Mondelinge vragen uitvoering Natuurakkoord
Daarom vragen wij duidelijkheid over de volgende zaken:
- Ontwikkelopgave voor de herijkte EHS, waarvan in 2016 toetsing plaatsvindt of aanname realistisch was. Is Gedeputeerde Van den Hout bereid om afstand te nemen van zijn uitspraak vooraf dat deze ontwikkelopgave onrealistisch is? Zoniet, waarom wil GS hiervoor dan verantwoordelijkheid dragen?
- Op welke concrete ramingen heeft Gedeputeerde Van den Hout deze uitspraken gebaseerd? Is de Gedeputeerde bereid deze ramingen te overleggen? Indien er geen concrete ramingen bestaan, waarop heeft hij dan deze uitspraken gebaseerd?
- Wat zijn de resultaten van het nadere bestuurlijke overleg op 12 december jl. over PAS en de aanwijzingsbesluiten Natura 2000? Wordt dit door GS onvoorwaardelijk geaccepteerd en ten uitvoer gebracht?
- Maakt Gedeputeerde Van den Hout geen enkel voorbehoud ten aanzien van het voldoen aan het gericht inzetten van de voor de uitvoering van het onderhandelingsakkoord overeengekomen middelen?
- Kan de Gedeputeerde tevens garanderen geen enkel voorbehoud te maken ten aanzien van de eigen provinciale bijdrage in het beheer (zoals opgenomen in het onderhandelingsakkoord) en dit volledig uit te voeren?
- Maakt de Gedeputeerde geen enkel voorbehoud vooraf bij de uitvoerbaarheid van de overdracht van de DLG en de eventuele (additionele) lasten bij de uitvoeringskosten DR en nVWA?
- Onderschrijft de Gedeputeerde volledig dat de provincie in de vereiste positie is om de efficiency van de uitvoering verder te vergroten?
- Van welke van de in Bijlage 1 bij het onderhandelingsakkoord genoemde bevoegdheden is de Gedeputeerde van mening dat ze onuitvoerbaar zijn?
- Waarom geeft de Gedeputeerde een eigen draai aan de invulling van deze bevoegdheden terwijl dit harde afspraken uit het akkoord zijn, die ook terug zullen komen in de nieuwe Natuurwet? Zegt de Gedeputeerde dat door deze bevoegdheden onhaalbaar te achten hij de nieuwe wet niet wenst uit te voeren? Wordt deze opvatting door GS breed gedragen?
- Zo is de eerder besproken nulstand van invasieve exoten expliciet een onderdeel van de nieuwe Natuurwet (art. 3.17 wetsvoorstel Natuur). Kan de Gedeputeerde aangeven aan welke definitie voor invasieve exoten de provincie volgens het Natuurakkoord verbonden is? Is er sprake van een invasie exoot wanneer deze door menselijk handelen in de natuur (dreigt) terecht te komen (zoals omschreven in wetsvoorstel Natuur art. 1.1) of wanneer de dieren zich vestigen én zich explosief ontwikkelen (zoals beschreven in de Beleidsnota Invasieve Exoten 2007)?
- Is de Gedeputeerde bereid om een nulstand na te streven voor de lijst met soorten die nog door ELI wordt opgesteld? Zoniet, waarom geeft de Gedeputeerde een eigen draai aan het akkoord en op welke feiten en ramingen baseert hij zich?
- Kan de Gedeputeerde uitsluiten dat de voorbehouden die hij eerder heeft gemaakt niet bedoeld zijn als een obstructie voor de doorvoering van de nieuwe Natuurwet? Is hij bereid de verplichtingen uit deze nieuwe wet onverkort uit te voeren?