Statenvragen: risico’s hogere waterstanden door riviernatuur
Geacht college,
Onze provincie is met haar ligging aan de grote rivieren Maas en Merwede bekend met de mogelijke risico’s van hoge waterstanden. De kritieke situatie in januari 1995 staat bij velen nog in het geheugen gegrift. Minder scherp voor de geest zal het feit staan dat destijds in de jaren daaraan voorafgaand geen noodzakelijke onderhoudsmaatregelen aan de rivierdijken konden worden gepleegd door procedures van de milieubeweging. Terwijl de dijken op springen stonden verklaarde de Stichting Natuur en Milieu zelfs nog geen reden te zien om de procedures stop te zetten.[1] Voor de rijkelijk gesubsidieerde idealen van de milieuridders mochten zelfs mensenlevens op het spel worden gezet.
Zestien jaar later heeft de milieubeweging van het overstromingsgevaar juist weer een lucratieve gesubsidieerde activiteit gemaakt. Als welhaast sektarische volgelingen van Al Gore mijmeren zij de somberste onheilstijdingen over klimaatveranderingen en de daaruit voortvloeiende risico’s op overstromingen. De overheid gaat hier kritiekloos in mee door het thema klimaatverandering steevast onderdeel te laten zijn van haar natuur- en waterbeleid. Zo is op de website van de Rijksoverheid onder het kopje “Nieuwe natuur in uiterwaarden” het volgende te lezen: “Door het veranderende klimaat moeten rivieren buiten hun oevers kunnen treden om hoge waterstanden te voorkomen. Dat wordt mogelijk door rivieren te verbreden en natuurgebieden aan te leggen.”[2]
Nu blijkt echter uit een studie van Alterra dat deze ‘nieuwe natuur in uiterwaarden’ juist een averechts effect kan hebben bij hoge waterstanden.[3] Begroeiing op de uiterwaarden van rivieren stuwt het water op en belemmert zo de afstroming van rivierwater. Volgens de studie zou grootschalige natuurontwikkeling in uiterwaarden in de toekomst kunnen leiden tot maar liefst 60 centimeter waterstandsverhoging bij hoogwater. Om de hoogwaterveiligheid te blijven waarborgen zijn volgens de onderzoekers extra compenserende maatregelen nodig zoals het intensiever beheren van riviernatuur, waarbij zij denken aan meer agrarisch natuurbeheer.
Los van de vraag of overstromingen door klimaatverandering worden veroorzaakt vindt de PVV het bestrijden van risico’s van hoog water van groot belang en komt daarom tot de volgende vragen:
1. Is er in de Noord-Brabantse uiterwaarden sprake van grootschalige natuurontwikkeling? Zo ja, zijn hiervoor door de provincie subsidies verstrekt?
2. Hoe groot schat u de eventuele risico’s in voor de Brabantse uiterwaarden en bent u vanwege het averechtse effect bereid te stoppen met eventuele nieuwe natuur?
3. Zo nee, bent u bereid om bij eventuele natuurontwikkeling in uiterwaarden niet zozeer in te zetten op het duurzaam verbinden in het kader van de EHS maar zoveel mogelijk middels agrarisch natuurbeheer zoals Alterra aanbeveelt?
Namens de PVV Noord-Brabant,
Alexander van Hattem
[1] Uitspraken W. van Grondelle, Stichting Natuur en Milieu in RTL Nieuws, januari 1995
[2] http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/natuur/rivieren
[3] http://www.alterra.wur.nl/NL/nieuwsagenda/nieuws/Hogere_waterstanden_door_toenemende_riviernatuur_.htm