Geacht college,

Het aantal ongevallen op de A67 lijkt sterk toe te nemen en algemeen wordt gesteld dat slechts enkel verbreding van de weg soelaas zal bieden. (1) De fractie van de PVV heeft de volgende vragen aan het college:

  1. Klopt het dat het aantal ongevallen en daarmee gepaard gaande voertuigverliesuren sinds de opheffing van het inhaalverbod voor vrachtwagens is toegenomen? Zo ja, bent u bereid met spoed bij de minister te pleiten voor herinvoering van het inhaalverbod, al dan niet zijnde een dynamisch inhaalverbod?
  1. Is het college bereid de minister nogmaals te wijzen op de acute noodzaak van aanpak van de A67 en haar mee te delen dat “nader onderzoek” een directe aanpak geenszins in de weg mag staan? Zo nee, waarom niet?
  1. Is het college het met de PVV-fractie eens dat in een stedelijke regio als Eindhoven – Helmond, met een groot economisch belang voor Noord-Brabant en een zeer zwaar belast wegennet, een goede bypass – al dan niet via provinciaal of gemeentelijk wegennet - onmisbaar is? Zo ja, welke (toekomstige) bypass is bij het college in beeld? Zo nee, waarom niet?

 

Namens de PVV Noord-Brabant,

Harry van den Berg

1 http://www.omroepbrabant.nl/?news/229136882/Iedereen+is+het+roerend+eens+alleen+verbreding+A67+lost+de+problemen+op.aspx

 

Beantwoording: pdfAanpak_A67_beantwoording_dd_02-06-2015.pdf

Of het nu wel op niet opwarmt, als je de “koorts van de aarde” wilt
bestrijden of voorkomen, dan is het handig de strijd aan te gaan met
middelen die werken.

De Duitse Energiewende is het bekendste voorbeeld van verduurzaming
van de energievoorziening. De effectiviteit van beleid, dat
resulteerde in een door duizenden windturbines verminkt landschap -
waarbij zelfs schitterende heuvel- en bergruggen geofferd werden - en
talloze met zonnepanelen verlelijkte vakwerkhuizen, is bedroevend: in
2014 werd 2,5% van de energiebehoefte door wind en zon gedekt.

Read More

Op 26 maart stelde de PVV Noord-Brabant vragen over de huisvesting van 600 asielzoekers in als erfgoedcomplex aangemerkt klooster Groot Bijstervelt te Oirschot. Het college reageerde op per brief van 14 april 2015 op deze vragen.
 
Dat leidt tot de volgende vervolgvragen.
 
1. In de beantwoording van vraag 1 stelt het college dat het kloostercomplex in 2012 na de intakefase is afgevallen. De jaarrekening 2013 van de provincie die in het voorjaar 2014 verscheen bevatte onder meer de voortgangsrapportage van het ontwikkelbedrijf. Volgens die voortgangsrapportage zit het klooster Groot Bijstervelt in de intakefase. Hoe kan het College -gezien de jaarrekening 2013- beweren dat het kloostercomplex in 2012 is afgevallen?
 
2. Volgens de voortgangsrapportage van het ontwikkelbedrijf bij de begroting 2015 is de status 'Intakefase afgerond'. Vreemd genoeg hebben alle andere complexen waarvan de intakefase is gepasseerd een ander label. Ook andere voortgangsrapportages kennen het label 'intakefase afgerond' bij geen enkel project. Kan het college duidelijkheid verstrekken rondom de status 'intakefase afgerond' van klooster Groot Bijstervelt bij de begroting 2015? Wat was de uitkomst van de afronding van de intake? Waarom is er afgeweken van de reguliere labeling?
 
3. De PVV ontvangt graag alle documenten rondom de aanvraag, intake en besluitvorming van Groot Bijstervelt in het kader van de erfgoedcomplexen.
 
4.In de beantwoording van vraag 2 stelt het college dat zij de opvang van asielzoekers in een Brabants erfgoedcomplex niet uitsluit indien het past binnen de vastgestelde programmakaders en past binnen het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Ondanks deze uitspraak van passendheid vond het college als autoriteit ruimte in Noord-Brabant  het niet vreemd dat ten behoeve van de huisvesting van asielzoekers in de voormalige Nassau Dietz kazerne in Budel (april 2014) de gemeente een tijdelijke ontheffing verleende om bewoning van het complex mogelijk te maken. Het ging dan weliswaar niet om een erfgoedcomplex, maar dit wekt op zijn minst de schijn dat dit principiële vraagstuk van passendheid toch niet zo principieel is voor het college als zij doet voorkomen. Is het college dan ook net als de PVV van mening dat de stellingname in de beantwoording op vraag twee slechts een wassen neus is gezien het college de kans in 2014 heeft laten lopen de gemeente aan te spreken op de planmatige passendheid van een complex?
 
Hoogachtend,
 
Namens de PVV fractie Noord-Brabant
 
Patricia van der Kammen
Alexander van Hattem