Statenvragen inzake ‘regionale aanpak opvang vluchtelingen’
Geacht college,
De op 30 maart jl. gepresenteerde plannen over de “Brabantse aanpak vluchtelingen” zoals ook opgenomen op de website van de provincie[1], roepen bij de PVV-fractie de volgende vragen op:
1. Uitgangspunt voor deze opgave is de maximaal geschatte asielinstroom van 93.000. Is dit voor het college ook het uitgangspunt van beleid en betekent dit dat er bij dit college géén vertrouwen is dat de 'Turkije-deal' de instroom zal beperken?
2. In de brief van de CdK van 31 maart[2] wordt op bladzijde 1 gesproken over de vanuit het Rijk opgelegde taakstelling voor de (nood)opvang van asielzoekers zoals die in 2015 en 2016 voor Brabant zou gelden. Vervolgens wordt echter gesproken over een 'te verwachten instroom', op basis waarvan vervolgens een nieuw aantal als 'taakstelling' voor asielopvang wordt genoemd.
Kan het college aangeven of deze nieuwe 'taakstelling' waarover wordt gesproken, is gebaseerd op een concrete nieuwe dan wel aangepaste taakopdracht van de minister? Zo ja, wanneer is deze opdracht gegeven en kan de PVV daarvan de documentatie ontvangen? Zo nee, wat vindt het college van het gegeven dat in Brabant eigenstandig afgeweken wordt van de taakstelling zonder dat daar democratische borging voor is?
3. Er wordt gesteld dat 70% van de opvangcapaciteit in onze provincie uit langdurige opvang moet bestaan, van 2 tot 5 jaar en langer. Waar is dit op gebaseerd?
Lees meer: Statenvragen inzake ‘regionale aanpak opvang vluchtelingen’