Statenvragen Provinciale lening voor ontwikkeling van windmolen De Roover in het kader van het project Windenergie A16
Geacht college,
In een statenmededeling dd. 23 januari jl.[1] maakt het college kenbaar dat het voornemens is om via het provinciaal Ontwikkelbedrijf een lening te verstrekken voor de ontwikkeling van windmolen De Roover in het kader van het project Windenergie A16. Het betreft een “excentrisch gelegen windmolen”, van “een afwijkend type”. Dat wil zeggen: het is lagere turbine met een lager rendement, maar relatief duur in aanschaf. De windmolen kent een dergelijke business case dat banken deze niet willen financieren, vandaar dat de provincie te hulp wil schieten.
Daarom de volgende vragen:
1) In een statenmededeling dd. 23 januari jl. maakt het college kenbaar dat het voornemens is om via het provinciaal Ontwikkelbedrijf een lening te verstrekken voor de ontwikkeling van windmolen De Roover in het kader van het project Windenergie A16. Het betreft een “excentrisch gelegen windmolen”, van “een afwijkend type”. Dat wil zeggen: het is lagere turbine met een lager rendement, maar relatief duur in aanschaf. De windmolen kent een dergelijke business case dat banken deze niet willen financieren, vandaar dat de provincie te hulp wil schieten.
a. Is het college het met de PVV eens dat het niet de taak van de provincie is om bankier te spelen?
b. Zo nee, waarom niet?
2)
a. Is het college het met de PVV eens dat de provincie onnodige financiële risico’s neemt door middels een lening bij te springen bij de ontwikkeling van een windmolen die door de markt al als niet-rendabel is bestempeld?
b. Zo nee, waarom niet?
3)
a. Is het college het verder met de PVV eens dat dat het sowieso absurd is dat de provincie een windmolen wil helpen realiseren die naar eigen zeggen een “minder positieve business case” kent?
b. Zo nee, waarom niet?
4)
a. Is het college het met de PVV eens dat de negatieve (gezondheids-)effecten (zoals verstoorde slaap, horizonvervuiling, slagschaduw, geluidhinder) die de windturbine zal veroorzaken haaks staan op het streven van het college om iedere Brabander drie extra gezonde jaren te geven?
b. Zo nee, waarom niet?
5)
a. Is het college, gezien het bovenstaande, bereid om af te zien van het verstrekken van de lening voor windmolen De Roover?
b. Zo nee, waarom niet?
6) In de statenmededeling staat: "GS is bevoegd om een begrotingssubsidie (in de vorm van een geldlening) te verlenen, conform artikel 4, vierde lid, onder b, van de Algemene Subsidieverordening Noord-Brabant.". In de vigerende ASV[2] is echter geen artikel 4, lid 4 sub b te vinden.
a. Kan het college dit nader toelichten
b. Kan het college hierbij ook concreet ingaan op de vraag of de procedures wel correct zijn doorlopen?
7) Wat is het verwachte rendement in termen van vermeden graden opwarming van de aarde dat na de bouw van deze windmolen wordt gerealiseerd?
8) Kan het college inzake dit dossier concreet de rollen en belangen van Gedeputeerde Staten uiteenzetten?
Namens de PVV Noord-Brabant,
Patricia van der Kammen