Statenvragen: Overdraagbaarheid dierziekten door wilde zwijnen
Geacht college,
Op 27 juni 2012 is door de verantwoordelijke gedeputeerde J. van den Hout, namens GS van Noord- Brabant, het nieuwe Natuur- en Landschapsbeleid gepresenteerd en toegelicht. Tijdens deze presentatie heeft de gedeputeerde J. van den Hout, m.b.t. het mogelijke gedoogbeleid voor de wilde varkens, verwezen naar recent ontvangen wetenschappelijk onderzoek en informatie van onderzoekers van de Universiteit van Wageningen (WUR).
De gedeputeerde J. van den Hout heeft gezegd en wij citeren uit diverse bronnen: “Wilde zwijnen vormen geen gevaar voor de gezondheid van de Brabantse veestapel. De wilde zwijnen kunnen geen dierziekten overbrengen. Dat risico is verwaarloosbaar. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat het onwaarschijnlijk is dat wilde zwijnen dierziekten als varkenspest over kunnen brengen op tamme varkens. Om besmetting te veroorzaken is een vector nodig. Onze varkens worden gehouden in gesloten stalsystemen en komen niet direct in aanraking met zwijnen”.
Wij hebben naar aanleiding hiervan de volgende vragen:
1. Is er sprake van wetgeving (OIE, EU, Nederland) die betrekking heeft op de bovenvermelde uitspraak, zoals gedaan op 27 juni 2012 door de gedeputeerde J. van den Hout, zo ja, op welke?
2. Kan de gedeputeerde J. van den Hout, op basis van bovenvermelde uitspraak, zoals door hem gedaan op 27 juni 2012, de garantie geven dat, in geval van uitbraak van varkenspest onder wilde zwijnen in het Leenderbos, de varkens van de veehouders, zoals gevestigd in het gebied grenzend aan het Leenderbos, niet behoeven te worden geruimd?
3. Indien de onder vraag 1 vermelde wetgeving niet aanwezig mocht zijn, kunnen wij dan concluderen dat u op 27 juni 2012, tijdens deze presentatie van het nieuwe Natuur- en Landschapsbeleid, onwaarheden hierover heeft geuit?
4. Mocht dit laatste het geval zijn, kunt u dan een toelichting verstrekken met de redenen waarom deze onjuiste informatie is verstrekt?
5. Indien de relevante wetgeving op het gebied van de bestrijding van dierziekten - in geval van uitbraak van varkenspest onder wilde zwijnen in het Leenderbos - vereist dat de aan het gebied grenzende veehouderijen moeten worden geruimd, zal dat al snel resulteren in een eerste schadepost van minimaal
€ 40 miljoen ( de uitbraak van de varkenspest in 1997 in Nederland heeft bijv. een schadepost van
Hfl. 5.2 miljard opgeleverd ). Heeft GS, als gevolg van het mogelijke gedoogbeleid, rekening gehouden met
schadeclaims en de hiervoor noodzakelijke begrotingsreserveringen, zo nee, waarom niet?
Hoogachtend,
Namens de PVV Statenfractie,
Jan Kerkhoff
Op 27 juni 2012 is door de verantwoordelijke gedeputeerde J. van den Hout, namens GS van Noord- Brabant, het nieuwe Natuur- en Landschapsbeleid gepresenteerd en toegelicht. Tijdens deze presentatie heeft de gedeputeerde J. van den Hout, m.b.t. het mogelijke gedoogbeleid voor de wilde varkens, verwezen naar recent ontvangen wetenschappelijk onderzoek en informatie van onderzoekers van de Universiteit van Wageningen (WUR).
De gedeputeerde J. van den Hout heeft gezegd en wij citeren uit diverse bronnen: “Wilde zwijnen vormen geen gevaar voor de gezondheid van de Brabantse veestapel. De wilde zwijnen kunnen geen dierziekten overbrengen. Dat risico is verwaarloosbaar. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat het onwaarschijnlijk is dat wilde zwijnen dierziekten als varkenspest over kunnen brengen op tamme varkens. Om besmetting te veroorzaken is een vector nodig. Onze varkens worden gehouden in gesloten stalsystemen en komen niet direct in aanraking met zwijnen”.
Wij hebben naar aanleiding hiervan de volgende vragen:
1. Is er sprake van wetgeving (OIE, EU, Nederland) die betrekking heeft op de bovenvermelde uitspraak, zoals gedaan op 27 juni 2012 door de gedeputeerde J. van den Hout, zo ja, op welke?
2. Kan de gedeputeerde J. van den Hout, op basis van bovenvermelde uitspraak, zoals door hem gedaan op 27 juni 2012, de garantie geven dat, in geval van uitbraak van varkenspest onder wilde zwijnen in het Leenderbos, de varkens van de veehouders, zoals gevestigd in het gebied grenzend aan het Leenderbos, niet behoeven te worden geruimd?
3. Indien de onder vraag 1 vermelde wetgeving niet aanwezig mocht zijn, kunnen wij dan concluderen dat u op 27 juni 2012, tijdens deze presentatie van het nieuwe Natuur- en Landschapsbeleid, onwaarheden hierover heeft geuit?
4. Mocht dit laatste het geval zijn, kunt u dan een toelichting verstrekken met de redenen waarom deze onjuiste informatie is verstrekt?
5. Indien de relevante wetgeving op het gebied van de bestrijding van dierziekten - in geval van uitbraak van varkenspest onder wilde zwijnen in het Leenderbos - vereist dat de aan het gebied grenzende veehouderijen moeten worden geruimd, zal dat al snel resulteren in een eerste schadepost van minimaal
€ 40 miljoen ( de uitbraak van de varkenspest in 1997 in Nederland heeft bijv. een schadepost van
Hfl. 5.2 miljard opgeleverd ). Heeft GS, als gevolg van het mogelijke gedoogbeleid, rekening gehouden met
schadeclaims en de hiervoor noodzakelijke begrotingsreserveringen, zo nee, waarom niet?
Hoogachtend,
Namens de PVV Statenfractie,
Jan Kerkhoff