpbehoevenden moet betalen of eerst de rente en aflossing op de schuld?
d. Is het college net als de PVV van mening dat dergelijke keuzes voorkomen moeten worden? Zo nee, waarom niet?
e. Kan het college zich voorstellen dat bij veel gemeentes buiten Brabant ingeval van toezicht dus mogelijk ook vraagstukken bij collega-provincies op tafel komen te liggen over waar een gemeente -bijvoorbeeld een gemeente met een flinke schuld bij de provincie Noord-Brabant- het geld aan mag uitgeven?
f. Is het college het met de PVV eens dat binnen het toezicht op de financiën van de Brabantse gemeenten scherpere aandacht noodzakelijk is voor de financiële situatie (meer dan de huidige standaardbeoordeling[6]), en dan met name dat voor zich uit schuiven van problemen door veel geld te lenen geen oplossing is?
9. Heel wat Brabantse gemeentes spreken in de begroting 2024 van hoge investeringsambities die met vreemd vermogen gefinancierd moeten gaan worden. Een deel van de gemeentes heeft die investeringen nog niet of niet volledig gekwantificeerd, en/of heeft het benodigde vreemd vermogen nog niet in de begroting opgenomen.
a. Is het college net als de PVV van mening dat het huidige beoordelingskader voor begrotingen (verticaal Toezicht) onvoldoende rekening houdt met zaken die wél worden benoemd maar nog niet zijn gekwantificeerd?
b. Bent u net als de PVV van mening dat het niet wenselijk is dat gemeentes met vele niet-kerntaken worden geconfronteerd zoals de RES-sen en klimaatbeleid? Zo nee, waarom niet?
c. Bent u net als de PVV van mening dat gemeentes teveel beleidsthema’s worden opgedrongen bijvoorbeeld SDG-doelen en ‘woke’-beleid? Zo nee, waarom niet?
d. Hoe kijkt het college aan tegen zijn eigen rol als ambitie-stapelaar?
e. Bent u net als de PVV van mening dat het onwenselijk is dat de provincie een dubbelrol heeft, namelijk aan de ene kant gemeentes aanzetten tot of betrekken in allerlei duur extra beleid, en tegelijkertijd de toezichthoudende rol op de gemeentelijke financiën? Zo nee, waarom niet?
10. Het verticaal toezicht op de gemeentelijke financiën is individueel gericht.
a. Is het college net als de PVV van mening dat een blik op gezonde financiën óók op het collectieve geheel gericht zou moeten zijn?
b. Is het college net als de PVV van mening dat dubbele of tegenstrijdige belangen (zie vraag 9) onvoldoende gewogen worden in de huidige systematiek? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is het college bereid om het treasurybeleid, met name de gretigheid t.a.v. uitlenen, te herzien? Zo nee, waarom niet?
Namens de PVV Noord-Brabant,
Patricia van der Kammen
[1] https://www.binnenlandsbestuur.nl/financien/miljardentekort-lokale-overheden-na-2026
[2] https://www.gemeente.nu/bedrijfsvoering/financien/maak-financiele-tekorten-zichtbaar-in-begroting/
[3] Een gezonde netto schuldquote is <90%, hoger dan 130% wordt als problematisch gezien. Een solvabiliteit van >50% wordt als goed gezien, onder de 20% als problematisch.
[4] https://gemeenteraad.groningen.nl/Documenten/Raadsvoorstellen/Ontwerpbegroting-2024
[5] https://extra.katwijk.nl/fileadmin/user_upload/Begroting_2024.pdf
[6] https://www.brabant.nl/-/media/2d7a0f991bb442b59bf2a02ac0a0812e.pdf