Statenvragen verkeersdrukte N69
Geacht college,
Onze fractie heeft met zorg kennisgenomen van het nieuwsbericht op de website van het ED over de problemen op de N69 bij de Barrier in Bergeijk.[1] Bewoners ervaren lange wachttijden (tot een half uur) om de weg op te komen, onveilige situaties door vrachtverkeer en geluidsoverlast. De provincie monitort de toegenomen verkeersdrukte, maar bewoners voelen zich vergeten en snakken naar oplossingen.
Daarom hebben wij de volgende vragen:
1. Uit het nieuwsbericht blijkt dat de provincie de drukte op de N69 monitort op specifieke punten (tussen Locht-Veldhoven en N397-Westerhoven, en Luikerweg-Bergeijksedijk), maar niet continu op het zuidelijke deel bij de Barrier. Is het college het met de PVV eens dat, gezien de gemelde toename van en de genoemde wachttijden tot een half uur voor bewoners, de drukte bij de Barrier beter ook continu gemonitord kan worden? Zo nee, waarom niet?
2. In het artikel wordt gesteld: “De toenemende drukte op de weg vormt volgens de provincie geen probleem. Noord-Brabant heeft een inschatting gemaakt van de drukte in 2030, waarop de N69 berekend moet zijn.” Is het college het met de PVV eens dat het, gezien de signalen vanuit omwonenden, realistisch zou zijn om de voorspelling tot 2030 te herzien en met de (her)inrichting van de weg alvast rekening te houden met forst toenemende drukte? Zo nee, waarom niet?
3. Is het college het met de PVV eens dat een vierbaanse N69, net zoals het Vlaamse deel van de weg over de grens, een uitstekende oplossing voor de toenemende drukte is, en is het college bereid om stappen te zetten om dit te realiseren? Zo nee, waarom niet?
4. Een parallelweg bij De Barrier zou voor de inwoners van het buitengebied ook een welkome toevoeging zijn. De N397 bij Westerhoven kent ook zo’n constructie[2], terwijl die weg een stuk minder druk is dan de N69. Is het college bereid om de mogelijkheden voor parallelwegen in het zuidelijke stuk van de N69 te onderzoeken? Zo nee, waarom niet?
5. Wat onze fractie ook een doorn in het oog is, is het gegeven dat de N69 geen eenduidige kruisingen kent. Op het zuidelijke deel zijn veel hinderende gelijkvloerse kruisingen, waar rotondes (zoals bij Borkel) of ongelijkvloerse kruisingen (zoals op de Westparallel) veel betere oplossingen zouden zijn. Is het college dit met de PVV eens en is het dan ook bereid om stappen te ondernemen om de kruisingen op het zuidelijke deel van de N69 te verbeteren en meer in lijn te brengen met de andere delen van de weg? Zo nee, waarom niet?
Namens de PVV Noord-Brabant,
Tjerk Langman
Alexander van Hattem
[2] Zie het betreffende besluit bij de N397 voor de argumentatie voor een parallelweg: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-57469.pdf