Aanvullende vragen artistiek leider Culturele Hoofdstad dhr. Martijn Sanders

Geacht college,

Op 10 april heeft u vragen beantwoord onder kenmerk C2069730/2914417, waarvoor dank. De beantwoording geeft nadrukkelijk aanleiding tot zowel opmerkingen als aanvullende vragen.

Op vraag 1 van vragen onder bovengenoemd kenmerk of u bekend bent met een internetartikel voldoet een ja of nee. De uitgebreide toevoeging uwerzijds is niet ter zake doende, voegt niets toe en pretendeert een antwoord te geven op een vraag die niet is gesteld.

Op vraag 2 antwoordt u dat u zich heeft laten leiden door de uitzonderlijke kwaliteiten en het redelijke tarief.

1. Kan het college de "uitzonderlijke kwaliteiten" met feitelijkheden onderbouwen, ook in acht genomen de uitspraken van de heer Sanders persoonlijk[1]?

2. Is het college bekend met de uitspraken van de heer Sanders tijdens een bijeenkomst in Breda op 6 februari jl., waar hij verklaarde dat Culturele Hoofdstad een evenement was, waarvan hij met de grootte nog nooit was geconfronteerd? Bent u ook bekend met zijn uitspraken tijdens dit debat, dat hij totaal niet op de hoogte was van de culturele schatten, die Noord-Brabant herbergt? Bent u ook bekend met zijn uitspraken dat "de regio ondanks de economische successen niet de identiteit en uitstraling heeft die past bij zulke aspiraties. Het 'licht autistische' Eindhoven mist een duidelijke stedelijke identiteit."?[2] Een ja of nee als antwoord volstaat.

3. Is het college het eens met de zienswijze van de PVV dat uitspraken van de artistiek leider zoals genoemd in bovenstaande vraag een diskwalificatie van zichzelf en vooral een belediging voor Noord-Brabant in het algemeen en Eindhoven in het bijzonder inhoudt? Zo nee, waarom niet? Hoe zou het college deze uitspraken dan willen duiden? Zo, ja, bent u het eens met de PVV dat deze overbetaalde artistiek leider zichzelf door deze uitspraken beperkte capaciteiten toekent, niet ter zake kundig is, de Brabander schoffeert en onmiddellijk de laan uit moet worden gestuurd?

4. Het college stelt dat het zich heeft laten leiden door een "redelijk tarief". Hoe duidt het college het tarief van 1500 euro per dag dat omgerekend naar fulltime jaarbasis ruim 310.000 euro is, in vergelijking met bijvoorbeeld de tarieven van de artistiek leiders in de andere steden (Maastricht 113.000,- euro, Utrecht ong. 100.000,- euro, Den Haag ver onder de Balkenendenorm, Leeuwarden 48.000,- euro)[3]?

5. Op welke wijze kan het college de redelijkheid van een salaris van 1500 euro per dag uitleggen aan de belastingbetaler?

Het college kwalificeert 1500 euro per dag als een "redelijk tarief". Ook heeft het college dit in beantwoording van eerder vragen "marktconform" genoemd.

6. Hoeveel offertes heeft het college opgevraagd en ontvangen bij het aantrekken van een artistiek leider? Op welke manier heeft het college de uiteindelijke selectie vorm gegeven?

7. Was onder de ontvangen offertes ook sprake van een "onredelijk tarief"? Zo ja, gaarne een volledige uitleg. Zo nee, waarop baseert het college de uitspraak dat zonder een vergelijking een dagvergoeding van 1500 euro "redelijk" is?

8. Waaraan spiegelt het college "marktconform", gezien de veel lagere vergoedingen van een artistiek directeur in ander provincies?

De B.V. van de heer Sanders is ingehuurd. Dit "bedrijf" bestaat volgens de gegevens van de Kamer van Koophandel uit 1 werknemer, namelijk directeur Sanders zelf. In antwoord op vraag 5 van de vragen onder kenmerk C2069730/2914417 geeft het college te kennen dat de opdrachtovereenkomst door u vertrouwelijk via de griffier aangeboden zal worden.

Op 6 mei heeft het Statenlid Mariëtte Frijters per mail de Griffie verzocht om nadere uitleg. Op 18 mei is er een rappel gestuurd, daar een reactie of zelfs een ontvangstbevestiging uitbleef. Op 22 mei werd bericht ontvangen van de griffie dat de mail van 6 mei in het ongerede was geraakt, nooit is behandeld en ook niet meer te achterhalen.

9. Hoe gaat het college voorkomen dat het zoekraken van mails niet meer voorkomt?

10. Is de opdrachtovereenkomst aangegaan met als doel het verwezenlijken van het provinciaal beleid? Indien dat niet het geval is, waarvoor dan wel?

11. Worden de kosten die voortvloeien uit deze opdrachtovereenkomst gedekt uit publieke middelen? Zo nee, waaruit dan wel?

12. Indien het antwoord op vraag 10 en 11 Ja luidt, kan het college aangeven waarom de opdrachtovereenkomst vertrouwelijk is? De PVV vraagt u nogmaals de opdrachtovereenkomst zo spoedig mogelijk te mogen ontvangen.

13. Wat zijn de dagvergoedingen van de individuele medewerkers met uitzondering van de communicatiemanager, werkzaam bij het programmabureau?

14. Door wie zijn deze medewerkers ingehuurd en op welke voorwaarden? Was het college hierbij betrokken?

15. Tot wanneer lopen de contracten?

16. Zijn er afkoopsommen opgenomen bij voortijdige ontbinding van de contracten? Zo ja, hoe hoog?

Met belangstelling wachten wij uw schriftelijke antwoorden af.

Hoogachtend,

Namens de PVV Statenfractie,

Mariëtte Frijters-Klijnen

[1] http://www.intermediair.nl/artikel//106054/martijn-sanders-mijn-cv-is-kort.html

[2] http://www.architectenweb.nl/aweb/redactie/redactie_detail.asp?iNID=28725

[3] http://wilbertwillems.breda.nl/system/files/artikelen/artikel_bd_brabant_culturele_hoofdstad_210312_0.pdf