De PVV wil de Brabantse automobilist feliciteren met de ongelijkvloerse kruising bij De Brandt op de N279. Graag zouden wij hen vaker feliciteren, met veel meer ongelijkvloerse kruisingen. Bij diverse spoorovergangen, op de N65 tussen Tilburg en Den Bosch en de N270 bij Brandevoort en Deurne bijvoorbeeld, maar ook op de N279-aansluitingen met de A2 en A50 en knooppunt Hooipolder.
De PVV stelt voor dit feestje te vieren met een verhoging van de maximumsnelheid naar 100 kilometer per uur. Maar daarover hebben we het wel in 2019, als de kiezer met deze groene en linkse klimaat- en milieukerk heeft afgerekend. 16 Miljard in 15 jaar aan 2/100.000e van een graad minder opwarming van de aarde en grootschalige tekentafelnatuur uitgeven is een politieke keuze. Niet de onze: Een klein deel daarvan volstaat namelijk om vele ongelijkvloerse kruisingen en een veel betere verkeersveiligheid te realiseren.
Geacht college,
In het Brabants Dagblad van woensdag 8 juni staan de uitkomsten van een enquête onder 2200 Nederlanders, gehouden in opdracht van NUON (1). Hieruit blijkt dat circa 50% van de 18 tot 25 jarigen, 44% van de 25 tot 45 jarigen en slechts 30% van de 65-plussers “binnen 1 kilometer van een windmolen willen wonen.”
De PVV-fractie heeft hierover de volgende vragen:
1) Bent u bekend met de berichtgeving (1)?
2) Bent u het met de PVV eens dat het plaatsen windturbines technisch gezien niet noodzakelijk is voor de energievoorziening van Nederland (dat wil zeggen dat indien alle windturbines permanent uitgezet worden er geen toenemend probleem voor de leveringszekerheid ontstaat)? Zo nee, waarom niet?
3) Bent u het met Stedin Energie-expert Henri Bontebal (2), het CPB en de PVV eens dat dankzij het ETS emissiehandelssysteem de plaatsing van windturbines uiteindelijk geen gram CO2 besparen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom?
4) Uit de Nuon-enquête blijkt dat circa 50% van de 18 tot 25 jarigen, 44% van de 25 tot 45 jarigen en slechts 30% van de 65-plussers binnen een straal van 1 kilometer van een windmolen wil wonen (1). Dit wil dus zeggen dat meer dan de helft van de bevolking niet op industriële windindustrie in de naaste omgeving zit te wachten. Is GS het met de PVV eens dat de Nuon-enquête aantoont dat er nauwelijks draagvlak voor windturbines in de naaste omgeving is? Zo nee, waarom niet en wat concludeert GS dan wél uit het onderzoek? Is GS bereid bij ieder windenergieproject vooraf draagvlakonderzoek in te stellen?