Statenvragen inzake de tegenstrijdige informatie van GS over de verstrekking van smartphones en abonnementen aan de medewerkers van de provincie
Geacht college van GS,
Onlangs heeft de commissie Mobiliteit en Financiën de boardletter besproken. De accountant constateert daarin dat de provincie werkt aan beleid rondom het faciliteren van smartphones of mobieltjes voor de medewerkers van de provincie en signaleert daarbij risico's met betrekking tot het zogenaamde 'Bring your own' concept. Dit suggereert dat er reeds plannen bestaan voor het faciliteren van smartphones/mobiele telefoons voor de medewerkers. Het feit dat in diverse nieuwsbrieven van de OR1) reeds volop uitgewijd wordt over het gegeven dat medewerkers een mobiel/smartphone en/of abonnement kunnen krijgen suggereert dat het om geaccordeerd beleid gaat waarbij het college op zijn minst over de reikwijdte van dit stuk personeelsbeleid moet hebben nagedacht.
Vóór de bespreking van de boardletter heeft de PVV technische vragen gesteld over dit thema. Daarbij is gevraagd hoeveel medewerkers van de provincie er daadwerkelijk een mobiele telefoon voor hun werk nodig hebben, en voor welke groep medewerkers een regeling wordt voorzien voor de facilitering van telefoons en abonnementen.
Op onze technische vragen kregen wij als antwoord "GS hebben nog geen besluit genomen over het bring your own concept".
Dat er nog geen besluit over de technische uitvoering van een regeling is impliceert wat de PVV betreft niet dat de vragen niet beantwoord kunnen worden. Die staan daar namelijk los van: immers, als het college de facilitering van telefoons en abonnementen met de OR bespreekt dan mag verwacht worden dat zij over de reikwijdte van die facilitering heeft nagedacht.
Ook in de commissievergadering heeft de gedeputeerde geen antwoord gegeven op onze vragen. Het is uitermate vreemd om te moeten horen dat er nog geen concrete plannen zouden zijn terwijl de nieuwsbrieven van de OR anders suggereren. Daarnaast vinden wij het niet acceptabel dat GS weigert de technische vragen te beantwoorden, die in feite immers volstrekt los staan van de wijze waarop GS haar plannen wil vormgeven.
Om die reden willen wij het college de volgende vragen stellen:
1. Heeft het college kennis genomen van de boardletter van de accountant?
2. Heeft het college kennis genomen van de technische vragen van de PVV over de boardletter?
3. Kan het college aangeven waarom deze vragen niet zijn beantwoord?
4. Hoeveel medewerkers van de provincie hebben een mobiele telefoon nodig voor de uitvoering van hun functie?
5. Hoeveel medewerkers van de provincie hebben momenteel een mobieltje van de provincie? Wat zijn de totale hiermee samenhangende investeringkosten geweest en hoeveel bedragen de jaarlijkse exploitatiekosten op dit moment?
6. Welke afspraken en regels zijn er met medewerkers over privégebruik van de telefoons van de provincie? Wordt er op naleving gecontroleerd?
8. Heeft het college kennis genomen van de twee laatste nieuwsbrieven van de OR? Deelt het college de opvatting van de PVV dat de laatste nieuwsbrief de suggestie wekt dat er al verregaande plannen zijn dat medewerkers een smartphone of mobieltje van de provincie en/of abonnement krijgen? Zo nee, waarom niet?
8. Voor welke groep medewerkers is een regeling voorzien voor de facilitering van smartphones, mobiele telefoons en/of abonnementen (zoals benoemd in de nieuwsbrief van de OR van december 2011 en de boardletter van de accountant)? Hoeveel mensen betreft dit? Wat zijn de totale hiermee samenhangende investeringkosten en hoeveel bedragen de jaarlijkse exploitatiekosten?
9. Kan het college aangeven, gezien het feit dat diverse bronnen reeds spreken van het faciliteren van 'smartphones van de zaak' door de provincie, waarom de gedeputeerde ook in de commissievergadering niet is ingegaan op het specifieke verzoek de vragen te beantwoorden?
Namens de PVV fractie,
P. van der Kammen
1) Nieuwsbrief OR december 2011, nieuwsbrief OR november 2011
Bijlagen: