Op de A67 bij staat bij Bladel voor het eerst een bord op Brabants grondgebied, waarop de kosten voor de belastingbetaler van een project duidelijk te zien zijn (7,8 miljoen euro voor een ecoduct). Dit tot tevredenheid van PVV-fractielid Harry van den Berg, die vorige maand in een initiatiefvoorstel om vermelding van projectkosten op provinciale borden vroeg.
“De PVV vindt het de normaalste zaak van de wereld om de belastingbetaler actief te informeren over de kosten van allerlei gesubsidieerde projecten. Echter, bij behandeling van het, op de PVV na, unaniem afgeschoten voorstel werd duidelijk dat veel partijen angst hadden dat de Provincie hierdoor als “Flappentap” gezien zou worden. GroenLinks hield zelfs haar hart vast voor de weerstand die er zou komen als de kosten voor al haar linkse en groene hobby’s duidelijk worden gemaakt”.
Van den Berg heeft naar aanleiding van de plaatsing van dit bord enkele vragen opgesteld voor het provinciebestuur, waarin ook het breed gesteunde CDA-alternatief voor de plaatsing van QR-codes in plaats van bedragen aan de orde wordt gesteld: “Dat gaat namelijk niet werken, kan zelfs gevaarlijk zijn”.
Schriftelijke vragen van de Partij voor de Vrijheid Noord-Brabant aan het college van Gedeputeerde Staten op grond van artikel 43 van het Reglement van Orde.
Betreft: Voorkeursbeleid
Geacht college,
De PVV-fractie was vorige week maandag, 14 april 2014, verbaasd om te zien dat er door de provincie Noord-Brabant een voorlichtingsavond traineeprogramma De Toekomst van Brabant was georganiseerd specifiek voor ''biculturele trainees''[i][ii]. Dit roept bij de PVV de volgende vragen op:
1. ''Op 14 april is er bij de provincie Noord-Brabant een voorlichtingsbijeenkomst die zich specifiek richt op biculturele talenten.'' Waarom is het traineeprogramma De Toekomst van Brabant specifiek op zoek naar ''biculturele trainees'' voor 2014-2016?
2. In de zin van de Algemene wet gelijke behandeling is een vorm van voorkeursbeleid het via specifieke wervingskanalen naar kandidaten uit gewenste groepen zoeken. Het is daarbij verplicht om bij de werving- en selectieprocedure kenbaar te maken dat een voorkeursbeleid wordt gevoerd voor een bewuste groep door dit in de vacaturetekst te vermelden. Waarom voert de provincie een voorkeursbeleid en waarom is dit niet vermeld op brabant.nl of detoekomstvanbrabant.nl?
3. Is het correct te veronderstellen dat niet-biculturele trainees dan wel trainees met één nationaliteit of achtergrond zijn uitgesloten van deelname aan deze specifieke voorlichtingsavond voor ''bicultureel talent''? Deelt u de mening van de PVV dat in dat geval sprake is van een discriminerend HRM-beleid? Zo neen, waarom niet?
4. Deelt u de mening van de PVV dat met een voorlichtingsbijeenkomst die zich specifiek richt op ''bicultureel talent'' een bevolkingsgroep wordt bevoordeeld? Wordt er ook een specifieke voorlichting georganiseerd voor andere specifieke doelgroepen? Zo ja, welke en wanneer?
5. In de aankondiging van de voorlichtingsavond is sprake van kennismaking met een ''Turkse wethouder'' als een van de programmaonderdelen. Waarom telt de afkomst van een wethouder hier als een meerwaarde voor De Toekomst van Brabant?
6. Door deze specifieke werving wordt niet het individu centraal geplaatst, maar diversiteit en biculturisme. Bent u het met de PVV eens dat een voorkeursbeleid (van o.a. etnische groepen) een goed personeelsbeleid niet ten goede komt? Zo neen, waarom niet?
7. Voorkeursbeleid is een onderdeel van diversiteitsbeleid. Hoe past dit voorkeursbeleid binnen de eerdere uitspraken van het college van GS: ''Er is binnen het provinciale HRM-beleid geen specifiek diversiteitsbeleid'' en ''beschikbaarheid en kwaliteit staat voorop.''?
8. Is het college van GS bereid om het voorkeursbeleid stop te zetten en geen geld meer te steken in deze discriminerende projecten? Zo neen, waarom niet?
Hoogachtend, namens de PVV Statenfractie Noord-Brabant, Joyce Kardol
In De Gelderlander van 8 april jl.[i] valt te lezen dat in Brabant twintig gemeenten in de regio’s De Peel, De Kempen en De Baronie in aanmerking komen voor urgentiegebieden. Daarnaast kunnen andere gemeenten via de provincie ook de hulp inroepen van het zogeheten ‘’urgentieteam’’. Dit urgentieteam is vanuit het Brabantberaad opgericht en kost de provincie Noord-Brabant voor de resterende 9 maanden van dit jaar €1.157.000. De PVV heeft naar aanleiding van dit artikel de volgende vragen:
1. Hoe kan het dat de media eerder geïnformeerd zijn over het zogeheten urgentieteam dan de Statenleden? Waarom wordt vooruit gelopen op bespreking van dit onderwerp in de betreffende Statencommissie later deze maand?
2. In het artikel is te lezen: ‘’In het urgentieteam zitten de volgende personen: Henk Jans (arts GGD), Herman Litjens (ZLTO), Geert Verstegen (BMF), Theo van de Ven (gemeenten ZO Brabant), Marco Peeters (Omgevingsdienst ZO), Mechie Beurskens (gemeenten NO Brabant, ambtenaar in Sint Anthonis), Ton Hermanussen (Omgevingsdienst NO), Jan Buys (provincie), Hans van Dommelen en Jack van Dijck (Netwerk de Peelhorst).’’ Ontvangen deelnemers van het urgentieteam een vergoeding of vallen deze werkzaamheden binnen hun reguliere functie(s)? Indien er sprake is van vergoedingen, hoeveel bedragen deze en welke ureninzet staat daar tegenover? Graag zien we hiervan een duidelijk overzicht toegevoegd.
3. Kan het college een heldere en volledige specificatie van de van de € 1.157.000 kosten over de 9 maanden geven? Zo neen, waarom niet? Uit welke begrotingspost worden deze kosten afgedekt?
4. Het college heeft tijdens een Statenvergadering aangegeven dat de expertise van PvdA-er Felix Rottenberg tijdens het Brabantberaad erg op prijs werd gesteld en dat bij toekomstige beraden over de Brabantse intensieve veehouderij zijn assistentie wellicht weer wordt ingeroepen. Is al bekend of deze gedachtegang zijn weg gaat vinden naar de praktijk? Zo ja, welke kosten zullen er in 2014 gemoeid zijn bij de vergoeding en welke kosten zijn er in 2013 en 2012 gemoeid geweest bij de vergoedingen voor de heer Rottenberg?