De PVV Noord-Brabant is verontwaardigd nu de organisatie van Eindhoven Culturele Hoofdstad 2018 alweer opdrachten voor dit project buiten Brabant uitzet. Recentelijk zijn in het kader van Eindhoven Culturele Hoofdstad 2018 vacatures gepubliceerd voor de functies van artistiek directeur en programmamanagers. Kennelijk was er geen enkel Brabants wervings- en selectiebureau voorhanden, want een Amsterdamse netwerkbekende van artistiek directeur Martijn Sanders werd de opdracht gegund voor de kandidaatselectie in de sollicitatieprocedure.
Al eerder heeft de PVV vragen gesteld over mogelijke belangenverstrengeling in aanbestede opdrachten, waarbij de naam en de connecties van Martijn Sanders prominent naar voren kwamen. Door Gedeputeerde Staten werd dit nonchalant terzijde geschoven als zou Sanders juist op een goede manier zijn netwerk gebruiken.
Statenlid Frijters-Klijnen vraagt zich af wanneer het kwartje valt: "De stichting 2018Eindhoven lijkt nog steeds niet te snappen dat Martijn Sanders een voorkeur heeft om zijn Amsterdamse netwerkvriendjes aan mooie klusjes en opdrachten te helpen. De feiten wijzen dit onomstotelijk uit."
Collega Van der Kammen vult aan: "Schandalig dat het college van Gedeputeerde Staten er telkens zo ongelooflijk nonchalant over doet. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is dat je je kennissenkring aan omzet helpt. Dat heeft op zijn minst de schijn van belangenverstrengeling en in de publieke sector moet je dat juist vermijden".
De PVV Noord-Brabant wil van het provinciebestuur weten hoe deze opdracht in Amsterdam terecht is gekomen in plaats van in Brabant.
Geacht college,
Per 1 januari 2015 zal de jeugdzorg van de provincie worden gedecentraliseerd naar de gemeenten. Voor 31 oktober moeten gemeenten transitie-arrangementen maken voor alle samenwerkingsregio's, in overleg met de provincies, verzekeraars en relevante aanbieders.
De juridische, bestuurlijke en financiële kaders voor de decentralisatie zijn nog niet duidelijk(*).
Aangezien wij ons, in het kader van onze controlerende taak en naar aanleiding van de concept Jeugdwet, het dossier Transitie Jeugdzorg en de Tweede rapportage Stelselherziening Jeugd van de Transitiecommissie juni 2013, ernstige zorgen maken, heeft de PVV een aantal vragen over de met deze transitie samenhangende frictiekosten.
De PVV heeft de zorgen m.b.t. deze frictiekosten reeds eerder geuit in onze Statenvragen 27 april 2013 met de vragen 17, 18, 19 en 20, zoals zijn beantwoord d.d. 22 mei 2013. Concrete antwoorden hebben wij destijds niet ontvangen.
In diverse artikelen [1] [2] [3] [4] wordt een aankondiging gedaan van plannen voor de bouw van zogenaamde ´kindmolens´, oftewel windturbines waarvoor kinderen een aandeel kunnen kopen en rente ontvangen.
Er zouden -aldus deze artikelen- windmolens in Waalwijk en in Dongen komen en volgens de Tilburgse wethouder De Vries plannen zijn voor nieuwe windmolens in Tilburg. Bij al deze plannen wordt ook het concept van de kindaandeelhouders genoemd. Belangstelling voor participatie zou ook bestaan bij Waterschap de Dommel, energiecoöperatie Udenhout en afvalverwerker Attero.
Volgens Tweede Kamerlid Van Veldhoven is de investering in windmolens op den duur rendabeler dan een spaarrekening. Het Kamerlid ziet het liefst dat aan het aandeelhouderschap van kindmolens educatieprogramma´s worden gekoppeld.
Dit leidt tot de volgende vragen: