Geacht college,
De PVV Noord-Brabant is woedend dat er alweer een grote hoeveelheid drugsafval is gedumpt in het buitengebied van Bergen op Zoom . Onze fractie vraagt al maandenlang of het college maatregelen wil nemen om deze dumpingen te stoppen. In de beantwoording[1] van de eerdere vragen van de PVV-fractie over drugsdumpingen toont het college geen ambitie om controlerende maatregelen te treffen, het blijft beperkt tot “bevorderen dat huidige partners de meerwaarde van de SSIB blijven inzien” en de samenwerking te intensiveren. Daarnaast neemt het college enkel kennis van de door de PVV-fractie aangedragen suggesties, maar noemt geen concrete maatregelen.
Maar nu is het genoeg, de PVV-fractie eist dat dit college direct concrete maatregelen treft.
Dit leidt tot de volgende Statenvragen:
Geacht college,
De PVV Noord-Brabant heeft met belangstelling kennis genomen van het artikel “Samen sterk in Brabant” in het Brabants Dagblad van 21 februari jl.[1] In het artikel staat dat Rolf Overdiep zich de komende tijd gaat bezig houden met het verbeteren van de samenwerking binnen Samen Sterk in Brabant (SSIB).
De PVV-fractie is zeer bezorgd over de escalatie van de drugsdumpingen in Brabant[2] en wil benadrukken dat van het “verbeteren van de samenwerking” nog meer prioriteit zou moeten worden gemaakt, zeker ook nu blijkt dat het Brabantse drinkwater in gevaar dreigt te komen.[3]
Dit leidt tot de volgende Statenvragen:
Geacht college,
De PVV-fractie heeft kennis genomen van het artikel “Meeste boeren emigreren naar Duitsland” in de Boerderij. Volgens dit artikel emigreren de meeste boeren vanuit onze provincie.
De PVV Noord-Brabant is van mening dat kleine familie- en gezinsbedrijven in de landbouw thuishoren in Brabant en dat deze boeren een groot en belangrijk aandeel hebben in de natuur en het beheren daarvan. Het wegtrekken van kleine familie- en gezinsbedrijven zal tevens onherroepelijk zorgen voor schaalvergroting en meer grootschalige bedrijvigheid binnen de Brabantse agrarische sector, met alle gevolgen van dien.
Dat leidt tot de volgende Statenvragen: